SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
30 septembre 2011 30 september 2011
________________
Question écrite n° 5-3329 Schriftelijke vraag nr. 5-3329

de Guido De Padt (Open Vld)

van Guido De Padt (Open Vld)

à la ministre de l'Intérieur

aan de minister van Binnenlandse Zaken
________________
Gares ferroviaires - Stations de métro - Criminalité - Police du métro et des chemins de fer - Commissariat central - Gare du Midi Spoorwegstations - Metrostations - Criminaliteit - Veiligheid - Metro- en spoorwegpolitie - Centraal commissariaat - Zuidstation 
________________
Région de Bruxelles-Capitale
gare ferroviaire
métro
sécurité publique
police
police locale
criminalité
zone urbaine défavorisée
statistique officielle
Hoofdstedelijk Gewest Brussels
spoorwegstation
metro
openbare veiligheid
politie
gemeentepolitie
criminaliteit
achterstandsbuurt
officiële statistiek
________ ________
30/9/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
30/9/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
________ ________
Heringediend als : schriftelijke vraag 5-3981 Heringediend als : schriftelijke vraag 5-3981
________ ________
Question n° 5-3329 du 30 septembre 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-3329 d.d. 30 september 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

En réponse à ma question écrite précédente, la ministre avait indiqué qu'il n'existait pas encore de relevé de la criminalité dans et aux alentours des gares ferroviaires et des stations de métro à Bruxelles. La réalisation d'un tel relevé prendrait facilement 3 mois. Elle avait cependant fourni des chiffres de la criminalité enregistrée dans les gares ferroviaires et les stations de métro pour la période 2007-2009 (question n° 5-244 du sénateur Guido De Padt du 21 octobre 2010, réponse donnée le 7 décembre 2010).

Pour avoir un relevé complet de la criminalité dans les gares et stations de métro, il faudrait aussi tenir compte des faits commis aux alentours de celles-ci. Chacun sait en effet qu'il existe généralement des zones criminogènes autour des gares et stations de métro. En sortant de certaines stations de métro bruxelloises, on se retrouve directement face à des dealers.

Dans la même réponse, la ministre indiquait qu'un projet de regroupement de l'ensemble de la police des chemins de fer et du métro de Bruxelles, ainsi que de la Direction de la police des chemins de fer (SPC), en un commissariat central situé à proximité de la gare du Midi avait été validé par le Conseil des ministres le 20 juillet 2010. La Régie des Bâtiments recherchait activement des solutions pour réaliser ce projet qui a essentiellement pour objectif l'amélioration générale du bien-être du personnel de la SPC.

Ce commissariat central peut favoriser une direction optimale du personnel, en écourtant au maximum les délais d'intervention. Il doit aussi permettre une gestion efficace du personnel et des moyens, au profit du citoyen et de la sécurité. En effet, malgré l'énorme cure d'austérité qui nous attend et la nécessité d'une réduction des effectifs, on ne peut pas, de manière irréfléchie, économiser sur la sécurité du citoyen dans notre capitale.

Au cours des négociations gouvernementales, les négociateurs ont conclu un accord qui comporterait certains éléments en matière de sécurité. Le ministre-président bruxellois élaborerait dorénavant un Plan global de sécurité régional en concertation avec le gouvernement bruxellois. De cette manière, le Parlement bruxellois aura également son mot à dire dans la politique de sécurité bruxelloise, ce qui est totalement nouveau. Jusqu'à présent, il semble que les communes et les zones de police pouvaient suivre chacune leur propre voie mais que leurs décisions n'allaient pas toujours dans le même sens.

J'ai un certain nombre de questions à poser à ce sujet :

1) La ministre dispose-t-elle de données chiffrées relatives au nombre de faits criminels commis dans et aux alentours des gares ferroviaires et des stations de métro à Bruxelles, en 2010 et durant le premier semestre de 2011, avec une ventilation selon le lieu et la catégorie ?

