SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
1 mars 2011 1 maart 2011
________________
Question écrite n° 5-1585 Schriftelijke vraag nr. 5-1585

de Guido De Padt (Open Vld)

van Guido De Padt (Open Vld)

au ministre de la Justice

aan de minister van Justitie
________________
Délits sous l'influence de drogues - Nombres - Types Misdrijven onder invloed van drugs - Aantallen - Aard 
________________
criminalité
lutte contre le crime
alcoolisme
toxicomanie
statistique officielle
répartition géographique
criminaliteit
misdaadbestrijding
alcoholisme
drugverslaving
officiële statistiek
geografische spreiding
________ ________
1/3/2011Verzending vraag
26/7/2011Antwoord
1/3/2011Verzending vraag
26/7/2011Antwoord
________ ________
Aussi posée à : question écrite 5-617 Aussi posée à : question écrite 5-617
________ ________
Question n° 5-1585 du 1 mars 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-1585 d.d. 1 maart 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

La stratégie antidrogue de l'Union européenne pour la période 2005-2012 place parmi ses objectifs prioritaires l'intensification de l'action préventive dans le domaine de la criminalité liée à la drogue.

Pour la Belgique aussi, le Plan National de Sécurité 2008-2011 présente comme une des principales priorités la lutte contre la criminalité sous influence de substances telles que l'alcool ou les stupéfiants.

Le risque d'agression augmente chez les individus sous l'influence de l'alcool et/ou de stupéfiants. De plus, la consommation de drogue est souvent liée à d'autres formes de nuisances sociales et de criminalité, comme les délits (sous l'influence de l'alcool ou de stupéfiants).

Dans ce cadre, je souhaiterais une réponse à la question suivante :

La ministre peut-elle fournir un relevé (ventilé par région) du nombre et du type de délits commis en 2007, 2008, 2009 et 2010 par des auteurs sous l'influence de l'alcool et/ou de stupéfiants ?

 

In de drugsstrategie van de Europese Unie voor de periode van 2005 tot 2012 staat het versterken van de preventieve acties met betrekking tot druggerelateerde criminaliteit beschreven als een van de belangrijkste doelstellingen.

Uit het Nationaal Veiligheidsplan 2008-2011 blijkt dat het bestrijden van criminaliteit onder invloed van intoxicerende middelen zoals alcohol en drugs, ook in België als een van de grootste prioriteiten naar voor wordt geschoven.

Bij mensen onder invloed van alcohol en / of drugs neemt de kans op agressie toe. Druggebruik gaat bovendien vaak gepaard met verschillende vormen van maatschappelijke overlast en criminaliteit, zoals het plegen van misdrijven (onder invloed van drugs of alcohol).

In dit kader kreeg ik graag een antwoord op volgende vraag:

Kan de minister een overzicht geven van het aantal en de soort misdrijven die in 2007, 2008, 2009 en 2010 gepleegd werden (met een opdeling per gewest), waarbij de dader onder invloed was van alcohol en / of drugs?

 
Réponse reçue le 26 juillet 2011 : Antwoord ontvangen op 26 juli 2011 :

Le phénomène de la criminalité liée à la drogue est très complexe et difficile à mesurer. L’on ne peut en Belgique déduire directement l’ampleur de la criminalité liée à la drogue à partir des statistiques de police, de parquet et de condamnation.

En vue d’élaborer une méthode pouvant servir à mesurer la nature et l’ampleur de la criminalité liée aux drogues et d’avoir un aperçu du phénomène en Belgique, une recherche scientifique « Définition et mesure de la criminalité liée aux drogues » a été réalisée au sein du programme de recherches d'appui à la note politique fédérale relative à la problématique de la drogue. Cette recherche a débuté le 1er octobre 2006 et a été achevée le 31 décembre 2008.

Afin de déterminer la nature et l’ampleur de la criminalité liée aux drogues en Belgique, 1 435 dossiers policiers ont été examinés. Pour cette mesure, dix endroits de recherche ont été sélectionnés afin de garantir une bonne diversité géographique. Les chercheurs n’ont pas inclus toutes les catégories d’infraction dans l’échantillon. Ils se sont limités aux délits de propriété, infractions à caractère sexuel, faits de violence et infractions à la législation en matière de drogue. Il s’ensuit que les résultats ne peuvent être généralisés à d’autres types d’infractions ni d’autres régions.

Au cours de l’analyse des dossiers de la police, les chercheurs ont examiné 1 089 dossiers relatifs à des délits de propriété, des faits de violence et des infractions à caractère sexuel. 13,6 % des dossiers analysés ont pu être classés comme étant liés aux drogues.

