SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2013-2014 Zitting 2013-2014
________________
14 janvier 2014 14 januari 2014
________________
Question écrite n° 5-10856 Schriftelijke vraag nr. 5-10856

de Guido De Padt (Open Vld)

van Guido De Padt (Open Vld)

à la ministre de la Justice

aan de minister van Justitie
________________
Entrave ou droit de garde -Entrave au droit de visite - Plaintes - Affaires judiciaires Verhindering van het verblijfsrecht - Verhindering van het omgangsrecht - Klachten - Rechtszaken 
________________
droit de garde
droit de visite
statistique officielle
hoederecht
omgangsrecht
officiële statistiek
________ ________
14/1/2014Verzending vraag
28/4/2014Einde zittingsperiode
14/1/2014Verzending vraag
28/4/2014Einde zittingsperiode
________ ________
Question n° 5-10856 du 14 janvier 2014 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-10856 d.d. 14 januari 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Lorsqu'un des parents ne veut pas lui remettre l'enfant en dépit du droit de garde ou de visite, l'autre peut s'adresser au tribunal.

Selon l'article 432 du Code pénal (CP), des poursuites pénales sont possibles :

§ 1er. Seront punis d’un emprisonnement de huit jours à un an et d’une amende de vingt-six [euros] à mille [euros], ou d’une de ces peines seulement :

le père ou la mère qui soustraira ou tentera de soustraire son enfant mineur à la procédure intentée contre lui en vertu de la législation relative à la protection de la jeunesse ou à l’aide à la jeunesse, qui le soustraira ou tentera de le soustraire à la garde des personnes à qui l’autorité compétente l’a confié, qui ne le représentera pas à ceux qui ont le droit de le réclamer, l’enlèvera ou le fera enlever, même de son consentement.

Si le coupable a été déchu de l’autorité parentale en tout ou en partie, l’emprisonnement pourra être élevé jusqu’à trois ans.

§ 2. Si le coupable cache l’enfant mineur pendant plus de cinq jours à ceux qui ont le droit de le réclamer ou s’il retient indûment l’enfant mineur hors du territoire du Royaume, il sera puni d’un emprisonnement d’un an à cinq ans et d’une amende de cinquante [euros] à mille [euros], ou d’une de ces peines seulement.

Si le coupable a été déchu de l’autorité parentale en tout ou en partie, l’emprisonnement sera de trois ans au moins.

§ 3. Dans les cas où il aura été statué sur la garde de l’enfant soit au cours, soit à la suite d’une instance en divorce ou en séparation de corps, soit dans d’autres circonstances prévues par la loi, les peines prévues aux §§ 1er et 2 seront appliquées au père ou à la mère qui soustraira ou tentera de soustraire son enfant mineur à la garde de ceux à qui il aura été confié en vertu de la décision, qui ne le représenteront pas à ceux qui ont le droit de le réclamer, l’enlèvera ou le fera enlever, même de son consentement.

§ 4. Lorsque la garde de l’enfant aura fait l’objet d’un règlement transactionnel préalable à une procédure par consentement mutuel, les peines prévues aux §§ 1er et 2 seront appliquées au père ou à la mère qui, à dater de la transcription du divorce par consentement mutuel, soustraira ou tentera de soustraire son enfant mineur à la garde de ceux à qui il aura été confié en vertu de la décision ou du règlement transactionnel, qui ne le représentera pas à ceux qui ont le droit de le réclamer, l’enlèvera ou le fera enlever, même de son consentement.

J'aimerais apprendre de la ministre :

1) Ces quatre dernières années, combien de plaintes ont-elles été introduites sur la base de l'article 432 du CP ? La ministre peut-elle donner un relevé du nombre d'affaires par parquet ? Combien de ces plaintes ont-elles été classées et combien ont-elles donné lieu à une procédure effective ?

2) Ces quatre dernières années, combien d'affaires - basées sur l'article 432 du CP - les tribunaux ont-ils traitées ? La ventilation par arrondissement judiciaire et par instance est-elle possible ?

 

Indien de ene ouder het kind aan de andere ouder niet wil meegeven in strijd met het verblijfsrecht of omgangsrecht, kan men zich tot de rechtbank wenden.

Op basis van artikel 432 van het Strafwetboek (S.W.) is strafrechtelijke vervolging mogelijk, indien:

§ 1. Met gevangenisstraf van acht dagen tot een jaar en met geldboete van zesentwintig [euro] tot duizend [euro], of met een van deze straffen alleen worden gestraft :

de vader of moeder die het minderjarige kind onttrekt of poogt te onttrekken aan de rechtsvervolging, tegen dit kind ingesteld uit kracht van de wetgeving betreffende de jeugdbescherming of betreffende de jeugdbijstand, die het onttrekt of poogt te onttrekken aan de bewaring van de personen aan wie de bevoegde overheid het heeft toevertrouwd, die het niet afgeeft aan degenen die het recht hebben het op te eisen of die het, zelfs met zijn toestemming, ontvoert of doet ontvoeren.

Is de schuldige geheel of ten dele ontzet uit de ouderlijke macht, dan kan de gevangenisstraf tot drie jaar worden verhoogd.

§ 2. Indien de schuldige het minderjarige kind meer dan vijf dagen verborgen houdt voor degenen die het recht hebben het op te eisen of het minderjarige kind onrechtmatig buiten het grondgebied van het Koninkrijk vasthoudt, wordt hij gestraft met gevangenisstraf van een jaar tot vijf jaar en met geldboete van vijftig [euro] tot duizend [euro], of met een van deze straffen alleen.

Is de schuldige geheel of ten dele ontzet uit de ouderlijke macht, dan is de gevangenisstraf minstens drie jaar.

§ 3. Wanneer over de bewaring van het minderjarige kind mocht zijn beslist, hetzij gedurende het verloop of ten gevolge van een geding tot echtscheiding of tot scheiding van tafel en bed, hetzij in andere bij de wet bepaalde omstandigheden, dan worden de straffen bepaald in de §§ 1 en 2 toegepast op de vader of de moeder die het minderjarige kind onttrekt of poogt te onttrekken aan de bewaring van hen aan wie het krachtens de beslissing is toevertrouwd, die het niet afgeeft aan degenen die het recht hebben het op te eisen of die het, zelfs met zijn toestemming, ontvoert of doet ontvoeren.

§ 4. Indien over de bewaring van het minderjarige kind een aan de rechtspleging door onderlinge toestemming voorafgaande minnelijke schikking is getroffen, worden de straffen bepaald in §§ 1 en 2 toegepast op de vader of de moeder die, vanaf de datum van de overschrijving van de echtscheiding door onderlinge toestemming, het minderjarige kind onttrekt of poogt te onttrekken aan de bewaring van hen aan wie het krachtens de beslissing of de minnelijke schikking is toevertrouwd, die het niet afgeeft aan hen die het recht hebben het op te eisen of die het, zelfs met zijn toestemming, ontvoert of doet ontvoeren.

Graag had ik van de geachte minister vernomen:

1) Hoeveel klachten werden de laatste vier jaren ingediend op basis van artikel 432 S.W. ? Kan de geachte minister een overzicht geven van het aantal zaken per parket? Hoeveel van die klachten werden inmiddels geseponeerd en hoeveel leidden tot een effectieve procedure?

2) Hoeveel zaken -op basis van artikel 432 S.W.- werden er, de afgelopen vier jaren, door de rechtbanken behandeld? Kan hierbij een opdeling worden gemaakt per gerechtelijk arrondissement en per aanleg?