SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
22 juin 2011 22 juni 2011
________________
Question écrite n° 5-2596 Schriftelijke vraag nr. 5-2596

de Guido De Padt (Open Vld)

van Guido De Padt (Open Vld)

à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de l'Intégration sociale

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie
________________
Pommes de terre génétiquement modifiées - Essai en champ - Destruction - Liberté d'effectuer des recherches scientifiques Genetisch gemodificeerde aardappelen - Veldproeftest - Vernieling - Vrijheid van wetenschappelijk onderzoek 
________________
pomme de terre
plante transgénique
organisme génétiquement modifié
recherche universitaire
recherche agronomique
aardappel
transgene plant
genetisch gemodificeerd organisme
universitair onderzoek
landbouwkundig onderzoek
________ ________
22/6/2011Verzending vraag
4/11/2011Antwoord
22/6/2011Verzending vraag
4/11/2011Antwoord
________ ________
Question n° 5-2596 du 22 juin 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-2596 d.d. 22 juni 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Un essai en champ a lieu à Wetteren, avec une autorisation accordée par la ministre, sur des pommes de terre génétiquement modifiées résistantes au mildiou. Cette maladie constitue la menace la plus importante pour la culture belge de la pomme de terre et coûte chaque année à cette dernière 55 millions d'euros selon les évaluations. L'objectif de l'essai en champ est de créer une pomme de terre génétiquement modifiée résistante au mildiou. Actuellement, des fongicides sont pulvérisés quasi chaque semaine sur les cultures de pommes de terre afin de combattre cette infection. Les nouvelles variétés de pommes de terre génétiquement modifiées permettront peut-être de réduire drastiquement voire de supprimer totalement le traitement au moyen de fongicides. Ceci aura des avantages indéniables pour l'environnement, l'agriculteur et le consommateur. En d'autres termes, on entend, grâce au test, vérifier scientifiquement quelles combinaisons de facteurs de résistance sont efficaces dans les conditions belges et contribuent ainsi au développement, pour l'agriculteur belge, de pommes de terre durablement résistantes.

L'essai en champ est effectué par une université, une haute école et des établissements de recherche: l'université de Gand, la haute école de Gand, l'Institut de recherche pour l'agriculture et la pêche (ILVO) et l'Institut flamand pour la biotechnologie (VIB). Cet essai a été autorisé par les ministres compétents après un avis favorable du Conseil consultatif de biosécurité (CCB).

Le dimanche 29 mai 2011, un mouvement baptisé Field Liberation Movement a organisé à Wetteren une action annoncée afin de détruire le champ sur lequel sont cultivées les pommes de terre génétiquement modifiées. Il y est parvenu malgré les fortes mesures de sécurité qu'avaient prises les organisateurs de l'essai enr champ – l'université de Gand, l'ILVO, le VIB et la haute école de Gand. Ces mesures étaient fort inhabituelles pour une étude scientifique publique et ont engendré des coûts très élevés que les établissement de recherche concernés n'arrivent presque pas à prendre en charge.

Les manifestants présents ont réussi à envahir le champ, à déterrer les pommes de terre faisant l'objet du test et les pommes de terre biologiques et à jeter du sel d'épandage sur le champ. L'essai en champ avec des pommes de terre génétiquement manipulées a ainsi été totalement perdu.

J'aurais souhaité obtenir une réponse aux questions suivantes relatives à cet événement.

1) Que pense la ministre de l'appel à détruire l'essai en champ et de la destruction elle-même? La désapprouve-t-elle? Si oui, de quelle manière appuiera-t-elle son point de vue?

2) La Belgique occupe une position très forte dans la recherche fondamentale dans le domaine de l'agro-biotechnologie. Il est de la plus haute importance que les établissements de recherche concernés puissent valoriser cette recherche fondamentale. Pouvoir effectuer des essais légitimes en champ constitue à cet effet une première étape très importante. De quelle manière la ministre garantira-t-elle qu'une telle recherche puisse encore avoir lieu à l'avenir en Belgique?

 

In Wetteren wordt op basis van een door de geachte minister verleende vergunning een veldproef uitgevoerd met genetisch gewijzigde aardappelen die bestand zijn tegen de aardappelplaag. Deze ziekte vormt de grootste bedreiging van de Belgische aardappelteelt en kost de Belgische aardappelteler naar schatting jaarlijks 55 miljoen euro. De bedoeling van de veldproeftest is een genetisch gemodificeerde aardappel te creëren die bestand is tegen de aardappelplaag. Momenteel wordt in de aardappelteelt bijna wekelijks met fungiciden gespoten om deze infectie tegen te gaan. Wellicht zal met deze nieuwe genetisch gemodificeerde aardappelvariëteiten de fungicidenbehandeling drastisch kunnen teruggeschroefd of helemaal vermeden worden. Dit zal onmiskenbaar voordelen voor het milieu, de boer en de consument met zich meebrengen. De proef wil met andere woorden op een wetenschappelijk verantwoorde manier nagaan welke combinaties van resistentiefactoren onder Belgische condities goed werken, om zo bij te dragen tot de ontwikkeling van duurzaam resistente aardappelen voor de Belgische landbouwer.

De veldproef wordt uitgevoerd door een universiteit, een hogeschool en publieke onderzoeksinstellingen (Universiteit Gent, Hogeschool Gent, Instituut voor lanbouw- en visserijonderzoek en Vlaams Instituut voor biotechnologie) en is vergund door de bevoegde ministers na positief advies van de Bioveiligheidsraad.