2) Ne dispose-t-on toujours pas d'un relevé de la criminalité dans et autour des gares ferroviaires et des stations de métro à Bruxelles ? Trouve-t-elle opportun, le cas échéant, de faire réaliser un tel relevé pour pouvoir mettre en œuvre une politique valable ? Peut-elle motiver sa réponse ?

3) Peut-elle indiquer où en est la réalisation du commissariat central à proximité de la gare du Midi? Pour quelle date la ministre pense-t-elle que ce projet pourra être réalisé ?

4) Peut-elle expliquer l'impact que l'accord bruxellois aura concrètement sur la sécurité à Bruxelles, et en particulier la sécurité dans et autour des gares ferroviaires et des stations de métro ?

 

In antwoord op mijn eerdere schriftelijke vraag stelde de minister dat er nog geen beeld bestond van de criminaliteit in én rond de spoorweg- en metrostations in Brussel. De samenstelling van zo'n beeld zou gemakkelijk 3 maanden vergen. Zij gaf wel cijfers van de geregistreerde criminaliteit in de spoorweg- en metrostations voor de periode 2007-2009 (vraag nr. 5-244 van senator Guido De Padt van 21 oktober 2010 en beantwoord op 7 december 2010).

Om een volledig beeld te kunnen krijgen van de criminaliteit in stations zouden ook de feiten rond de stations in rekening moeten worden gebracht. Het is immers algemeen bekend dat ook rond de stations vaak criminogene zones bestaan. Wie bijvoorbeeld in Brussel in bepaalde metrostations boven de grond komt, belandt direct op de drugsmarkt.

In hetzelfde antwoord vermeldde de minister dat de Ministerraad op 20 juli 2010 een project valideerde om het geheel van de politie van de spoorwegen en de metro in Brussel, alsook de directie van Spoorwegpolitie (SPC), te hergroeperen in een centraal commissariaat gelegen in de nabijheid van het Zuidstation. De Regie van de Gebouwen was actief op zoek naar oplossingen om dit project te realiseren. Het project heeft als essentieel doel het algemeen welzijn van het personeel van SPC te verbeteren.

Een dergelijk centraal commissariaat kan een optimale aansturing van het personeel bevorderen, met zo kort mogelijke aanrijtijden. Het moet ook een efficiënt beheer van mensen en middelen mogelijk maken, in het voordeel van de burger en de veiligheid. Want ondanks de enorme besparingsoperatie die ons te wachten staat en de noodzaak aan een slankere overheid, mag immers niet zomaar worden bespaard op de veiligheid van de burger in onze hoofdstad.

Tijdens de lopende regeringsonderhandelingen bereikten de onderhandelaars blijkbaar een akkoord waarin één en ander zou staan over de veiligheid. De Brusselse minister-president zou voortaan een Globaal Gewestelijk Veiligheidsplan (GGV) opmaken in samenspraak met de Brusselse regering. Op die manier krijgt ook het Brussels parlement zijn zeg in het Brussels veiligheidsbeleid. Dit blijkt volkomen nieuw. Tot nog toe konden de gemeenten en de politiezones blijkbaar elk hun eigen weg gaan. Die bleken niet altijd in dezelfde richting gaan.

In dit kader een aantal vragen:

1) Beschikt de minister over cijfergegevens met betrekking tot het aantal gepleegde criminele feiten in en rond de spoorweg- en metrostations in Brussel voor 2010 en de eerste helft van 2011, opgesplitst per station en per categorie?

2) Bestaat er op heden nog steeds geen beeld van de criminaliteit in en rond de spoorweg- en metrostations in Brussel? Acht zij het eventueel noodzakelijk om de opdracht te geven een dergelijk beeld samen te stellen teneinde een gefundeerd beleid te kunnen ontwikkelen? Kan zij haar antwoord motiveren?

3) Kan zij de stand van zaken meedelen inzake de realisatie van het centraal commissariaat in de nabijheid van het Zuidstation? Tegen welke datum denkt de minister dat dit project zal kunnen worden gerealiseerd?

4) Kan zij de concrete impact van het Brussel-akkoord toelichten voor de veiligheid in Brussel, en in het bijzonder voor de veiligheid in en rond de spoorweg- en metrostations?