SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
18 mars 2011 18 maart 2011
________________
Question écrite n° 5-1778 Schriftelijke vraag nr. 5-1778

de Guido De Padt (Open Vld)

van Guido De Padt (Open Vld)

au secrétaire d'État à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjoint à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de l'Intégration sociale

aan de staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie
________________
Garantie locative - Garanties offertes par les banques - Refus - Aide des Centres publics d'action sociale (CPAS) - Garanties de qualité du logement en location Huurwaarborg - Garanties geboden door de banken - Weigeringen - Hulp van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (OCMW) - Kwaliteitsgaranties van de gehuurde woning 
________________
garantie
location immobilière
frais bancaires
CPAS
statistique officielle
répartition géographique
bail
garantie
verhuur van onroerend goed
bankkosten
OCMW
officiële statistiek
geografische spreiding
huurovereenkomst
________ ________
18/3/2011Verzending vraag
24/6/2011Antwoord
18/3/2011Verzending vraag
24/6/2011Antwoord
________ ________
Question n° 5-1778 du 18 mars 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-1778 d.d. 18 maart 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

En matière de garanties locatives exigées des locataires, les centres publics d'action sociale (CPAS) sont souvent confrontés à des institutions bancaires qui refusent de fournir les garanties prescrites à l'article 103 de la loi du 25 avril 2007 portant des dispositions diverses (IV) ou placent le seuil si haut que le candidat locataire doit s'adresser par la force des choses au CPAS.

Une telle garantie bancaire signifie qu'une institution financière garantit le montant total de la garantie à la conclusion du bail. Le preneur s'engage à reconstituer totalement cette garantie, par mensualités constantes, pendant la durée du contrat de bail, avec un maximum de trois ans. Le preneur n'est redevable d'aucun intérêt à l'institution financière alors que celle-ci, de son côté, lui accordera des intérêts dès le jour de la constitution totale de la garantie. De nombreuses banques s'arrangent pour ne pas offrir cette garantie. On connaît des cas de banques qui demandent des frais de dossier et des provisions annuelles, de sorte que le candidat locataire en vient à payer 1208 euros pour une garantie de 900 euros.

D'autres banques se retranchent derrière la mention que l'on ne peut accorder ces garanties locatives qu'à des personnes de moins de trente ans, ou derrière le fait que le client a des dettes, ou se trouve sur une liste noire, ou que le demandeur a un revenu trop faible ou n'a pas de revenu fixe ou encore qu'au moment de la demande il n'y a pas d'argent sur le compte... Comme preuve de bonne volonté, Febelfin a créé fin 2008 un point de contact où les clients peuvent déposer une plainte contre leur banque pour une imputation de frais trop élevés ou un refus de garantie locative. Febelfin admet cependant que la plupart du temps on ne doit pas en attendre davantage qu'une information ou un renvoi au service des plaintes de la banque en question. On a constaté également que les détenteurs d'un compte bancaire déboutés ne déposent que peu ou jamais de plaintes parce qu'elles s'adressent directement au CPAS.

Par ailleurs, les CPAS sont également confrontés à des demandes de financement de garantie locative et parfois du paiement d'un premier mois de loyer pour des logements qui ne répondent pas aux conditions minimales de qualité. En Flandre, les agences immobilières sociales ne prennent en location aucun logement qui ne possède pas une attestation de conformité. Je ne sais pas si une attestation analogue peut ou non être demandée à Bruxelles ou en Wallonie, mais pour moi il est important (entre autres dans le cadre des intoxications au CO) de faire en sorte que l'appui financier qui sert au demandeur à emménager dans un logement, soit subordonné à un minimum d'exigences de qualité, principalement sur le plan de la sécurité et de la santé (danger des fuites de gaz, d'électrocution et d'incendie). Normalement, un CPAS pourrait peut-être le décider seul, mais une réglementation uniforme pour tout le pays me semble s'imposer.

J'aimerais obtenir une réponse aux questions suivantes :

1) Le secrétaire d'État dispose-t-il des chiffres pour 2007, 2008, 2009 et 2010 (ventilés par région) des aides données par les CPAS pour financer des garanties locatives (avances de fonds) ?

2) Combien de plaintes ont-elles été introduites durant ces années contre des banques et sur quoi portaient-elles ? Puis-je obtenir les données ventilées de la même manière que dans la question précédente ?

3) Comment le secrétaire d'État évalue-t-il la réglementation introduite en 2007 ?

4) Est-il partisan d'une initiative par laquelle les CPAS ne pourraient financer de garantie locative qu'à la condition que le logement réponde à des critères de qualité ? Un CPAS peut-il décider de son propre chef de faire dépendre l'octroi d'une aide de tels critères de qualité ?

 

Inzake huurwaarborgen die aan huurders worden gevraagd, worden de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (OCMW's) veelal geconfronteerd met bankinstellingen die weigeren de bij artikel 103 van de wet van 25 april 2007 houdende diverse bepalingen (IV) voorgeschreven garanties te bieden of die de lat zo hoog leggen dat de kandidaat-huurders zich noodgedwongen tot het OCMW moeten wenden.

Bij een dergelijke bankwaarborg garandeert een financiële instelling het totale bedrag van de waarborg bij het afsluiten van de huurovereenkomst. De huurder verbindt er zich toe om gedurende de duur van de huurovereenkomst, met een maximumduur van drie jaar, deze waarborg opnieuw samen te stellen door constante maandelijkse afbetalingen. De huurder is aan de financiële instelling geen enkele rente verschuldigd, terwijl deze instelling van haar kant de huurder pas rente zal uitkeren vanaf de dag dat de waarborg volledig is samengesteld. Vele banken houden evenwel de bal af. Zo zijn er gevallen bekend van banken die dossierkosten en jaarlijkse provisies vragen, zodat men uiteindelijk 1 208 euro moet betalen voor een waarborg van 900 euro.

