SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
11 aôut 2011 11 augustus 2011
________________
Question écrite n° 5-2947 Schriftelijke vraag nr. 5-2947

de Alexander De Croo (Open Vld)

van Alexander De Croo (Open Vld)

au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen
________________
Paradis fiscaux - Paiements - Obligation de déclaration - Conditions d'application - Circulaire Belastingparadijzen - Betalingen - Aangifteplicht - Toepassingsvoorwaarden - Rondzendbrief 
________________
évasion fiscale
déclaration d'impôt
paiement international
mouvement de capitaux
belastingvlucht
belastingaangifte
internationale betaling
kapitaalbeweging
________ ________
11/8/2011Verzending vraag
8/9/2011Antwoord
11/8/2011Verzending vraag
8/9/2011Antwoord
________ ________
Question n° 5-2947 du 11 aôut 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-2947 d.d. 11 augustus 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

L'arrêté royal du 6 mai 2010 a établi la liste définitive des paradis fiscaux tombant sous le coup de la nouvelle réglementation obligeant les sociétés belges à faire une déclaration particulière des paiements dans les paradis fiscaux. La nouvelle obligation de déclaration entre en vigueur pour l'exercice d'imposition 2010 et vise les paiements exécutés depuis le 1er janvier 2010. La doctrine et certains spécialistes évoquent cependant une série d'imprécisions qui peuvent donner lieu à des contestations. Pour le justiciable et contribuable, il importe que les conditions d'application des dispositions légales relatives aux paiements dans les paradis fiscaux soient transparentes.

Voici mes questions au ministre :

1) Peut il, en ce qui concerne les paiements vers les paradis fiscaux, définir précisément la notion de " paiement " mentionnée dans la loi-programme du 23 décembre 2009 et préciser si elle ne couvre que des dépenses ? Peut il fournir des précisions ?

2) Peut il, en ce qui concerne les paiements vers les paradis fiscaux, préciser si les dispositions de la loi-programme du 23 décembre 2009 ne visent que les paiements aux personnes morales ou si les paiements aux personnes physiques sont également concernés ?

3) Comment faut il appliquer ces dispositions pour les paiements vers les entités fiscalement transparentes ?

4) Le ministre peut il détailler la disposition suivante: " paiements effectués directement ou indirectement " ? De quoi peut il s'agir ?

5) Dans le cadre des paiements vers les paradis fiscaux, la loi-programme du 23 décembre 2009 fait mention de " constructions artificielles ". Peut il préciser l'interprétation de ce concept ?

6) Il avait déjà indiqué qu'une circulaire lèverait les ambiguïtés liées à l'application de cette loi. Cette circulaire est elle déjà prête ? Si oui, quand sera t elle publiée ? Si non, pourquoi pas et dans quel délai pouvons nous l'espérer ?

 

Bij KB van 6 mei 2010 werd de definitieve lijst vastgesteld van belastingparadijzen die onder de toepassing vallen van de nieuwe regeling waarbij Belgische vennootschappen betalingen aan belastingparadijzen in een bijzondere aangifte moeten melden. De nieuwe wettelijke aangifteplicht geldt met ingang van het aanslagjaar 2010 voor de betalingen die werden uitgevoerd vanaf 1 januari 2010. De rechtsleer en diverse specialisten maken echter gewag van een hele rits onduidelijkheden die aanleiding kunnen geven tot een betwisting. Het is belangrijk voor de rechtsonderhorige en de belastingplichtige dat klare wijn wordt geschonken wat betreft de toepassingsvoorwaarden van de wettelijke regeling inzake betalingen aan belastingparadijzen.

Ik had dan ook volgende vragen voor de geachte minister:

1) Kan hij wat betreft de programmawet van 23 december 2009 betreffende de betalingen aan belastingparadijzen exact het begrip "betalingen" omschrijven en is het beperkt tot uitgaven? Kan hij dit toelichten?

