SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
8 juin 2011 8 juni 2011
________________
Question écrite n° 5-2490 Schriftelijke vraag nr. 5-2490

de Guido De Padt (Open Vld)

van Guido De Padt (Open Vld)

à la ministre de l'Intérieur

aan de minister van Binnenlandse Zaken
________________
Affaires judiciaires - Interrogatoires - Emploi des langues - Coûts de services d'interprète et de traduction Rechtszaken - Ondervragingen - Taalgebruik - Kosten voor tolken en vertalingen 
________________
emploi des langues
interprétation
traduction
procédure judiciaire
enquête judiciaire
taalgebruik
tolken
vertaling
rechtsvordering
gerechtelijk onderzoek
________ ________
8/6/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
8/6/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
________ ________
Aussi posée à : question écrite 5-2489
Réintroduite comme : question écrite 5-3979
Aussi posée à : question écrite 5-2489
Réintroduite comme : question écrite 5-3979
________ ________
Question n° 5-2490 du 8 juin 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-2490 d.d. 8 juni 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Selon la loi du 15 juin 1935 concernant l'emploi des langues en matière judiciaire, les parties comparaissant en personne font usage de la langue de leur choix pour tous leurs dires et déclarations, ainsi que dans l'interrogatoire sur faits et articles et la prestation du serment litis décisoire ou supplétoire. Si le juge ne comprend pas la langue employée par les parties ou par l'une d'elles, il fait appel au concours d'un interprète juré. Une partie qui comparaît en personne et qui ne comprend pas la langue de la procédure est assistée par un interprète juré qui traduit l'ensemble des déclarations verbales. Les frais de traduction sont à charge du Trésor.

La même loi stipule que dans tous les interrogatoires de l'information et de l'instruction ainsi que devant les juridictions d'instruction et les juridictions de jugement, les parties qui comparaissent en personne font usage de la langue de leur choix pour toutes leurs déclarations verbales. Si les agents chargés de l'information, le parquet, le magistrat instructeur, ou les susdites juridictions ne connaissent pas la langue dont il est fait usage par les parties, ils font appel au concours d'un interprète juré. Les parties qui ne comprennent pas la langue de la procédure sont assistées par un interprète juré qui traduit l'ensemble des déclarations verbales. Les frais de traduction sont à charge du Trésor.

Les témoins sont entendus et leurs dépositions sont reçues et consignées dans la langue de la procédure, à moins qu'ils ne demandent à faire usage d'une autre langue. Si les magistrats, les agents chargés de l'audition des témoins ou une partie ne connaissent pas cette langue, ils font appel à un interprète juré, qui traduit l'ensemble des déclarations verbales. Les frais de traduction sont à charge du Trésor.

Il est évident que dans les affaires judiciaires susmentionnées, de nombreux documents doivent être traduits. Là aussi, il faudra faire appel à des traducteurs. Une réglementation européenne récente renforce encore ces droits.

Dans ce cadre, je souhaiterais obtenir une réponse aux questions suivantes :

1) Le ministre peut il indiquer, pour son domaine de compétences, combien de fois on a dû faire appel à des interprètes en 2008, 2009, 2010 et durant le premier semestre 2011 et combien de fois le Trésor a dû supporter les coûts ?

2) Peut-il indiquer, pour son domaine de compétences, la langue que les intéressés ont utilisée au cours de cette période ?

3) Dispose-t-il, pour ce qui concerne son domaine de compétences, d'information relative au recours à des traducteurs au cours de la période mentionnée dans la question 1 et pour quelle langue, en ce compris la traduction de documents à charge du Trésor ?

4) Le ministre juge-t-il opportun d'engager des interprètes et des traducteurs ? Peut-il motiver sa réponse ?

 

Volgens de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken gebruiken de persoonlijk ter zitting verschijnende partijen, voor al hun gezegden en verklaringen, de taal die zij verkiezen. Hetzelfde geldt voor het verhoor over feiten en vraagpunten en voor de gedingbeslissende en de aanvullende eed. Wanneer de rechter de door de partijen gebruikte taal niet verstaat, doet hij een beroep op de medewerking van een beëdigd tolk. Een partij die in persoon verschijnt en die de taal van de rechtspleging niet begrijpt, wordt bijgestaan door een beëdigd tolk die het geheel van de mondelinge verklaringen vertaalt. De kosten van vertaling zijn ten laste van de Schatkist.

Dezelfde wet bepaalt ook dat de partijen die persoonlijk verschijnen de taal van hun keuze gebruiken voor al hun mondelinge verklaringen in al de ondervragingen van het opsporingsonderzoek en van het gerechtelijk onderzoek, alsmede voor de onderzoeks- en vonnisgerechten. Wanneer de agenten die met het opsporingsonderzoek belast zijn, het parket, de onderzoeksrechter of de bovenvermelde rechtsmachten de door de partijen gebruikte taal niet kennen, doen zij een beroep op de medewerking van een beëdigd tolk. De partijen die de taal van de procedure niet verstaan worden bijgestaan door een beëdigd tolk die alle mondelinge verklaringen vertaalt. De kosten van vertaling zijn ten laste van de Schatkist.

De getuigen worden gehoord en hun getuigenissen worden afgelegd en opgetekend in de taal van de rechtspleging, tenzij de getuigen vragen om een andere taal te mogen gebruiken. Wanneer de magistraten, de agenten die met het verhoor van de getuigen belast zijn of een van de partijen die taal niet kennen, doen zij een beroep op een beëdigd tolk, die alle mondelinge verklaringen vertaalt. De kosten van vertaling zijn ten laste van de Schatkist.

Het ligt voor de hand dat daarnaast ook heel wat documenten dienen te worden vertaald in bovenvermelde gerechtszaken. Ook daarvoor dient beroep te worden gedaan op vertalers. Recente Europese regelgeving heeft deze rechten nog versterkt.

In dit kader, kreeg ik graag een antwoord op volgende vragen:

1) Kan u, binnen uw bevoegdheidsdomein, meedelen hoe vaak in de periode 2008, 2009, 2010 en de eerste helft van 2011 beroep diende te worden gedaan op tolken en welke kosten dat met zich meebracht voor de Schatkist?

2) Kan u, eveneens binnen uw bevoegdheidsdomein, aangeven welke taal de betrokkenen precies gebruikten in die periode?

3) Beschikt u, binnen uw bevoegdheden, over informatie betreffende het gebruik van vertalers in dezelfde periode als in vraag 1 en voor welke taal, met inbegrip van de daar tegenoverstaande kosten voor de schatkist voor de vertaling van documenten?

4) Acht u het opportuun zelf tolken en vertalers in dienst te nemen? Kan u uw antwoord motiveren?