SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
25 octobre 2010 25 oktober 2010
________________
Question écrite n° 5-265 Schriftelijke vraag nr. 5-265

de Jan Durnez (CD&V)

van Jan Durnez (CD&V)

à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de l'Intégration sociale

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie
________________
Incapacité de travail de longue durée - Prime de 75 euros - Liaison au bien-être - Mesures supplémentaires Langdurige arbeidsongeschiktheid - Premie van 75 euro - Welvaartsvastheid - Bijkomende maatregelen 
________________
incapacité de travail
assurance d'invalidité
allocation complémentaire
arbeidsongeschiktheid
invaliditeitsverzekering
aanvullende uitkering
________ ________
25/10/2010Verzending vraag
10/3/2011Antwoord
25/10/2010Verzending vraag
10/3/2011Antwoord
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-266 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-266
________ ________
Question n° 5-265 du 25 octobre 2010 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-265 d.d. 25 oktober 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Conformément à la loi-programme du 23 décembre 2009, les travailleurs en incapacité de travail depuis plus de cinq ans reçoivent, cette année, une prime de 75 euros. Malgré cette prime, bon nombre de personnes en incapacité de travail de longue durée sont toujours confrontées à des difficultés financières.

D'où ces questions:

1) La ministre envisage-t-elle des initiatives supplémentaires en ce qui concerne les personnes en incapacité de travail de longue durée, afin que celles-ci aient moins de difficultés financières ?

2) Compte-t-elle octroyer la prime de 75 euros de façon permanente et la lier au bien-être ou éventuellement la majorer ?

 

In uitvoering van de programmawet van 23 december 2009 krijgen sinds dit jaar werknemers die langer dan vijf jaar arbeidsongeschikt zijn een premie van 75 euro uitbetaald. Ondanks de premie van 75 euro blijft het voor heel wat mensen die langdurig arbeidsongeschikt zijn nog steeds moeilijk om rond te komen.

Daarom volgende vragen:

1) Plant de geachte minister nog bijkomende initiatieven voor langdurig arbeidsongeschikten opdat zij minder financiële moeilijkheden zouden kennen?

2) Plant zij de premie van 75 euro blijvend toe te kennen en welvaartsvast te maken of eventueel te verhogen?

 
Réponse reçue le 10 mars 2011 : Antwoord ontvangen op 10 maart 2011 :

En réponse à votre question, je peux vous communiquer ce qui suit.

A . Initiatives pour les incapacités de longue durée

En exécution de la loi sur le pacte des générations, le gouvernement prend tous les deux ans une décision concernant l’enveloppe budgétaire pour l’adaptation générale au bien-être de toutes ou de certaines indemnités de sécurité sociale. Pour 2008, cette enveloppe correspondait à la somme des dépenses suivantes estimées dans toutes les branches de la sécurité sociale des travailleurs salariés :

  • Une adaptation annuelle au bien-être de 0,5 % de toutes les indemnités de remplacement de revenus à l’exception des indemnités forfaitaires ;

  • Une adaptation annuelle au bien-être de 1 % de toutes les indemnités sociales forfaitaires ;

  • Une augmentation annuelle de 1,25 % de tous les plafonds salariaux pour le calcul des indemnités de remplacement de revenus ;

  • Une augmentation annuelle de 1,25 % du « droit minimum par carrière ».

Depuis 2009, l’enveloppe estimée sur base du calcul repris ci-dessus est fixée et octroyée tous les deux ans.

Par l’octroi de l’enveloppe disponible pour les adaptations au bien-être, une attention particulière a été réservée ces dernières années à la revalorisation des indemnités minimales et aux indemnités pour les incapacités de travail de longue durée. Les différentes augmentations des indemnités minimales valent pour tous les titulaires en incapacité de travail, quelle que soit la durée de leur incapacité de travail.

Hors minima, les mesures complémentaires suivantes ont été prises pour les titulaires en incapacité de travail de longue durée :

1° Au 1er septembre 2007, les indemnités d’invalidité ont été relevées de 2 % pour les invalides dont l’incapacité a débuté avant le 1er septembre 1987. Il s’agit d’invalides dont la durée d’incapacité atteint plus de vingt ans.

2° Au 1er septembre 2007, les indemnités d’invalidité ont été relevées de 2 % pour les invalides dont l’incapacité a débuté à partir du 1er septembre 1999 jusqu’au 31 août 2001 inclus.

3° Au 1er septembre 2008, les indemnités d’invalidité ont été relevées de 2 % pour les invalides dont l’incapacité a débuté à partir du 1er septembre 2001 jusqu’au 31 août 2002. Cette augmentation des indemnités pour les invalides dont l’incapacité atteint déjà six ans est en outre récurrente. Elle a dès lors également été appliquée au 1er septembre 2009 et au 1er septembre 2010 pour les invalides qui atteignaient, à ce moment là, six ans d’incapacité de travail.

4° Au 1er septembre 2008, les indemnités d’invalidité ont été relevées de 2 % pour les invalides dont l’incapacité a débuté à partir du 1er septembre 1987 jusqu’au 31 août 1993 inclus. Il s’agit d’invalides dont la durée de l’incapacité de travail est comprise entre quinze et vingt ans.

5° Au 1er septembre 2009, les indemnités d’invalidité ont été relevées de 2 % pour les invalides dont l’incapacité a débuté à partir du 1er janvier 1993 jusqu’au 31 décembre 2002 inclus. Il s’agit d’invalides dont la durée de l’incapacité de travail est comprise entre six et quinze ans.

6° Au 1er septembre 2009, les indemnités d’invalidité ont été relevées de 0,8 % pour les invalides dont l’incapacité a débuté avant 2008.

