SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session extraordinaire de 2010 Buitengewone zitting 2010
________________
9 aôut 2010 9 augustus 2010
________________
Question écrite n° 5-17 Schriftelijke vraag nr. 5-17

de Sabine de Bethune (CD&V)

van Sabine de Bethune (CD&V)

au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères et des Réformes institutionnelles

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen
________________
Accueil pendant les vacances organisé par le département ministériel pour les enfants des membres du personnel Vakantieopvang georganiseerd binnen het ministerieel departement voor de kinderen van personeelsleden 
________________
garde d'enfants
impôt sur le revenu
déduction fiscale
ministère
fonction publique
kinderoppas
inkomstenbelasting
belastingaftrek
ministerie
overheidsapparaat
________ ________
9/8/2010Verzending vraag
7/10/2010Antwoord
9/8/2010Verzending vraag
7/10/2010Antwoord
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-14
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-15
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-16
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-18
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-19
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-20
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-21
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-22
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-23
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-24
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-25
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-26
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-27
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-28
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-14
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-15
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-16
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-18
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-19
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-20
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-21
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-22
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-23
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-24
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-25
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-26
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-27
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-28
________ ________
Question n° 5-17 du 9 aôut 2010 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-17 d.d. 9 augustus 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

La loi-programme du 8 avril 2003 instaure, à partir du 1er janvier 2003, dans un nouvel article 52bis du Code des impôts sur les revenus 1992, la possibilité de considérer comme frais professionnels les sommes payées par un employeur (contribuable recueillant des bénéfices ou profits) en faveur d'un milieu d'accueil collectif de la petite enfance, sous certaines conditions.

Ce nouveau système devait permettre d' inciter les partenaires privés à soutenir financièrement l'augmentation du nombre de places d'accueil. L'incitant consiste à considérer comme frais professionnels les fonds versés dans le cadre de ce partenariat (voir l'exposé des motifs de la loi-programme du 8 avril 2003, Doc. parl. Chambre, n° 50 2343/001, p. 47).

Toutefois, le secteur public organise également, pour les enfants, certaines initiatives d'accueil de jour ou d'accueil pendant les vacances. Ainsi, la VRT et l'UZ Gent possèdent leur propre centre de jour pour enfants et plusieurs hôpitaux accueillent de même les enfants des membres de leur personnel. La Communauté flamande organise aussi, durant les vacances, l'accueil des enfants des membres de son personnel. Il existe sans aucun doute des initiatives similaires au niveau fédéral.

C'est la raison pour laquelle je souhaiterais obtenir une réponse aux questions suivantes :

1) Le département dont le ministre a la responsabilité organise-t-il l'accueil de jour ou l'accueil pendant les vacances des enfants de son personnel ou du personnel d'autres instances publiques ?

2. Dans l'affirmative, le ministre peut-il donner un aperçu du nombre de places d'accueil ?

3) Dans l'affirmative, le ministre peut-il indiquer à quelles conditions les membres du personnel peuvent faire appel, pour leurs enfants, à l'accueil de jour ou à l'accueil pendant les vacances ?

 

De Programmawet van 8 april 2003 voerde met ingang vanaf 1 januari 2003, in een nieuw artikel 52bis in het Wetboek Inkomstenbelastingen 1992, de mogelijkheid in om de sommen die een werkgever (verkrijger van winst of baten) betaalde ten gunste van een collectieve voorziening voor kinderopvang onder bepaalde voorwaarden aan te kunnen merken als beroepskosten.

Het was de bedoeling om met dit nieuw ingevoerde systeem privé-partners uit te nodigen om de uitbreiding van het aantal opvangplaatsen financieel te ondersteunen. De stimulans bestaat erin om de in het kader van dit partnerschap gestorte uitgaven als beroepskosten aan te merken (zie toelichting Programmawet 8 april 2003, Parl. St. Kamer, nr. 50 2343/001, blz. 47).

Ook de publieke sector organiseert echter bepaalde initiatieven van kinderdagopvang of vakantieopvang. Zo heeft de VRT en de UZ Gent een eigen kinderdagverblijf en ook verschillende ziekenhuizen vangen de kinderen van hun personeelsleden op. De Vlaamse Gemeenschap organiseert eveneens kinderopvang in de vakanties voor de kinderen van haar personeelsleden. Ongetwijfeld bestaan er ook op federaal niveau initiatieven.

