SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
30 mars 2011 30 maart 2011
________________
Question écrite n° 5-1935 Schriftelijke vraag nr. 5-1935

de Guido De Padt (Open Vld)

van Guido De Padt (Open Vld)

à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de l'Intégration sociale

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie
________________
Don d'organe - Opposition - Consentement explicite - Enregistrement Orgaandonatie - Aantekening van verzet - Uitdrukkelijke toestemming - Registratie 
________________
transplantation d'organes
orgaantransplantatie
________ ________
30/3/2011Verzending vraag
25/5/2011Antwoord
30/3/2011Verzending vraag
25/5/2011Antwoord
________ ________
Question n° 5-1935 du 30 mars 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-1935 d.d. 30 maart 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

La législation belge part du principe que chacun est disposé à se voir prélever des organes après décès. Seules les personnes qui ont explicitement fait savoir le contraire de leur vivant ne sont pas prises en considération pour le don d'organe. Ce système d' " opting out " est appliqué dans la plupart des pays européens. Le législateur belge a estimé qu'il était justifié sur le plan de l'éthique et que l'intérêt vital du patient prime celui de la personne décédée et de ses proches. Le système d'opting out repose sur l'idée altruiste visant à sauver le plus grand nombre possible de vies.

Le législateur s'est toutefois rendu compte que certaines personnes pouvaient ne pas adhérer, pour des raisons philosophiques, religieuses ou autres à l'idée d'un prélèvement automatique de leurs organes. C'est pourquoi il est possible de manifester explicitement son opposition. L'opposition peut être signifiée en remplissant un formulaire à la commune qui consignera celui-ci dans un registre devant être consulté pour chaque cas de don d'organe potentiel. Nous ne sommes tenus de rédiger un écrit que lorsque nous nous opposons au don d'organe, mais il est également possible de signifier explicitement par écrit notre souhait de faire don de nos organes. Lorsque la personne décédée ne s'est pas fait enregistrer explicitement comme donneur, la famille au premier degré peut faire opposition.

Au Limbourg, l'enregistrement en matière de don d'organe est lié à la délivrance d'une carte d'identité. Chaque Limbourgeois qui retire une nouvelle carte d'identité, reçoit, depuis l'été dernier, un document d'enregistrement pour devenir donneur d'organe. Cela a été décidé après que des projets pilotes ont été menés à bien à Hasselt et à Lommel. Grâce à ces projets pilotes le nombre d'enregistrements à Hasselt est passé de six à seize par mois et à Lommel, il a été multiplié par huit.

Dans ce cadre, je souhaite poser un certain nombre de questions :

1) La ministre dispose t elle de chiffres concernant le nombre de personnes qui se sont opposées au don d'organe au cours des cinq dernières années ? Peut elle également communiquer le nombre de personnes qui se sont fait enregistrer comme donneurs d'organe au cours de la même période ?

2) Dans quel pourcentage de décès, les parents proches se sont ils opposés au don d'organe au cours de la même période ?

3) La ministre dispose t elle d'information en ce qui concerne le fait de coupler la déclaration en matière de don d'organe à la délivrance de la carte d'identité au Limbourg ? Observe t on une augmentation sensible du nombre de personnes qui font explicitement connaître leur volonté en matière de don d'organe ? La ministre juge t elle indiqué d'étendre ce projet en Belgique ?

 

De Belgische wetgeving gaat er van uit dat iedereen bereid is zijn of haar organen na het overlijden af te staan. Enkel diegene die tijdens hun leven uitdrukkelijk het tegengestelde kenbaar hebben gemaakt, komen niet in aanmerking voor orgaandonatie. Dit zogenaamde opting-outsysteem wordt in de meeste Europese landen toegepast. De Belgische wetgever heeft geoordeeld dat dit systeem ethisch gerechtvaardigd is en dat het levensbelang van de zieke patiënt voorrang verdient op het belang van de overledene en zijn nabestaanden. Het opting-outsysteem is gestoeld op de altruïstische gedachte die erop gericht is zoveel mogelijk mensenlevens te redden.

De wetgever was echter niet blind voor de mogelijkheid dat bepaalde mensen op grond van levensbeschouwelijke, godsdienstige of andere redenen de idee van een automatische wegneming van hun organen niet genegen zijn. Uitdrukkelijk verzet is daarom mogelijk. Verzet kan worden aangetekend door een formulier in te vullen bij de gemeente die dit in een register opneemt dat bij elke potentiële orgaandonatie moet worden geraadpleegd. Hoewel we enkel iets op papier moeten zetten als we het niet eens zijn met orgaandonatie, bestaat ook de mogelijkheid uitdrukkelijk op papier te zetten het wel eens te zijn met het doneren van zijn organen. Wanneer de overledene zich niet uitdrukkelijk als donor liet registreren, dan kan de familie in de eerste graad verzet aantekenen.

