SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2013-2014 Zitting 2013-2014
________________
20 février 2014 20 februari 2014
________________
Question écrite n° 5-11168 Schriftelijke vraag nr. 5-11168

de Guido De Padt (Open Vld)

van Guido De Padt (Open Vld)

à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de Beliris et des Institutions culturelles fédérales

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen
________________
Détenus - Paiement des prestations sociales - État de la question Gedetineerden - Betaling van sociale-uitkeringen - Stand van zaken 
________________
revenu minimal d'existence
assurance maladie
statistique officielle
détenu
assurance chômage
minimumbestaansinkomen
ziekteverzekering
officiële statistiek
gedetineerde
werkloosheidsverzekering
________ ________
20/2/2014Verzending vraag
12/3/2014Antwoord
20/2/2014Verzending vraag
12/3/2014Antwoord
________ ________
Question n° 5-11168 du 20 février 2014 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-11168 d.d. 20 februari 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Le paiement du revenu d’intégration est suspendu durant la période au cours de laquelle une personne est placée, à charge des pouvoirs publics, dans un établissement de quelque nature que ce soit en exécution d’une décision judiciaire ainsi que celle au cours de laquelle une personne subit une peine privative de liberté et qui reste inscrite au rôle d’un établissement pénitentiaire (art. 23, § 3 de la loi concernant le droit à l'intégration sociale et art. 39 de l'arrêté royal portant règlement général en matière de droit à l'intégration sociale).

D'après l'article 67 de l'arrêté royal du 25 novembre 1991 portant réglementation du chômage, les chômeurs n'ont pas non plus droit aux allocations de chômage durant la période de détention préventive ou de privation de liberté.

L'article 233 de l'arrêté royal portant exécution de la loi relative à l'assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994, prévoit quant à lui ce qui suit : « Le titulaire qui n'a pas de personne à charge et qui se trouve dans une période de détention préventive ou de privation de liberté, a droit à une indemnité réduite de moitié. »

Cette disposition est également applicable en ce qui concerne la polytoxicomanie.

Je souhaiterais que la ministre réponde aux questions suivantes :

1) Pour combien de détenus a-t-on suspendu le paiement du revenu d'intégration au cours des années 2011, 2012 et 2013 ?

2) Pour combien de détenus a-t-on suspendu le paiement de l'allocation de chômage au cours des années 2011, 2012 et 2013 ?

3) Combien de détenus ont-ils reçu une indemnité de maladie au cours des années 2011, 2012 et 2013 ? Dans combien de cas le paiement cette allocation a-t-il été suspendu ou son montant réduit ?

4) La ministre juge-t-elle indiqué que l'on continue à payer des indemnités de maladie pendant la période de privation de liberté alors que le paiement du revenu d'intégration et des allocations de chômage est suspendu ? Peut-elle expliquer sa réponse ?

5) La ministre juge-t-elle indiqué que l'on continue à payer des indemnités de maladie en cas de polytoxicomanie ? Pourquoi (pas) ? Combien de cas sont-ils concernés ?

 

De betaling van het leefloon wordt opgeschort tijdens de periode waarin een persoon wordt geplaatst ten laste van de overheid, in een instelling van om het even welke aard, in uitvoering van een gerechtelijke beslissing en tijdens de periode waarin een persoon een vrijheidsstraf ondergaat en ingeschreven blijft op de rol van een strafinrichting. (art. 23, par. 3 van de wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie en art. 39 van het koninklijk besluit houdende het algemeen reglement betreffende het recht op maatschappelijke integratie).

Ook werklozen hebben, ingevolge artikel 67 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, gedurende de periode van voorlopige hechtenis of vrijheidsberoving geen recht op uitkeringen.

Artikel 233 van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, bepaalt dan weer: "De gerechtigden die geen personen ten laste heeft en die verkeert in een periode van voorlopige hechtenis of vrijheidsberoving, heeft recht op een uitkering beperkt tot de helft."

Dit laatste geldt eveneens wat betreft polytoxicomanie.

Graag had ik van de minister het volgende vernomen:

1) Van hoeveel gedetineerden werd het leefloon opgeschort in de jaren 2011, 2012 en 2013,?

2) Van hoeveel gedetineerden werd de werkloosheidsuitkering opgeschort in de jaren 2011, 2012 en 2013 ?

3) Hoeveel gedetineerden ontvingen in de jaren 2011, 2012 en 2013 een ziekte-uitkering? In hoeveel gevallen was deze uitkering geschorst of verminderd?

4) Acht de minister het opportuun dat daar waar bijvoorbeeld het leefloon en de werkloosheidsuitkering gedurende de periode van vrijheidsberoving wordt opgeschort, de ziekte-uitkeringen wel worden uitbetaald. Kan de minister haar antwoord toelichten.

5) Acht zij het opportuun dat in geval van polytoxicomanie de ziekte-uitkeringen uitbetaald blijven? Waarom (niet)? Om hoeveel gevallen gaat het?

 
Réponse reçue le 12 mars 2014 : Antwoord ontvangen op 12 maart 2014 :

L’objet de votre première question, le revenu d’intégration sociale, relève de la compétence de ma collègue, Madame Maggie De Block, la secrétaire d'État à l’Asile et la Migration, à l’Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice.

L’objet de votre deuxième question, l’allocation de chômage, relève de la compétence de ma collègue, Madame Monica De Coninck, la ministre de l’Emploi.

Pour ce qui concerne l’objet de vos troisième, quatrième et cinquième questions, les indemnités d’incapacité de travail, il relève de la compétence de mon collègue, Monsieur Philippe Courard, le secrétaire d'État aux Affaires sociales, aux Familles, aux Personnes handicapées et à la Politique scientifique, chargé des Risques professionnels.

Het onderwerp van uw eerste vraag, het leefloon, behoort tot de bevoegdheid van mijn collega, Mevrouw Maggie De Block, de Staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie.

Het onderwerp van uw tweede vraag, de werkloosheidsuitkering, behoort tot de bevoegdheid van mijn collega, Mevrouw Monica De Coninck, minister van Werk.

Wat het onderwerp betreft van uw derde, vierde en vijfde vraag, de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen, dit behoort tot de bevoegdheid van mijn collega, de heer Philippe Courard, de Staatssecretaris voor Sociale Zaken, Gezinnen, Personen met een handicap en Wetenschapsbeleid, belast met beroepsrisico’s.