Om deze redenen had ik van de geachte minister graag een antwoord gekregen op de volgende vragen:

1.) Organiseert het departement waarvoor de minister verantwoordelijk is kinderdagopvang of vakantieopvang voor zijn personeelsleden of personeelsleden van andere overheidsinstanties?

2.) Zo ja, kan de minister een overzicht geven van het aantal opvangplaatsen?;

3.) Zo ja, kan de minister aangeven onder welke voorwaarden de personeelsleden aanspraak kunnen maken op de kinderdagopvang of vakantieopvang?

 
Réponse reçue le 7 octobre 2010 : Antwoord ontvangen op 7 oktober 2010 :

1-3. En ce qui concerne l’accueil d’enfants, je peux communiquer à l’honorable membre que le Service public fédéral (SPF) Affaires étrangères, Commerce extérieur et Coopération au Développement dispose d’une crèche destinée aux enfants de ses agents. Cette crèche peut accueillir 24 enfants.

La seule condition pour pouvoir revendiquer une place à la crèche est qu’au moins un des parents soit membre du personnel (statutaire ou contractuel) du SPF Affaires étrangères, Commerce extérieur et Coopération au Développement.

En ce qui concerne l’accueil pendant les vacances, j’ai l’honneur de porter à la connaissance de l’Honorable membre que le SPF Affaires étrangères, Commerce extérieur et Coopération au Développement n’organise pas d’accueil, durant les vacances scolaires, des enfants de son personnel.

Ceci étant, par le biais de son service social, il intervient financièrement dans les frais de garderie et/ou de stages, durant les vacances scolaires de Pâques ou de juillet/août. Les conditions de cette intervention sont les suivantes :

  • au moment du stage ou de la garderie, l’enfant doit être âgé d’au moins 6 ans et ne peut avoir atteint l’âge de 18 ans ;

  • le stage ou la garderie doit avoir lieu en Belgique et doit être assuré par une organisation reconnue, publique ou privée (l’intervention ne peut être sollicitée pour des garderies ou stages organisés sur base individuelle, par des parents ou amis) ;

  • l’intervention est de 5 EUR par enfant et par jour avec un maximum de 20 jours; ceux-ci peuvent être répartis en diverses périodes plus courtes, consécutives ou non mais ayant impérativement lieu durant les vacances scolaires, de Pâques ou de juillet/août.

1-3. Voor wat de kinderopvang betreft kan ik het geachte lid melden dat de Federale Overheidsdienst (FOD) Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over een kinderdagverblijf voor de kinderen van de eigen personeelsleden beschikt. In het kinderdagverblijf is er plaats voor 24 kinderen.

De enige voorwaarde om aanspraak te kunnen maken op een plaats in het kinderdagverblijf is dat minstens één van de ouders personeelslid (statutair of contractueel) van de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking moet zijn.

Voor wat de vakantieopvang betreft kan ik het geachte lid melden dat de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking geen kinderopvang organiseert tijdens de schoolvakanties voor kinderen van personeelsleden.

De sociale dienst van de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking geeft echter wel een financiële tussenkomst in de kosten voor opvang en/of stage van kinderen van personeelsleden gedurende de paasvakantie en de zomervakantie, dit onder volgende voorwaarden:

  • op het moment van de stage of de opvang moet het kind reeds 6 jaar oud zijn en mag het nog niet de leeftijd van 18 jaar bereikt hebben;

  • de stage of opvang moet in België plaatsvinden en dient verzekerd te worden door een erkende organisatie, publiek of privé (de tussenkomst mag niet worden aangevraagd voor opvang of stage die georganiseerd wordt op individuele basis, door ouders of vrienden bijvoorbeeld);

  • de tussenkomst bedraagt 5 EUR per kind en per dag en met een maximum van 20 dagen; deze mogen worden opgesplitst in verschillende kortere periodes, al dan niet opeenvolgend, maar dienen steeds plaats te vinden gedurende de schoolvakanties, meer bepaald de paasvakantie en/of zomervakantie.