7° Au 1er mai 2010, une prime de rattrapage de septante-cinq euros a été octroyée aux invalides dont la durée de l’incapacité a atteint au moins cinq ans au 31 décembre de l’année qui précède.

Dans le cadre des négociations sur l’Accord interprofessionnel 2011-2012, les partenaires sociaux ont formulé une proposition sur la répartition de l’enveloppe disponible pour la liaison au bien-être des allocations. Au final, sur base de cet avis, c’est le gouvernement qui prendra une décision concernant les mesures qu’il considérera comme prioritaires dans l’assurance indemnités pour les deux prochaines années.

B. Prime de rattrapage de septante-cinq euros

La prime de rattrapage de septante-cinq euros n’est pas une prime unique. Elle est indexée et sera versée chaque année au mois de mai aux invalides dont la durée de l’incapacité de travail a atteint cinq ans au 31 décembre de l’année précédente.

Le gouvernement proposera de majorer cette prime lors de l’affectation de la prochaine enveloppe bien-être.

In antwoord op uw vraag kan ik u het volgende meedelen.

A. Initiatieven voor langdurig arbeidsongeschikten

In uitvoering van de wet op het generatiepact neemt de regering om de twee jaar een beslissing over een budgettaire enveloppe voor de algemene welvaartsaanpassing van alle of sommige uitkeringen van de sociale zekerheid. Voor 2008 stemde deze enveloppe overeen met de som van volgende geraamde uitgaven in alle takken van de sociale zekerheid der werknemers:

  • Een jaarlijkse welvaartsaanpassing met 0,5 % van alle inkomensvervangende uitkeringen in de sociale zekerheid, met uitzondering van de forfaitaire uitkeringen;

  • Een jaarlijkse welvaartsaanpassing van 1 % van alle forfaitaire sociale uitkeringen;

  • Een jaarlijkse verhoging van 1,25 % van de loongrenzen voor de berekening van de inkomensvervangende uitkeringen;

  • Een jaarlijkse verhoging van 1,25 % van het “minimumrecht per loopbaan”.

Vanaf 2009, wordt de enveloppe op basis van bovenvermelde berekening, om de twee jaar bepaald en toegekend.

Bij de toekenning van de beschikbare enveloppe voor welvaartsaanpassingen werd in de voorbije jaren bijzondere aandacht besteed aan de herwaardering van de minimumuitkeringen en de uitkeringen voor langdurig arbeidsongeschikten. De diverse doorgevoerde verhogingen van de minimumuitkeringen gelden voor alle arbeidsongeschikte gerechtigden, ongeacht de duur van hun arbeidsongeschiktheid.

Exclusief minima, werden voor langdurig arbeidsongeschikte gerechtigden volgende bijkomende maatregelen genomen:

1° Op 1 september 2007 werden de invaliditeitsuitkeringen verhoogd met 2 % voor die invaliden met een beginjaar ziekte voor 1 september 1987. Het betreft invaliden waarvan de duur van de arbeidsongeschiktheid meer dan twintig jaar bedraagt.

2° Op 1 september 2007 werden de invaliditeitsuitkeringen verhoogd met 2 % voor die invaliden met een beginjaar ziekte vanaf 1 september 1999 tot en met 31 augustus 2001.

3° Op 1 september 2008 werden de invaliditeitsuitkeringen verhoogd met 2 % voor die invaliden met een beginjaar ziekte vanaf 1 september 2001 tot en met 31 augustus 2002. Deze verhoging van de invaliditeitsuitkeringen voor de invaliden die reeds zes jaar arbeidsongeschikt zijn, is bovendien recurrent. Zij werd bijgevolg eveneens toegepast op 1 september 2009 en 1 september 2010 voor die invaliden die op dat ogenblik zes jaar arbeidongeschikt waren.

4° Op 1 september 2008 werden de invaliditeitsuitkeringen verhoogd met 2 % voor de invaliden met een beginjaar ziekte vanaf 1 september 1987 tot en met 31 augustus 1993. Het betreft invaliden waarvan de duur van de arbeidsongeschiktheid zich tussen de vijftien en twintig jaar bevond.

5° Op 1 september 2009 werden de invaliditeitsuitkeringen verhoogd met 2 % voor die invaliden met een beginjaar ziekte vanaf 1 januari 1993 tot en met 31 december 2002. Het betreft invaliden waarvan de duur van de arbeidsongeschiktheid zich tussen de zes en vijftien jaar bevond.

6° Op 1 september 2009 werden de invaliditeitsuitkeringen verhoogd met 0,8 % voor die invaliden met een beginjaar ziekte voor 2008.

7° Op 1 mei 2010 werd een inhaalpremie van vijfenzeventig euro toegekend aan die invaliden waarvan de duur van de ongeschiktheid minstens vijf jaar heeft bereikt op 31 december van het voorgaande jaar.

De sociale partners hebben in het kader van de onderhandelingen over het Interprofessioneel akkoord 2011-2012 een voorstel geformuleerd over de verdeling van de beschikbare enveloppe voor de welvaartsvastheid van de uitkeringen. Uiteindelijk is het de regering die op grond van dit voorstel, een beslissing zal nemen over de maatregelen die in de uitkeringsverzekering voor de komende twee jaar als prioritair worden weerhouden.

A. Inhaalpremie van vijfenzeventig euro

De inhaalpremie van vijfenzeventig euro is geen eenmalige premie. De premie wordt geïndexeerd en zal elk jaar in de maand mei worden uitbetaald aan die invaliden waarvan de duur van de arbeidsongeschiktheid minstens vijf jaar heeft bereikt op 31 december van het voorgaande jaar.

De regering zal voorstellen om deze premie bij de bestemming van de volgende voor welzijn bestemde enveloppe te verhogen.