2) Kan hij aangeven wat betreft de programmawet van 23 december 2009 betreffende de betalingen aan belastingparadijzen of deze bepalingen enkel betalingen aan rechtspersonen viseert of vallen ook betalingen aan natuurlijke personen hieronder?

3) Hoe moeten deze bepalingen worden toegepast bij betalingen aan fiscaal transparante entiteiten?

4) Kan hij uitvoerig de bepaling toelichten "betalingen die rechtreeks of onrechtstreeks worden gedaan"? Wat valt hier zoal onder?

5) De wet van 23 december 2009 betreffende de betalingen aan belastingparadijzen maakt gewag van de notie "artificiële constructie". Kan hij aangeven hoe dit moet worden geïnterpreteerd?

6) Eerder gaf hij aan dat hij een duidelijk antwoord ging formuleren op de bestaande onduidelijkheden betreffende de toepassing van deze wet in een rondzendbrief. Kan hij aangeven of deze rondzendbrief klaar is en zo ja, wanneer wordt hij gepubliceerd? Zo neen, waarom niet en tegen wanneer kunnen we deze verwachten?

 
Réponse reçue le 8 septembre 2011 : Antwoord ontvangen op 8 september 2011 :

En réponse à sa question 6, je peux porter à la connaissance de l’honorable membre que les dispositions de la loi-programme du 23 décembre 2009 sont commentées de manière détaillée dans la circulaire du 30 novembre 2010, de références AAF/13-2010 – Ci.RH.421/607.890 (AGFisc. 64/2010) et dans l’addendum du 28 juillet 20011, de mêmes références, à cette circulaire.

Il voudra bien trouver ci-après les références aux différents points de la circulaire susmentionnée qui concernent la réponse à ses questions 1 à 5 :

  1. La notion de « paiements » figurant à l’article 198, alinéa 1er, 10°, du Code des impôts sur les revenus 1992, tel que complété par la loi-programme du 23 décembre 2010, est définie au point 3.2.1. de la circulaire.

  2. La notion de « personne »visée à l’article 198, alinéa 1er, 10°, CIR 92 est définie au point 3.2.2. de la circulaire.

  3. Concernant les « entités transparentes », le point 3.3. de la circulaire précise que pour l’application de la disposition, les personnes visées par la loi sont sans distinction les personnes morales, y compris les entités transparentes, et les personnes physiques.

  4. La notion de « paiements directs ou indirects » visée à la question 4 est également définie au point 3.3. de la circulaire.

  5. Les termes « constructions artificielles » visés à la question 5 sont précisés au point 4.2.2. de la circulaire.

In antwoord op zijn vraag 6 kan ik het geachte lid melden dat de bepalingen uit de programmawet van 23 december 2009 uitvoerig zijn besproken in de circulaire van 30 november 2010, referenties AFZ/13-2010 – Ci.RH.421/607.890 (AAFisc. 64/2010) en het addendum op die circulaire van 28 juli 2011, zelfde referenties.

Het geachte lid vindt hierna voor de vragen 1 tot 5 de verwijzing naar de desbetreffende punten van de circulaire:

  1. Het begrip "betalingen" vermeld in het artikel 198, eerste lid, 10°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals aangevuld door de programmawet van 23 december 2010, wordt gedefinieerd in punt 3.2.1. van de circulaire.

  2. Het begrip "persoon" bedoeld in het artikel 198, eerste lid, 10°, WIB 92, wordt gedefinieerd in punt 3.2.2. van de circulaire.

  3. Met betrekking tot de "transparante entiteiten" verduidelijkt punt 3.3. van de circulaire dat voor de toepassing van de bepaling de door de wet bedoelde personen zonder onderscheid de rechtspersonen, de transparante entiteiten hierbij inbegrepen, en de natuurlijke personen zijn.

  4. Het begrip "rechtstreekse of onrechtstreekse betalingen" bedoeld in vraag 4 wordt eveneens gedefinieerd in punt 3.3. van de circulaire.

  5. De termen "artificiële constructies" bedoeld in vraag 5 worden verduidelijkt in punt 4.2.2. van de circulaire.