In Limburg werd de registratie voor orgaandonatie gekoppeld aan de uitreiking van een identiteitskaart. Elke Limburger die een nieuwe identiteitskaart afhaalt, krijgt sinds vorige zomer een registratiedocument mee om orgaandonor te worden. Dat werd beslist na succesvolle proefprojecten in Hasselt en Lommel. Dankzij die proefprojecten kende Hasselt een stijging van zes naar zestien registraties per maand en ging in Lommel het aantal registraties acht keer hoger.

In dit kader een aantal vragen:

1) Beschikt de geachte minister over cijfergegevens betreffende het aantal personen dat de afgelopen vijf jaar verzet aantekende tegen orgaandonatie? Kan zij ook meedelen hoeveel personen zich in diezelfde periode lieten registreren als orgaandonor?

2) In hoeveel procent van de stergevallen tekenden de nabestaanden in dezelfde periode verzet aan tegen de orgaandonatie?

3) Beschikt zij over informatie betreffende het succes van de koppeling van de orgaandonatie aan de uitreiking van de identiteitskaart in Limburg? Is er een aanzienlijke toename waar te nemen inzake het aantal personen dat expliciet zijn wil te kennen geeft inzake orgaandonatie? Acht zij het aangewezen dit project verder uit te breiden in België?

 
Réponse reçue le 25 mai 2011 : Antwoord ontvangen op 25 mei 2011 :

La législation belge sur le don d’organes fait partie des lois les plus modernes au sein de l’Europe et a déjà servi de modèle pour différents pays membres.

Actuellement, toute personne majeure ou mineure capable de manifester sa volonté, peut faire enregistrer une déclaration de consentement ou d’opposition à un prélèvement d’organes après le décès auprès de sa commune. A ce titre, il existe actuellement 117 347 déclarations de consentement (+ 84 344 depuis le 1er janvier 2005) et 187 263 déclarations d’opposition (- 2 895 depuis le 1er janvier 2005). Nous observons une augmentation constante du nombre de déclarations de consentement. La politique fédérale a estimé que la subdivision de ces chiffres par région n’apportait aucune plus-value dans le cadre de cette problématique.

Le médecin qui souhaite prélever un organe va consulter la banque de données susmentionnée, de même qu’il va se renseigner auprès des proches de la personne décédée afin de savoir si le donneur n’a pas manifesté une opposition de son vivant d’une autre manière (exemple: testament, oralement, etc.).

Comme vous le savez déjà, une campagne nationale dédiée au don d’organes « Beldonor.be » a été mise sur pied en juin 2005. Conjointement avec les acteurs du terrain, nos services ont mené de très nombreuses actions au sein de différents groupes cibles identifiés : les citoyens, les administrations communales, les écoles, les parquets et le corps médical et infirmier.

Nous encourageons et soutenons toutes les initiatives et actions de sensibilisation telles que celles menées par les instances locales, les associations de patients, les coordinateurs de transplantation.

De huidige Belgische wetgeving inzake orgaandonatie behoort tot de modernste wetten in Europa en stond reeds model voor de wetgeving in verschillende lidstaten.

Momenteel kan elke meer- of minderjarige die in staat is zijn wil te doen kennen, bij zijn gemeente een verklaring afleggen van toestemming of weigering van orgaanwegneming na zijn overlijden. Zo zijn er momenteel 117 347 verklaringen van toestemming (+84 344 sinds 1 januari 2005) en 187 263 verklaringen van weigering (- 2 895 sinds 1 januari 2005).

We zien een voortdurende stijging van het aantal verklaringen van toestemming. Het federale beleid heeft beslist dat opdeling van deze cijfers naar gewest geen meerwaarde brengt in de problematiek.

Een arts die een orgaan wenst weg te nemen, raadpleegt dus de bovengenoemde gegevensbank, en neemt eveneens contact op met de naasten van de overleden persoon om na te gaan of de donor bij leven geen verzet op een andere manier heeft geuit. (bijvoorbeeld testament, mondeling enz.).

De campagne “Beldonor.be”, opgericht in 2005 die volledig gewijd is aan de bewustmaking voor orgaandonatie, richt zich tot verschillende doelgroepen, waaronder de burgers van dit land, de gemeentelijke administraties, de scholen, de parketten en de beroepsmensen uit de gezondheidssector.

Wij stimuleren en ondersteunen alle initiatieven en acties voor de sensibilisatie zoals die welke door de lokale instanties, patiëntenverenigingen en transplantatiecoördinatoren geleid worden.