SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
25 mars 2011 25 maart 2011
________________
Question écrite n° 5-1861 Schriftelijke vraag nr. 5-1861

de Guido De Padt (Open Vld)

van Guido De Padt (Open Vld)

au ministre de la Justice

aan de minister van Justitie
________________
Impunité - Sanction administrative communale - Table ronde avec les bourgmestres Straffeloosheid - Gemeentelijke administratieve sanctie - Rondetafelgesprek met de burgemeesters 
________________
criminalité
toxicomanie
violence
vol
sanction administrative
détention provisoire
impunité
amende
commune
lutte contre la délinquance
criminaliteit
drugverslaving
geweld
diefstal
administratieve sanctie
voorlopige hechtenis
straffeloosheid
geldboete
gemeente
strijd tegen de misdadigheid
________ ________
25/3/2011Verzending vraag
1/12/2011Antwoord
25/3/2011Verzending vraag
1/12/2011Antwoord
________ ________
Question n° 5-1861 du 25 mars 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-1861 d.d. 25 maart 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Interrogés par le programme Peeters & Pichal sur " Radio 1 ", un certain nombre de bourgmestres ont dit souhaiter à bref délai une table ronde avec le ministre. Ils ne veulent plus voir, impuissants, des suspects d'actes délictueux être remis en liberté aussitôt après leur arrestation. Il s'est déclaré disposé à organiser cette table ronde.

Les bourgmestres déplorent l'impunité et la démotivation des agents. Le ministre de la Justice veut leur expliquer pourquoi, dans certains cas, des criminels doivent être relâchés. La détention préventive est une mesure radicale. La présomption d'innocence existe aussi. Le contexte légal limite la détention préventive à certains cas. Il va de soi que la législation peut être modifiée.

Par ailleurs, le ministre déclare n'être pas opposé à l'idée de réagir " vite et fort " à la criminalité urbaine. Pour la communauté, une telle réaction peut être plus utile que le parcours judiciaire. Mais bien sûr cela ne marche pas toujours ainsi. Selon lui, un problème de perception se pose également. L'impunité n'est pas aussi répandue qu'on ne le laisse croire. Il indique en guise de preuve le nombre record de détenus préventifs.

Les procureurs de Gand et d'Anvers ont décidé d'appliqu er dorénavant les sanctions administratives communales (SAC) également aux larcins, aux actes de violence et aux liées aux drogues. Les infractions légères n'aboutissent plus au tribunal mais sont réglées par la police locale moyennant une amende. Le Service juridique de la ville de Gand se concerte avec le parquet pour savoir quels délits pourront désormais faire l'objet d'une amende au titre de SAC. À Anvers, la loi sur les SAC est interprétée aussi largement que possible dans certains domaines.

La loi sur les amendes prononcées au titre de SAC permet d'appliquer une politique de riposte immédiate, pour autant qu'il s'agisse d'affaires vénielles et incontestables. Dès qu'il est question de circonstances aggravantes, par exemple vol avec effraction ou violences, le parquet reste compétent. En effet, il est absurde de mettre en branle le processus judiciaire usuel pour des faits banals, d'autant plus qu'il ne produit parfois que de maigres résultats. Les amendes communales sont une solution préférable. S'il fallait poursuivre tous les délits, le système aurait un problème.

Un indéniable sentiment d'impunité règne dans la société, dû principalement à la " l'insuffisance de la lutte contre la délinquance ". Indépendamment de son opportunité, il y a des arguments en faveur du système, notamment en ce qui concerne la capacité. Comment résoudre le problème ? Allons nous bouleverser le système, changer la politique et la philosophie sous-jacente, ou allons-nous faire un peu des deux ? Ou bien résolvons nous les problèmes en dehors du système et entreprenons nous des actions au niveau administratif ?

Je souhaiterais une réponse aux questions suivantes :

1) Le ministre dispose t il de données relatives au nombre d'arrestations dans notre pays pour la période 2007 2010, ventilées par région ? Combien d'individus arrêtés a t on relâchés avant que leur dossier ne soit traité par une juridiction pénale, dans quel délai et pour quels motifs ? Quels délits avaient ils commis ?

