SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session extraordinaire de 2010 Buitengewone zitting 2010
________________
20 septembre 2010 20 september 2010
________________
Question écrite n° 5-175 Schriftelijke vraag nr. 5-175

de Guido De Padt (Open Vld)

van Guido De Padt (Open Vld)

au ministre pour l'Entreprise et la Simplification

aan de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen
________________
Maisons de repos - Augmentation du prix de journée Rusthuizen - Verhoging van de ligdagprijs 
________________
équipement social
augmentation des prix
sociale voorzieningen
prijsstijging
________ ________
20/9/2010Verzending vraag
28/1/2011Antwoord
20/9/2010Verzending vraag
28/1/2011Antwoord
________ ________
Question n° 5-175 du 20 septembre 2010 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-175 d.d. 20 september 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Une maison de repos qui souhaite adapter ses prix doit introduire un dossier à cette fin auprès du SPF Économie. Pour connaître l'évolution de la situation dans ce domaine et le renchérissement d'un séjour en maison de repos qui en découle, je vous adresse les questions suivantes.

1. Combien de demandes d'augmentation du prix de la journée en maison de repos ont-elles été introduites en 2008, 2009 et 2010 ? Le ministre peut-il me fournir une ventilation par région et selon qu'il s'agit d'une maison de repos publique ou privée ou d'une ASBL ?

2. Dans combien de cas une adaptation de prix a-t-elle été consentie ?

3. Combien de maisons de repos (avec ventilation identique à celle demandée ci-dessus) ont-elles, au cours des années susmentionnées, introduit plus d'une demande d'augmentation de prix, demandes qui ont été acceptées ?

4. a) Quel a été en 2008, 2009 et 2010 l'augmentation moyenne de prix consentie pour la journée en maison de repos ?

b) Quelles sont les causes les plus significatives de ces majorations de prix ?

 

Wanneer een rusthuis zijn prijzen wil aanpassen, moet het bij de FOD Economie een prijsdossier indienen. Teneinde de evolutie daarvan en het daaraan gekoppelde duurder worden van een rustoordverblijf te kennen, volgende vragen:

1. Hoeveel aanvragen tot verhoging van de ligdagprijs werden in 2008, 2009 en 2010 ingediend, met een opsplitsing per gewest en naargelang het gaat om een openbaar of een privaat rustoord dan wel om een vzw ?

2. In hoeveel dossiers werd een prijsaanpassing toegestaan ?

3. Hoeveel rustoorden (met de opsplitsing zoals hierboven gevraagd) dienden in de voormelde jaren meer dan één goedgekeurde aanvraag tot prijsverhoging in ?

4. a) Welke gemiddelde prijsverhoging van de ligdagprijs werd in 2008, 2009 en 2010 toegestaan?

b) Welke meest significante oorzaken lagen aan de basis van die prijsverhogingen ?

 
Réponse reçue le 28 janvier 2011 : Antwoord ontvangen op 28 januari 2011 :

Depuis le 1er septembre 2005, les hausses de prix dans le secteur des établissements d’accueil pour personnes âgées peuvent se faire de deux manières :

a) Une procédure de demande de hausse de prix sur base d’un dossier justificatif complet, selon la procédure décrite aux articles 3 et 4 de l’arrêté ministériel du 12 août 2005 portant dispositions particulières en matière de prix pour le secteur des établissements d’accueil pour personnes âgées.

b) Une procédure simplifiée de notification de hausse des prix, selon la procédure décrite à l’article 5 du même arrêté ministériel, si la hausse se limite au plus à un pourcentage qui correspond à une adaptation linéaire du prix à l’indice des prix à la consommation. Cette procédure simplifiée ne concerne que les prix d’hébergement et non les prix des suppléments.

Pour pouvoir appliquer une hausse de prix, il n’est donc pas toujours nécessaire d’introduire une demande complète.

1. Le tableau ci-dessous donne un aperçu du nombre de demandes et de notifications introduites pour les années 2008, 2009 et les neuf premiers mois de 2010. Ces chiffres concernent toutes les institutions d’accueil pour personnes âgées, à savoir : les maisons de repos, les maisons de repos et de soins, les centres de séjour, les centres d’accueil de jour, les résidences-services et les petits établissements avec prestations de services. Les chiffres sont mentionnés séparément pour la Région de Bruxelles-Capitale (RBC), la Région flamande (Rfl) et la Région wallonne (Rwl). Il n’est pas possible de donner une répartition des demandes ventilée selon qu’elle émane du secteur public ou du secteur privé (asbl ou commercial).

Année

Demande complète

Procédure simplifiée


RBC.

Rfl.

Rwl.

total

RBC.

Rfl.

Rwl.

total

2008

31

206

106

343

167

1187

633

1987

2009

19

169

131

319

42

180

185

407

2010

41

170

620

831

59

373

190

622

2. Il n’y pas de chiffres disponibles concernant le nombre de demandes introduites sur base des articles 3 et 4 pour lesquelles la hausse demandée a été autorisée complètement ou partiellement ou pour lesquelles aucune hausse n’a été autorisée. Vu que les maisons de repos ont la possibilité d’appliquer une hausse de prix sur base de la procédure simplifiée (indexation) prévue à l’article 5, il est rare que la hausse autorisée soit inférieure à la hausse que la maison de repos aurait pu appliquer sur base de cet article.

3. Le tableau ci-dessous donne un aperçu du nombre de maisons de repos qui ont appliqué plus d’une seule hausse de prix durant la période allant de 2008 à septembre 2010. Ces chiffres concernent les hausses de prix appliquées sur base de la procédure complète et les hausses de prix appliquées sur base de la procédure simplifiée (indexation).


public

asbl

commercial

total

RBC.