Andere banken verschuilen zich achter de melding dat men enkel huurwaarborgen verleent aan mensen jonger dan dertig jaar of achter het feit dat de klant nog schulden heeft of nog op de zwarte lijst staat, achter het feit dat de aanvrager een te laag of geen vast inkomen heeft of nog achter het argument dat er op het moment van de aanvraag geen geld op de rekening stond, … Als blijk van goede wil heeft Febelfin eind 2008 een meldpunt opgericht waar klanten een klacht kunnen indienen over hoge kosten of wanneer hun bank een huurwaarborg weigert. Veel meer dan wat uitleg of een doorverwijzing naar de klachtendienst van de bank in kwestie hoeft u daar echter niet van te verwachten, geeft Febelfin toe. Vastgesteld wordt evenwel dat de afgewezen bankrekeninghouders daar ook weinig of geen klacht indienen, omdat zij terechtkunnen bij de OCMW's.

Anderzijds worden de OCMW's ook geconfronteerd met aanvragen voor het financieren van een huurwaarborg en soms ook van de eerste maand huishuur, voor woningen waarvan kan aangenomen worden dat deze niet aan de minimale kwaliteitsvereisten beantwoorden. In Vlaanderen nemen de Sociale Verhuurkantoren geen woningen in huur, indien er geen conformiteitsattest wordt afgeleverd. Het is mij niet bekend of er ook in het Brussels of Waals Gewest een analoog attest kan worden gevraagd, maar het is volgens mij het overwegen waard (onder meer in het kader van de CO-vergiftigingen) de financiële steun die ertoe strekt om steunaanvragers toe te laten zich in een woning te gaan huisvesten, onderhevig te maken aan minimale kwaliteitseisen, vooral op het vlak van de veiligheid en van de gezondheid (gevaar voor gas, elektrocutie en brand). Normaliter zou een OCMW dat wellicht zelf ook kunnen beslissen, maar een uniforme regeling over het hele land lijkt mij meer aangewezen.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Beschikt de staatssecretaris over de cijfers voor 2007, 2008, 2009 en 2010 (opgesplitst per gewest) van de steun die de Belgische OCMW's verleend hebben om een huurwaarborg te financieren (voor te schieten)?

2) Hoeveel klachten werden tijdens die jaren, opgesplitst zoals hierboven gevraagd, ingediend tegen de banken en over welke gaat het?

3) Hoe evalueert hij deze in 2007 ingevoerde regeling?

4) Is hij voorstander van een initiatief , waarbij de OCMW's enkel een huurwaarborg kunnen financieren, indien er kwaliteitsgaranties op het vlak van de huisvesting worden verstrekt? Kan een OCMW zelf beslissen om het verlenen van steun afhankelijk te maken van dergelijke garanties?

 
Réponse reçue le 24 juin 2011 : Antwoord ontvangen op 24 juni 2011 :

En réponse à vos questions, je peux vous communiquer les informations suivantes.

1) Dans un certain nombre de cas, le Service public de programmation (SPP) Intégration sociale octroie bel et bien une subvention aux Centres publics d’action sociale (CPAS) pour la constitution et la gestion de dossiers relatifs à des garanties locatives, mais cette allocation ne correspond pas au nombre réel de dossiers dans lesquels les CPAS sont intervenus. Un certain contingent est attribué chaque année aux CPAS, sur la base du nombre de bénéficiaires du revenu d’intégration. Les CPAS peuvent obtenir un montant forfaitaire de 25 euros pour une quantité correspondant tout au plus à la quantité attribuée. De ce fait, mon administration a connaissance du nombre de dossiers dans lesquels les CPAS sont intervenus de façon minimale, mais pas du montant réel à concurrence duquel un (pré)financement a été accordé. En 2007, un subside a été octroyé pour 14 474 dossiers, contre 14 757 en 2008, 16 464 en 2009 et 16 809 en 2010.

2-3) Mon administration ne dispose pas de telles statistiques. Il est dès lors impossible d’évaluer les pratiques actuelles des banques.

4) Lorsqu’un logement ne réunit manifestement pas les conditions suffisantes pour que l’on puisse y vivre de manière saine et décente, le CPAS peut refuser l’octroi d’une garantie locative.

In antwoord op uw vragen, kan ik u het volgende meedelen.

1) De Programmatorische Overheidsdienst (POD) Maatschappelijke Integratie kent weliswaar in een aantal gevallen een subsidie toe aan de Openbare Centra voor maatschappelijk welzijn (OCMW) voor het samenstellen en beheer van dossiers in verband met huurwaarborgen, maar deze toelage stemt niet overeen met het reële aantal dossiers waarin de OCMW’s zijn tussengekomen. Jaarlijks wordt een bepaald contingent, op basis van het aantal leefloonbegunstigden, aan de OCMW’s toegewezen. OCMW’s kunnen voor maximaal het toegewezen aantal een forfaitair bedrag van 25 euro bekomen. In die zin weet mijn administratie wel in hoeveel dossiers de OCMW’s minimaal zijn tussengekomen, maar niet voor welk bedrag er in realiteit werd ge(pre)financieerd. In 2007 werd in totaal voor 14 474 dossiers een subsidie verleend, in 2008 betrof dit 14 757 dossiers, in 2009 16 464 en in 2010 16 809 dossiers.

2-3) Mijn administratie beschikt niet over dergelijke statistieken. Het is dan ook onmogelijk om de huidige werkwijze van de banken te evalueren.

4) Wanneer een woning echter ogenschijnlijk niet voldoet om er op een gezonde en waardige manier te leven, kan het OCMW de toekenning van een huurwaarborg weigeren.