2) Peut il communiquer dans quel cas la base juridique permettant une détention préventive fait défaut ? Estime t il indiqué d'adapter le cadre juridique ? Peut il motiver son opinion ?

3) Outre l'augmentation du nombre de détenus préventifs, dispose t il d'autres éléments étayant sa thèse selon laquelle il y a un problème de perception en ce qui concerne l'impunité ?

4) Selon lui, quelles infractions peuvent elles donner lieu à une amende SAC ? Quelle marge d'interprétation la loi permet elle ?

5) Comment veut il remédier au sentiment d'impunité et aux problèmes de capacité de la Justice ? Quelle est sa position vis à vis d'un règlement extra pénal des délits les moins graves ?

 

Uit een rondvraag van het Radio 1-programma Peeters & Pichal bleek dat een aantal burgemeesters dringend een rondetafelgesprek willen met de geachte minister. Ze willen niet langer machteloos toezien hoe verdachten van criminele feiten meteen na hun arrestatie weer worden vrijgelaten. Hij verklaarde zich bereid het rondetafelgesprek te organiseren.

De burgemeesters klagen de straffeloosheid en de demotivatie bij de agenten aan. De geachte minister van Justitie wil ze uitleggen waarom in sommige gevallen de criminelen dienen te worden vrijgelaten. Voorhechtenis is een ingrijpend middel. Bovendien is er het vermoeden van onschuld. De wettelijke context bepaalt dat voorlopige hechtenis slechts kan in bepaalde gevallen. Die wetgeving kan uiteraard worden aangepast.

Anderzijds stelt de geachte minister de roep naar " short en sharp " te reageren op stadscriminaliteit niet ongenegen te zijn. Dergelijke reactie kan voor de gemeenschap belangrijker zijn dan het gerechtelijke parcours. Maar zo werkt het niet altijd natuurlijk. Volgens hem is er ook een perceptieprobleem. De straffeloosheid is volgens hem niet zo breed als ze wordt voorgesteld. Als bewijs verwijst hij naar het feit dat nooit meer mensen in voorhechtenis hebben gezeten dan nu.

De procureurs van Gent en Antwerpen besloten de gemeentelijke administratieve sanctie (GAS) voortaan ook toe te passen op kleine diefstallen, geweld en drugsoverlast. Lichte overtredingen komen op die manier niet meer voor de rechtbank, maar worden met boetes door de lokale politie afgehandeld. In Gent overlegt de Juridische Dienst van de stad Gent met het parket welke misdrijven voortaan in aanmerking komen voor een GAS-boete. In Antwerpen wordt de GAS-wet in bepaalde domeinen zo ruim mogelijk geïnterpreteerd.

De wet op de GAS-boetes biedt de mogelijkheid om een lik-op-stukbeleid toe te passen, op voorwaarde dat het gaat over lichte, onbetwistbare zaken. Van zodra er sprake is van verzwarende omstandigheden, zoals diefstal met braak of geweld, blijft het parket bevoegd. Het is inderdaad niet zinvol om voor banale feiten het gebruikelijke juridische proces in gang te steken, waarbij dan nog eens de kans bestaat dat er voor de rechtbank weinig prijzen te halen zijn. Gemeenteboetes zijn hier een beter alternatief. Als al de misdrijven moeten worden vervolgd, is er trouwens een probleem met het systeem.

Er heerst een onmiskenbaar gevoel van straffeloosheid in de samenleving, hoofdzakelijk ingegeven door de " beperkte aanpak van kleine criminaliteit ". Nog los van de vraag of dit wenselijk is, heeft het systeem daar zijn redenen voor, vooral inzake capaciteit. De vraag is dan hoe we dat oplossen? Sleutelen we drastisch aan het systeem, veranderen we het gevoerde beleid en de achterliggende filosofie of een beetje van beide? Of lossen we de problemen buiten het systeem op en ondernemen we acties in de bestuurlijke sfeer?

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Beschikt de geachte minister over cijfergegevens betreffende het aantal arrestaties in ons land voor de periode van 2007 tot 2010, opgesplitst per gewest? Hoeveel van die gearresteerden werden terug vrijgelaten vooraleer hun dossier werd behandeld voor een strafrechtbank, binnen welke termijn en om welke redenen? Welke misdrijven hadden ze precies gepleegd?

