SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
21 octobre 2010 21 oktober 2010
________________
Question écrite n° 5-246 Schriftelijke vraag nr. 5-246

de Guido De Padt (Open Vld)

van Guido De Padt (Open Vld)

au secrétaire d'État à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjoint à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de l'Intégration sociale

aan de staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie
________________
Etudiants - Revenu d'intégration - Chiffres Studenten - Leefloon - Aantallen 
________________
étudiant
CPAS
revenu minimal d'existence
statistique officielle
répartition géographique
student
OCMW
minimumbestaansinkomen
officiële statistiek
geografische spreiding
________ ________
21/10/2010Verzending vraag
24/6/2011Antwoord
21/10/2010Verzending vraag
24/6/2011Antwoord
________ ________
Question n° 5-246 du 21 octobre 2010 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-246 d.d. 21 oktober 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Les parents défavorisés ne peuvent pas toujours supporter les coûts des études de leurs enfants, en raison notamment de la crise économique. Ce ne sont cependant pas seulement les familles défavorisées mais aussi et de plus en plus les enfants issus de familles séparées ou n'ayant plus de contacts avec leurs parents qui s'adressent à un centre public d'action sociale (CPAS) pour demander à bénéficier du revenu d'intégration pendant la durée de leurs études. Conformément à la loi du 26 mai 2002 concernant le droit à l'intégration sociale, les étudiants sont considérés comme un groupe spécifique.

Cette loi part en effet du principe que chacun doit pouvoir travailler, à moins que des raisons de santé ou d'équité l'en empêchent. Un CPAS peut, dans ce cadre, accepter également que l'intéressé(e) fasse des études de plein exercice pour accroître ses chances sur le marché de l'emploi. Un CPAS dispose à cet égard d'une grande liberté de décision. Il peut juger au cas par cas si un(e) étudiant(e) peut ou non prétendre au revenu d'intégration. L'intéressé(e) et le CPAS conviennent ensuite d'un projet individualisé d'intégration sociale que l'intéressé(e) doit respecter scrupuleusement. Le CPAS reste compétent jusqu'à la fin des études ininterrompues même si l'étudiant(e) change de domicile légal durant cette période.

Je souhaiterais obtenir une réponse aux questions suivantes.

1) Combien d'étudiants bénéficient-ils d'un revenu d'intégration ? Je souhaiterais une ventilation par sexe, par région et par catégorie (cohabitants, isolés ou cohabitants avec personnes à charge) pour les années 2008, 2009 et le premier semestre de 2010.

2) Combien de ces étudiants ont-ils établi leur résidence dans une autre commune après avoir obtenu le statut d'étudiant (le CPAS de la commune dont l'étudiant(e) est originaire restant compétent pour l'octroi de l'aide) ?

 

Kansarme ouders kunnen, mede door de economische crisis, niet altijd instaan voor de kosten van hun studerende kinderen. Het zijn echter niet alleen kansarme gezinnen, maar ook meer en meer kinderen uit gebroken gezinnen of kinderen die met hun ouders geen contact meer hebben die naar een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn (OCMW) stappen met de vraag een leefloon te genieten tijdens hun studies. Studenten worden als een specifieke groep benaderd, krachtens de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie.

Die wet gaat namelijk uit van het principe dat iedereen moet kunnen werken, tenzij dat om gezondheids- of billijkheidsredenen niet kan. Een OCMW kan in dat kader ook aanvaarden dat de betrokkene voltijds gaat studeren om op die manier zijn of haar kansen op de arbeidsmarkt te vergroten. Een OCMW heeft hierin een grote beslissingsvrijheid. Het kan geval per geval oordelen of een student(e) al dan niet aanspraak kan maken op een leefloon. Vervolgens wordt een geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie afgesproken, dat door de betrokkene strikt moet worden nageleefd. Het OCMW blijft bevoegd tot het einde van de ononderbroken studies, ook als de student(e) in deze periode een andere wettelijke woonplaats neemt.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Hoeveel studenten genieten een leefloon, met een opdeling per geslacht, gewest en categorie (samenwonend, alleenstaand of samenwonend met een gezin ten laste) in de jaren 2008, 2009 en de eerste helft van 2010?

2) Hoeveel van die studenten hebben een verblijfplaats genomen in een andere gemeente nadat ze het statuut van student hadden verworven (waarbij het OCMW van de gemeente waaruit de student(e) afkomstig is, bevoegd blijft voor de steunverstrekking) ?

 
Réponse reçue le 24 juin 2011 : Antwoord ontvangen op 24 juni 2011 :

En réponse à vos questions, je peux vous communiquer les informations suivantes.

1. Vous trouverez ci-joint le nombre moyen d’étudiants pour chaque mois, ventilé par sexe, région ou catégorie.

2. Mes services ne disposent que de statistiques basées sur les demandes d’intervention de l’État introduites par des CPAS. Aucune adresse de l’étudiant n’est généralement communiquée à cette occasion.


Moyenne du nombre de bénéficiaires mensuels


2008

2009

2010

Bruxelles

2252

2419

2762

Flandre

2035

2274

2689

Wallonie

4938

5192

5740

Sur base des chiffres du premier semestre


Moyenne du nombre de bénéficiaires mensuels


2008

2009

2010

femme

5450

5845

6564

homme

3774

4040

4627

Sur base des chiffres du premier semestre


Moyenne du nombre de bénéficiaires mensuels


2008

2009

2010

Personne isolée

3030

3178

3530

Personne cohabitant avec une ou plusieurs personnes

5777

6234

7131

Personne cohabitant avec famille à charge, et >=1 enfant mineur non marié

417

472

530

Sur base des chiffres du premier semestre

In antwoord op uw vragen, kan ik u het volgende meedelen.

1. In bijlage vindt u het gemiddeld aantal studenten per maand, opgesplitst naar geslacht, gewest of categorie.

2. Mijn diensten beschikken enkel over statistieken op basis van de door OCMW’s ingediende aanvragen tot Staatstussenkomst. Er wordt daarbij geen adres van de student meegedeeld.


Gemiddelde van het aantal begunstigden per maand


2008

2009

2010

Brussel

2252

2419

2762

Vlaanderen

2035

2274

2689

Wallonië

4938

5192

5740

Op basis van de cijfers van het eerste semester


Gemiddelde van het aantal begunstigden per maand


2008

2009

2010

vrouwelijk

5450

5845

6564

mannelijk

3774

4040

4627

Op basis van de cijfers van het eerste semester


Gemiddelde van het aantal begunstigden per maand


2008

2009

2010

Alleenstaande persoon

3030

3178

3530

Elke persoon die met één of meerdere personen samenwoont

5777

6234

7131

Persoon woont met gezin ten laste en >=1 minderjarig ongehuwd kind

417

472

530

Op basis van de cijfers van het eerste semester