SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
30 mars 2011 30 maart 2011
________________
Question écrite n° 5-1920 Schriftelijke vraag nr. 5-1920

de Dirk Claes (CD&V)

van Dirk Claes (CD&V)

au ministre de la Justice

aan de minister van Justitie
________________
Informateurs - Indemnisation - Nombres Informanten - Vergoedingen - Aantallen 
________________
lutte contre le crime
police
sûreté de l'Etat
service secret
police judiciaire
misdaadbestrijding
politie
staatsveiligheid
geheime dienst
gerechtelijke politie
________ ________
30/3/2011Verzending vraag
21/11/2011Antwoord
30/3/2011Verzending vraag
21/11/2011Antwoord
________ ________
Question n° 5-1920 du 30 mars 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-1920 d.d. 30 maart 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Dans le cadre de mes travaux en commission de l'Intérieur et des Affaires administratives du Sénat, je souhaiterais obtenir une réponse aux questions suivantes :

1) Combien d'informateurs de la police ont-ils reçu une compensation financière ces dernières années (2009 et 2010) pour les informations fournies ?

2) Combien de ces informations concernaient-elles un délit considéré comme prioritaire dans le Plan national de sécurité ?

3) Quel est le montant alloué le plus élevé et le moins élevé ?

4) À quel type de dossiers ces informations se rapportaient-elles ?

5) Combien d'informateurs des services judiciaires belges ont-ils reçu ces dernières années (2009 et 2010) une compensation financière pour les informations fournies ?

6) Combien d'informateurs des services de renseignement belges ont-ils reçu ces dernières années (2009 et 2010) une compensation financière pour les informations fournies ?

 

In het kader van mijn werkzaamheden in de commissie voor de Binnenlandse Zaken en voor de Administratieve Aangelegenheden van de Senaat kreeg ik graag een antwoord op volgende vragen:

1) Hoeveel politie-informanten hebben in de voorbije jaren (2009 en 2010) een financiële vergoeding ontvangen voor de geleverde informatie?

2) Hoeveel van die tips hadden betrekking op een misdrijf dat in het Nationaal Veiligheidsplan als prioritair wordt beschouwd?

3) Wat is het hoogst en wat is het laagst uitgekeerde bedrag?

4) Op welk soort dossiers hadden die tips betrekking?

5) Hoeveel informanten van Belgische gerechtelijke diensten hebben de afgelopen jaren (2009 en 2010) een financiële vergoeding ontvangen voor de geleverde informatie?

6) Hoeveel informanten van de Belgische inlichtingendiensten hebben de afgelopen jaren (2009 en 2010) een financiële vergoeding ontvangen voor de geleverde informatie?

 
Réponse reçue le 21 novembre 2011 : Antwoord ontvangen op 21 november 2011 :

Le recours aux indicateurs dans notre pays est traité dans le rapport rédigé en application de l’article 90decies du Code d’instruction criminelle. Le ministre de la Justice transmet ce rapport au Parlement. Le rapport 2011, portant sur les données de 2010, est encore en préparation, de sorte que seules les données relatives à 2009 peuvent être communiquées.

1. En 2009, 692 primes ont été payées aux indicateurs : 424 par la Police fédérale et 268 par la Police locale. Il importe de souligner à cet égard que ce chiffre ne correspond pas au nombre d’indicateurs. Un indicateur peut en effet recevoir plusieurs paiements.

2. 52,6 % (364) des primes payées concernaient en 2009 des phénomènes relevant des priorités du Plan national de sécurité. Cela implique que 47,4 % (328) des primes versées ne s’inscrivent pas dans ce cadre.

3. Les compensations aux indicateurs sont généralement payées à partir d’un budget attribué par le Service public fédéral (SPF) Justice à la Police fédérale. En raison du caractère confidentiel de ces données, aucune information ne peut être fournie à ce sujet.

4. 53,1 % des 692 primes payées ont trait à des informations en matière de stupéfiants, de vols organisés, de vols à main armée et de traite des êtres humains.

5. Le recours aux indicateurs au sein de la police a uniquement une finalité judiciaire. Il peut dès lors être renvoyé à la réponse à la question 1.

6. En raison du caractère confidentiel de ces données également, aucune information ne peut être communiquée.

De toepassing van de informantenwerking in ons land wordt verwerkt in het verslag in uitvoering van art. 90decies van het Wetboek van Strafvordering. Dit verslag wordt door de minister van Justitie aan het Parlement meegedeeld. Het rapport 2011, met betrekking tot de gegevens van 2010, is nog in voorbereiding zodat ik u enkel onderstaande gegevens voor 2009 kan verstrekken.

1. In 2009 werden 692 premies aan informanten betaald, 424 door de Federale Politie en 268 door de Lokale Politie. Hierbij is het van belang om op te merken dat dit cijfer niet overeenstemt met het aantal informanten. Een informant kan namelijk meerdere betalingen ontvangen.

2. 52,6 % (364) van de betaalde premies hadden in 2009 betrekking op fenomenen die binnen de prioriteiten van het Nationaal Veiligheidsplan vielen. Dit betekent dus dat 47,4 % (328) van de betaalde premies buiten dit kader valt.

3. De vergoedingen aan informanten worden merendeels betaald uit een budget dat door de Federale Overheidsdienst (FOD) Justitie wordt toegekend aan de federale politie. Wegens het vertrouwelijk karakter van deze gegevens, kan hierover geen informatie meegegeven worden.

4. 53,1 % van de 692 betaalde premies heeft betrekking op inlichtingen over verdovende middelen, georganiseerde diefstallen, diefstallen gewapenderhand en mensenhandel.

5. Informantenwerking binnen de politie bestaat enkel met een gerechtelijke finaliteit. Er kan derhalve verwezen worden naar het antwoord op vraag 1.

6. Ook hierover kan er wegens het vertrouwelijk karakter van deze gegevens, geen informatie meegegeven worden.