SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session extraordinaire de 2010 Buitengewone zitting 2010
________________
20 septembre 2010 20 september 2010
________________
Question écrite n° 5-161 Schriftelijke vraag nr. 5-161

de Guido De Padt (Open Vld)

van Guido De Padt (Open Vld)

à la ministre de la Fonction publique et des Entreprises publiques

aan de minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven
________________
SNCB - Coûts salariaux, âge de la retraite et avantages extralégaux - Comparaison avec les autres États membres de l’Union européenne NMBS - Loonkosten, pensioenleeftijd en extralegale voordelen - Vergelijking met andere landen in de Europese Unie 
________________
Société nationale des chemins de fer belges
coût salarial
analyse comparative
condition de la retraite
Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen
loonkosten
vergelijkend onderzoek
pensioenvoorwaarden
________ ________
20/9/2010Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
20/9/2010Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
________ ________
Heringediend als : schriftelijke vraag 5-3939 Heringediend als : schriftelijke vraag 5-3939
________ ________
Question n° 5-161 du 20 septembre 2010 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-161 d.d. 20 september 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Les coûts salariaux pèsent parfois lourdement sur la viabilité et la rentabilité d’une entreprise. Les chemins de fer n’échappent certainement pas à cette règle. Il est évident qu’il faudra tenir compte de cet élément lors de l’évaluation des conséquences de la libéralisation du secteur ferroviaire.

Je souhaiterais obtenir une réponse aux questions suivantes :

1. la ministre dispose-t-elle de chiffres comparatifs relatifs aux coûts salariaux du personnel ferroviaire dans les États membres de l’Union européenne ? Dans l’affirmative, peut-elle me les communiquer ? Dans la négative, peut-elle charger son département de recueillir ces données ?

2. Dans quelle mesure d’éventuelles différences de coûts salariaux influencent-elles déjà la position concurrentielle de la SNCB et qu’en sera-t-il le cas échéant à l’avenir ?

3. À quel âge le personnel roulant part-il à la retraite en Belgique et dans les autres États membres de l’Union européenne ?

4. Quels avantages extralégaux sont-ils accordés aux cheminots belges et à leurs collègues dans les autres États membres de l’Union européenne ?

 

De loonkosten wegen soms gevoelig op de leefbaarheid en rendabiliteit van een bedrijf. Bij de spoorwegen zal dit niet minder het geval zijn. Met dit gegeven moet uiteraard rekening worden gehouden bij het inschatten van de gevolgen van de liberalisering van het spoor.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1.Beschikt de minister over vergelijkende cijfers van de hoogte van de loonkosten van het spoorwegpersoneel in de landen van de Europese Unie (EU)? Zo ja, wil zij de gegevens ervan mededelen? Zo nee, kan zij opdracht geven om die gegevens te verzamelen?

2.In welke mate wegen eventuele verschillen in loonkost nu reeds door op de concurrentiepositie van de NMBS? In welke mate zal dat eventueel ook in de toekomst het geval zijn?

3.Welke is de pensioenleeftijd van het rijdend personeel in België en in de andere EU-landen?

4.Welke extralegale voordelen ontvangt het spoorwegpersoneel in ons land en in de andere EU-landen?