2) Kan hij meedelen in welke gevallen de wettelijke basis ontbreekt om iemand in voorlopige hechtenis te nemen? Acht hij het aangewezen dat wettelijk kader aan te passen? Kan hij zijn mening motiveren?

3) Beschikt hij over nog andere gegevens, naast het toegenomen aantal personen in voorlopige hechtenis, die zijn stelling dat er een perceptieprobleem is op vlak van de straffeloosheid kunnen onderbouwen?

4) Welke overtredingen komen volgens hem in aanmerking voor een GAS-boete? Hoe ruim kan de wet volgens hem worden geïnterpreteerd?

5) Op welke wijze wil hij het gevoel van straffeloosheid en de capaciteitsproblemen bij Justitie oplossen? Wat is zijn houding tegenover een buitenstrafrechtelijke afhandeling van kleinere misdrijven?

 
Réponse reçue le 1 décembre 2011 : Antwoord ontvangen op 1 december 2011 :

1) Aucune donnée chiffrée fiable ne peut être générée à ce sujet selon les analystes statistiques du Collège des Procureurs généraux.

2) Aucune donnée chiffrée fiable ne peut être générée à ce sujet selon les analystes statistiques du Collège des Procureurs généraux.

3) Il peut être renvoyé à « Justice en chiffres ». Il en ressort que la population carcérale et les peines alternatives ont augmenté au cours des dernières années.

4) Les différentes dispositions légales relatives aux sanctions administratives dans les communes ont été synthétisées dans la COL 1/2006 du Collège des Procureurs généraux près les cours d’appel. Concernant les sanctions administratives, l’on établit une distinction entre les infractions, du premier au troisième groupe. Les contraventions qui entrent en ligne de compte pour une amende comme sanction administrative communale font partie des premier et deuxième groupes d’infractions.

Le premier groupe comprend les contraventions de la première classe (art. 551-554 du Code pénal), de la deuxième classe (article 556-558 du Code pénal), de la troisième classe (article 559-562 du Code pénal) ainsi que les contraventions de la quatrième classe (article 563-564 du Code pénal).

Le deuxième groupe comprend les contraventions visées aux articles 559/1, 561/1 et 563/2 et 3 du Code pénal.

5) Informations à fournir par la cellule stratégique. Aucun autre élément spécifique ne figure dans le plan de politique du ministre de la Justice quant aux sanctions administratives communales.

1) Er kunnen geen betrouwbare cijfergegevens worden gegenereerd daaromtrent volgens de statistisch analisten van het College van Procureurs-generaal.

2) Er kunnen geen betrouwbare cijfergegevens worden gegenereerd daaromtrent volgens de statistisch analisten van het College van Procureurs-generaal.

3) Er kan verwezen worden naar “Justitie in cijfers”. Daaruit blijkt dat de gevangenispopulatie en de alternatieve straffen zijn gestegen in de afgelopen jaren.

4) De verschillende wetsbepalingen in verband met de gemeentelijke administratieve sancties zijn gesynthetiseerd geworden in de Col. 1/2006 van het College van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep. Er wordt daarbij aangaande de administratieve sancties een onderscheid gemaakt tussen de inbreuken van de eerste tot de derde soort. De overtredingen die in aanmerking komen voor een Gemeentelijke Administratieve Sancties(GAS)-boete zitten vervat in de eerste en de tweede soort inbreuken.

De eerste soort bevat de overtredingen van de eerste klasse (artikel nummer 551-554 Sw.), van de tweede klasse (artn. 556-558 Sw.), van de derde klasse (artn. 559-562 Sw.) en de overtredingen van de vierde klasse ( artikel nummer 563-564 Sw.).

De tweede soort bevat de overtredingen van artikel 559/1 Sw., 561/1 Sw. en 563/2 en 3 Sw.

5) Informatie te verstrekken door de beleidscel. In het beleidsplan van de minister van Justitie staat niets meer specifiek vermeld over de GAS.