| SÉNAT DE BELGIQUE | BELGISCHE SENAAT | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Session 2011-2012 | Zitting 2011-2012 | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| 27 octobre 2011 | 27 oktober 2011 | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Question écrite n° 5-3607 | Schriftelijke vraag nr. 5-3607 | ||||||||
de Bert Anciaux (sp.a) |
van Bert Anciaux (sp.a) |
||||||||
au secrétaire d'État à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjoint à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de l'Intégration sociale |
aan de staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie |
||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Prostitution masculine à Bruxelles - ASBL Alias - Subsides - Continuité | Brusselse mannelijke prostitutie - Alias vzw - Subsidiering - Continuïteit | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| prostitution assistance sociale |
prostitutie sociale begeleiding |
||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
|
|
||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Heringediend als : schriftelijke vraag 5-4816 | Heringediend als : schriftelijke vraag 5-4816 | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Question n° 5-3607 du 27 octobre 2011 : (Question posée en néerlandais) | Vraag nr. 5-3607 d.d. 27 oktober 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands) | ||||||||
Bruxelles compterait quelque cinq mille prostituées et prostitués. Un cinquième à un tiers sont des hommes. Le nombre de prostitués masculins de rue ou de bar est estimé à cinq cents. Ce public présente une grande vulnérabilité liée tant à sa santé (sexuelle, physique, psychique) qu'à sa situation sociale complexe en raison précisément de l'exercice de l'activité de prostitution. A la suite de l'arrêt en janvier 2009 par le Centrum Algemeen Welzijnswerk (CAW) Mozaïek du projet Adzon (lancé en 1992), aucune organisation sociale existante ne s'est avérée être à même d'assurer le soutien aux prostitués masculins de Bruxelles et leur accompagnement. Les anciens travailleurs de rue du projet Adzon ont donc pris eux-mêmes l'initiative de créer une association sans but lucratif (ASBL) qui a pour nom Alias et qui a été créée en vue de reprendre et renforcer un projet de haute qualité visant à l'accompagnement psycho-médico-social des prostitués masculins à Bruxelles, en mettant l'accent sur la promotion de la santé notamment par la prévention, la réduction des risques et l'accès aux soins de santé et aux droits sociaux pour le groupe visé. L'ASBL Alias n'est pas à court de projets d'avenir ( consultation médicale, permanence en ligne etc.). Leur principal défi réside cependant dans le maintien des activités d'aide et l'obtention d'une aide financière structurelle et durable. Depuis 2010, Alias reçoit des moyens de la Communauté française, de la COCOF et du secrétaire d'État à l'Intégration sociale. Ces moyens permettent de financer deux travailleurs de rue depuis avril 2010. Mes questions sont les suivantes. 1) Le secrétaire d'État considère-t-il le travail de l'ASBL Alias comme socialement opportun et précieux ? Quels budgets a-t-il alloué à Alias en 2010 et 2011 ? Peut-il m'indiquer si un engagement budgétaire est prévu pour les années à venir ? S'engage-t-il à en assurer la survie ? Quel est le budget prévu pour 2012 ? 2) Où ce situe ce subside fédéral par rapport aux initiatives similaires prises notamment par les Communautés ? Le secrétaire d'État a-t-il mené des concertations à ce sujet ? Est-il prêt à harmoniser la gestion des ces flux financiers ? Quelles initiatives a-t-il déjà prises à cet égard ? |
Brussel zou ongeveer vijfduizend prostituees tellen. Een vijfde tot een derde daarvan zijn mannen. Het aantal mannelijke straat- en barprostituees wordt op vijfhonderd geschat. Dit publiek vertoont een veelheid aan kwetsbaarheden die zowel verband houden met gezondheid (seksueel, lichamelijk, geestelijk), als met een complexe sociale situatie en uiteraard verbonden aan de uitoefening van de prostitutie-activiteit. Na de stopzetting van het Adzon project (opgericht in 1992) door CAW Mozaïek in januari 2009, bleek dat geen enkele van de bestaande sociale organisaties de ondersteuning en begeleiding van Brusselse mannelijke prostituees ten volle op zich kon nemen. De voormalige straathoekwerkers van het Adzon project namen daarom zelf het initiatief en richtten een vereniging zonder winstoogmerk (VZW), met de naam Alias, op met als doel de hervatting en de bestendiging van een kwalitatief hoogstaand project voor de psychosociale en medische begeleiding van mannelijke prostituees te Brussel, met een klemtoon op de bevordering van de gezondheid door onder andere preventie, harm reduction, toegang tot gezondheidszorg en sociale rechten voor het doelpubliek. Het ontbreekt de vzw Alias niet aan toekomstplannen (medische consultatie, een online permanentie, enz.). De voornaamste uitdaging blijft echter het bestendigen van de hulpverleningsactiviteiten en het bekomen van structurele, duurzame financiële hulp. Sinds 2010 ontvangt Alias middelen van de Franse Gemeenschap, de Cocof en van de staatsecretaris voor Maatschappelijk Integratie. Daarmee kunnen sinds april 2010 twee straathoekwerkers aan de slag. Hierover de volgende vragen: 1) Acht de geachte staatssecretaris de werking van Alias vzw als sociaal relevant en maatschappelijk waardevol? Welke budget verstrekte hij aan Alias in het jaar 2010 en 2011? Kan hij mij zeggen of er een budgettair engagement bestaat voor de komende jaren? Engageert hij zich om het voortbestaan ervan te verzekeren? Welk budget wordt er voorzien voor het jaar 2012? 2) Hoe verhoudt deze federale subsidie zich tot soortgelijke initiatieven die onder andere door de gemeenschappen worden ontwikkeld? Pleegde de geachte staatssecretaris hieromtrent overleg? Is hij bereid om deze middelen stromen beter en efficiënter op elkaar te enten? Welke stappen ondernam hij hieromtrent? |