Op zondag 29 mei 2011 organiseerde een beweging, die zich " Field Liberation Movement " noemt, op het aardappelveld met genetisch gewijzigde aardappelen (ggo-aardappelen) in Wetteren een aangekondigde actie om de veldproef te vernietigen. Dat is hen ook gelukt, ondanks de zware beveiligingsmaatregelen die de organisatoren van de veldproef (Universiteit Gent, het Instituut voor landbouw- en visserijonderzoek, het Vlaams Instituut voor biotechnologie en de Hogeschool Gent) getroffen hadden. Beveiligingsmaatregelen die voor publiek wetenschappelijk onderzoek zeer ongebruikelijk zijn en die tot zeer zware kosten hebben geleid. Deze zijn voor de betrokken onderzoeksinstellingen bijna niet te dragen.

De aanwezige actievoerders slaagden er in het veld te bestormen, de proefaardappelen uit te trekken en biologische aardappelen en strooizout op het veld te gooien. De veldproef met genetisch gemanipuleerde aardappelen ging daardoor totaal verloren.

In het kader van deze gebeurtenis had ik graag van een antwoord gekregen op volgende vragen:

1) Hoe staat de geachte minister tegenover de oproep tot het vernielen van de veldproef, en tegenover een vernieling zelf? Keurt zij dit af, en zo ja, op welke manier gaat zij haar standpunt in deze kracht bijzetten?

2) België heeft een zeer sterke positie in het agrobiotechnologisch basisonderzoek. Het is van het allergrootste belang dat de betrokken onderzoeksinstellingen dit basisonderzoek kunnen valoriseren. Het kunnen uitvoeren van rechtmatige veldproeven is hiervoor een eerste zeer belangrijke stap. Op welke manier gaat zij waarborgen dat dergelijk onderzoek ook in de toekomst nog in België kan plaatshebben?

 
Réponse reçue le 4 novembre 2011 : Antwoord ontvangen op 4 november 2011 :

Le ministre de l’Environnement, Monsieur Paul Magnette, et moi-même avons autorisé cet essai avec des pommes de terre génétiquement modifiées, après un processus d’évaluation des risques de plusieurs mois, parce que nous sommes convaincus que les risques pour l’environnement et la santé humaine sont négligeables.

Je n’approuve donc certainement pas la destruction de cet essai. 

Mon administration a pris des mesures nécessaires pour éviter la destruction de cet essai. Premièrement, la procédure d’évaluation et d’autorisation de cet essai s’est déroulée de façon transparente via un site internet spécifique dédié aux organismes génétiquement modifiés (OGM). De plus, une consultation du public a été organisée durant un mois sur cette demande d’essai en champ afin de rassembler les remarques et questions du public et des organisations. Un rapport de cette consultation comprenant des réponses aux questions reçues a également été publié. Mon administration a enfin pris contact avec la commune de Wetteren afin de protéger l’essai en champ.  

Je suis actuellement en train de réfléchir avec mon collègue le ministre Magnette sur les mesures complémentaires qui pourraient être prises afin d’éviter ce genre de destruction à l’avenir. Si la motivation des destructeurs est le manque de débat, nous pouvons dès lors réflechir à l’organisation d’un débat public pendant la période d’évaluation de ce type de demandes d’essais en champ. Mais je pense qu’un débat plus large sur les OGM et leurs impacts socio-économiques sera nécessaire et plus bénéfique. Cette discussion viendra certainement sur la table lors de la révision de l’accord de coopération en matière de biosécurité, prévue dès que le gouvernement fédéral sera formé.

De minister van Leefmilieu, de heer Paul Magnette, en ikzelf hebben, na een beoordelingsproces van meerdere maanden, deze veldproef met genetisch gewijzigde aardappelen toegestaan omdat wij menen dat de risico’s voor het leefmilieu en de volksgezondheid te verwaarlozen zijn.

Ik keur de vernieling van deze toegestane veldproef dus zeker niet goed.

Mijn administratie heeft de nodige maatregelen genomen om deze vernieling te vermijden. Ten eerste is de procedure over de beoordeling van en de toestemming voor deze veldproef volledig transparant gebeurd, via een specifieke website rond genetisch gewijzigde organismen (GGO’s). Verder werd het publiek gedurende één maand over deze veldproefaanvraag geraadpleegd om de opmerkingen en vragen van het publiek en alle organisaties te verzamelen. Er verscheen eveneens een rapport van deze consultatie met de antwoorden op de verzamelde vragen. Mijn administratie heeft ook contact opgenomen met de burgemeester van Wetteren om de veldproef te beschermen.

Ik ben nu verder met mijn collega minister Magnette aan het nadenken over welke verdere maatregelen er kunnen worden genomen om zulke vernieling in de toekomst te vermijden. Indien de drijvende kracht van de vernielers het gebrek aan debat is, dan kunnen wij eraan denken om tijdens het beoordelingsproces van zulke veldproevenaanvragen een open debat te organiseren. Maar ik denk dat een breder debat rond GGO’s en hun socio-economische effecten nodig en nuttiger zal zijn. Deze discussie zal zeker ter sprake komen tijdens de herziening van het samenwerkingsakkoord rond bioveiligheid, wat op stapel staat zodra de federale regering zal zijn gevormd.