Il a par ailleurs été vérifié dans le cadre de la recherche si des différences apparaissaient dans la répartition géographique de la criminalité liée aux drogues. Les lieux de recherche ont été répartis entre deux grandes villes, deux villes régionales, deux petites villes, trois communes urbaines dont l’une à la frontière belgo-néerlandaise et une commune rurale. Le nombre de dossiers examinés liés aux drogues augmente à mesure que le degré d’urbanisation du lieu de recherche s’accroît.

L’on a également vérifié le profil des suspects des dossiers examinés. De manière générale, les infractions commises par de jeunes hommes sans-abri et sans emploi sont significativement plus souvent liées aux drogues par comparaison aux infractions commises par des femmes plus âgées qui travaillent et qui ont un logement. L’âge des suspects des dossiers liés aux drogues est en moyenne plus bas que celui des suspects des autres dossiers.

Par ailleurs, les suspects ont généralement la nationalité belge pour la plupart des infractions. Pour les délits de propriété et les infractions à caractère sexuel, il n’y a pas de différence quant à la nationalité en matière de lien avec les drogues. Concernant les faits de violence, la proportion de non-Belges est plus élevée dans les dossiers liés aux drogues.

Pour plus d’informations, nous vous renvoyons à la recherche de B. De Ruyver, A. Lemaitre, M. Born, C. Colman, C. Pirenne et L. Vandam, Définition et mesure de la criminalité liée aux drogues, Politique scientifique fédérale, 2009. Elle peut être consultée à l’adresse suivante :

http://www.belspo.be/belspo/fedra/proj.asp?l=fr&COD=DR/30

Het fenomeen van druggerelateerde criminaliteit is zeer complex en moeilijk te meten. In België kan men de omvang van druggerelateerde criminaliteit niet rechtstreeks aflezen uit de politie-, parket- of veroordelingsstatistieken.

Om een methode te ontwikkelen die gebruikt kan worden bij het meten van de aard en omvang van druggerelateerde criminaliteit en om zicht te krijgen op de druggerelateerde criminaliteit in België werd binnen het onderzoeksprogramma ter ondersteuning van de Federale Beleidsnota Drugs een wetenschappelijk onderzoek “Definiëring en meting van druggerelateerde criminaliteit” (hierna DRUGCRIM-onderzoek) gevoerd. Dit onderzoek ging van start op 1 oktober 2006 en werd afgerond op 31 december 2008.

Om de aard en omvang van druggerelateerde criminaliteit in België te bepalen werden 1 435 politionele dossiers bestudeerd. Voor deze meting werden tien onderzoekslocaties geselecteerd teneinde een goede geografische diversiteit te garanderen. De onderzoekers hebben niet alle misdrijfcategorieën opgenomen in de steekproef. Ze beperkten zich tot de eigendomsdelicten, de seksuele delicten, de geweldsdelicten en de inbreuken op de drugwetgeving. Dit heeft tot gevolg dat veralgemeningen van de resultaten naar andere delicttypes of andere regio’s niet mogelijk zijn.

Tijdens de analyse van politiedossiers analyseerden de onderzoekers 1 089 dossiers inzake eigendoms-, gewelds- en seksuele delicten. Van de geanalyseerde dossiers konden 13,6 % geclassificeerd worden als druggerelateerd.

Verder werd in het onderzoek ook nagegaan of er verschillen optreden in de geografische spreiding van druggerelateerde criminaliteit. De onderzoekslocaties werden opgedeeld in twee grote steden, twee regionale steden, twee kleine steden, drie verstedelijkte gemeenten waarvan één aan de Belgisch-Nederlandse grens en een landelijke gemeente. Het aantal bestudeerde druggerelateerde dossiers stijgt naargelang de verstedelijkingsgraad van de onderzoekslocatie toeneemt.

Ook het profiel van de verdachten werd in de bestudeerde dossiers nagegaan. In het algemeen, wanneer jonge, dakloze mannelijke verdachten zonder beroep delicten plegen, zijn deze significant vaker druggerelateerd in vergelijking met delicten gepleegd door oudere, niet-dakloze, vrouwelijke en werkende verdachten. De leeftijd van de verdachten in de druggerelateerde dossiers is gemiddeld lager dan deze bij de niet-druggerelateerde dossiers.

Verder hebben de verdachten in de meeste delicten meestal de Belgische nationaliteit in plaats van niet-Belgische nationaliteit. Bij de eigendomsdelicten en seksuele delicten is er geen verschil qua nationaliteit inzake druggerelateerdheid. Bij de geweldsdelicten is de proportie niet-Belgen in de druggerelateerde dossiers hoger.

Voor gedetailleerdere informatie verwijs ik u graag naar het onderzoek van B. De Ruyver, A. Lemaitre, M. Born, C. Colman, C. Pirenne en L. Vandam, Definiëring en meting van druggerelateerde criminaliteit, Federaal Wetenschapsbeleid, 2009. Het onderzoek is vrij te raadplegen op:

http://www.belspo.be/belspo/fedra/proj.asp?l= nl&COD=DR/30.