15

11

78

104

Rfl.

141

262

98

501

Rwl.

120

342

87

549

total

261

349

440

1 050

4.a) La hausse moyenne des prix par personne s’élève à :

  • pour l’année 2008 : 1,51 euro (4,10%)

  • pour l’année 2009 : 0,56 euro (1,46%)

  • pour l’année 2010 : 1,00 euro (2,57%).

b) Les motifs les plus fréquents pour introduire une demande de hausse de prix sur base d’un dossier complet sont les suivants : la perte d’exploitation, la hausse des coûts salariaux due à l’accroissement de l’effectif en personnel ou à l’exécution des divers accords sociaux qui ne sont pas totalement compensés par un financement de l’INAMI (Institut national d'assurance maladie-invalidité), les coûts pour des travaux de transformation afin de satisfaire aux normes imposées par les Régions, l’ouverture d’un nouveau bâtiment en remplacement d’un bâtiment existant. Pour les maisons de repos situées dans la Région wallonne, il y a également lieu de prendre en considération le fait qu’à partir du 1er juillet 2010, le coût du matériel d’incontinence est obligatoirement inclus dans les prix d’hébergement.

Sedert 1 september 2005 kunnen de prijsverhogingen in de sector van de instellingen voor bejaardenopvang op twee manieren gebeuren:

a) Een prijsverhogingsaanvraag op basis van een volledig dossier met bewijsstukken, volgens de procedure beschreven in de artikelen 3 en 4 van het ministerieel besluit van 12 augustus 2005 houdende bijzondere bepalingen inzake prijzen voor de sector van de instellingen voor bejaardenopvang.

b) Een vereenvoudigde procedure van kennisgeving van een prijzenverhoging, volgens de procedure voorzien in artikel 5 van hetzelfde ministerieel besluit, wanneer de verhoging zich ten hoogste beperkt tot een percentage dat overeenkomt met een lineaire aanpassing van de prijzen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen. Deze vereenvoudigde procedure betreft enkel de dagprijzen en niet de prijzen van de afzonderlijk te betalen toeslagen.

Om een prijsverhoging te kunnen doorvoeren is het dus niet noodzakelijk om steeds een volledige aanvraag te moeten indienen.

1. De onderstaande tabel geeft een overzicht van het aantal aanvragen en kennisgevingen ingediend voor de jaren 2008, 2009 en de eerste negen maanden van 2010. Deze cijfers slaan op alle instellingen voor bejaardenopvang, namelijk de rusthuizen, de rust- en verzorgingstehuizen, kortverblijf, dagverzorgingscentrum, serviceflats en woningen met dienstverlening. De cijfers zijn afzonderlijk vermeld voor het Brussels Hoofdstedelijk gewest (BHG), het Vlaams gewest (Vl.G) en het Waals gewest (W.G.). Het is evenwel niet mogelijk om een opsplitsing te maken naargelang het gaat om een rusthuis uit de openbare sector of uit de private sector (vzw of commerciële instelling).

Jaar

Volledige aanvraag

Vereenvoudigde procedure


BHG.

Vl. G.

W. G.

totaal

BHG.

Vl. G.

W. G.

totaal

2008

31

206

106

343

167

1187

633

1987

2009

19

169

131

319

42

180

185

407

2010

41

170

620

831

59

373

190

622


2. Er zijn geen cijfers beschikbaar over het aantal aanvragen ingediend op basis van de artikelen 3 en 4 waarvoor de gevraagde verhoging geheel of gedeeltelijk wordt toegestaan of waarvoor geen enkele verhoging wordt toegestaan. Aangezien de rusthuizen de mogelijkheid hebben om een prijsverhoging door te voeren op basis van de vereenvoudigde procedure (indexering) voorzien in artikel 5, gebeurt het slechts zelden dat een lagere prijsverhoging wordt toegestaan dan de verhoging die het rusthuis had kunnen toepassen op basis van dat artikel 5.

3. De onderstaande tabel geeft een overzicht van het aantal rusthuizen die in de periode 2008 tot september 2010 meer dan één prijsverhoging hebben toegepast. De cijfers slaan op de verhogingen toegepast ingevolge een volledige aanvraag en de verhogingen toegepast op basis van de vereenvoudigde procedure (indexering) inbegrepen.


openbaar

vzw

commercieel

totaal

BHG.

15

11

78

104

Vl. G.

141

262

98

501

W. G.

120

342

87

549

totaal

261

349

440

1 050

4. a) De gemiddelde prijsverhoging per persoon bedroeg:

  • voor het jaar 2008: 1,51 euro (4,10%)

  • voor het jaar 2009: 0,56 euro (1,46%)

  • voor het jaar 2010: 1,00 euro (2,57%).

b) De meest voorkomende motieven om een prijsverhoging aan te vragen op basis van een volledig dossier zijn: het exploitatieverlies, de stijging van de loonkosten omwille van de uitbreiding van het personeelsbestand of de uitvoering van diverse sociale akkoorden waar geen volledige RIZIV-financiering (Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering) tegenover staat, de kosten voor verbouwingswerken om te voldoen aan de normen opgelegd door de gewesten, de ingebruikname van een vervangingsnieuwbouw. Voor de rusthuizen gelegen in het Waals gewest moet ook in aanmerking genomen worden dat vanaf 1 juli 2010 de kost voor het incontinentiemateriaal moet inbegrepen zijn in de dagprijzen.