SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2007-2008 Zitting 2007-2008
________________
28 avril 2008 28 april 2008
________________
Question écrite n° 4-880 Schriftelijke vraag nr. 4-880

de Sabine de Bethune (CD&V N-VA)

van Sabine de Bethune (CD&V N-VA)

au ministre des Affaires étrangères

aan de minister van Buitenlandse Zaken
________________
Iran - Oppression des femmes - Parvin Ardalan - Solidarité belge Iran - Onderdrukking van vrouwen - Parvin Ardalan - Belgische solidariteit 
________________
Iran
droits de la femme
droits de l'homme
condition féminine
Iran
rechten van de vrouw
rechten van de mens
positie van de vrouw
________ ________
28/4/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 29/5/2008)
23/5/2008Antwoord
28/4/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 29/5/2008)
23/5/2008Antwoord
________ ________
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 4-233 Herkwalificatie van : vraag om uitleg 4-233
________ ________
Question n° 4-880 du 28 avril 2008 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-880 d.d. 28 april 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Le 3 mars 2008, Parvin Adalan, journaliste, féministe active et membre de la campagne « Un million de signatures pour l’abrogation des lois discriminatoires envers les femmes en Iran », a été empêchée par les services de sécurité iraniens de recevoir à Oslo le prix Olof Palme. Ce prix lui a été attribué en reconnaissance de ses activités de protection des droits de l’homme.

La situation des droits de la femme en Iran est préoccupante. Dans ce pays, les femmes continuent à être victimes d’une discrimination extrême. Les voix qui veulent témoigner sur la scène internationale des aspirations des femmes iraniennes à la liberté et à l’égalité sont étouffées.

En Flandre, la société civile et les mouvements de défense des droits de l’homme, dont Attac Vlaanderen, ont appelé les autorités iraniennes à mettre un terme à toute forme de discrimination légale et de fait à l’encontre des femmes en Iran.

D’où les questions suivantes.

Dans quelle mesure le ministre a-t-il abordé le dossier de Parvin Ardalan ? A-t-il pris des initiatives diplomatiques ?

La Belgique soutient-elle des programmes ou projets en Iran par exemple dans le cadre de la prévention des conflits ou de la diplomatie préventive, afin de promouvoir les droits de l’homme en général et ceux de la femme en particulier ?

L’Union européenne a-t-elle pris des initiatives dans le dossier de Parvin Ardalan ? Dans la négative, le ministre est-il disposé à l’aborder au niveau européen ?

 

Op 3 maart 2008 werd Parvin Ardalan, journaliste, actieve feministe en lid van de campagne “Een miljoen handtekeningen voor de intrekking van de discriminerende wetten jegens vrouwen in Iran” door de veiligheidsdiensten van Iran verhinderd om de Olof Palme Prijs in ontvangst te nemen in Stockholm. Deze prijs werd haar toegekend als erkenning van haar activiteiten ter bescherming van de mensenrechten.

De vrouwenrechtensituatie in Iran is verontrustend. Vrouwen blijven in Iran het slachtoffer van verregaande discriminatie. Stemmen die het streven van Iraanse vrouwen naar vrijheid en gelijkheid willen bekendmaken op de internationale scène worden in de kiem gesmoord.

In Vlaanderen heeft het middenveld en de mensenrechtenbeweging, waaronder Attac Vlaanderen, de Iraanse autoriteiten opgeroepen om een einde te maken aan alle vormen van wettelijke en feitelijke discriminatie tegen vrouwen in Iran.

Daarom volgende vragen:

In welke mate heeft de geachte minister het dossier van Parvin Ardalan aangekaart? Heeft hij diplomatieke initiatieven genomen?

Ondersteunt België programma’s of projecten in Iran, bijvoorbeeld in het kader van conflictpreventie of preventieve diplomatie, ter bevordering van de mensenrechten in het algemeen en vrouwenrechten meer specifiek?

Heeft de Europese Unie initiatieven genomen in het dossier van Parvin Ardalan? Indien niet, is hij bereid dit aan te kaarten op Europees niveau?

 
Réponse reçue le 23 mai 2008 : Antwoord ontvangen op 23 mei 2008 :

La situation des droits de l'homme en Iran est particulièrement inquiétante; il est même question d'une politique répressive accrue du régime, accompagnée de très nombreuses violations des droits de l'homme.

En effet, le mouvement pour les droits de la femme est vivement attaqué. Outre la situation de Parvin Ardalan que vous mentionnez et dont je suis informé, je déplore aussi notamment la fermeture du plus important magazine féminin Zanan qui n'hésitait pas à aborder des matières difficiles telles que la violence domestique et les problèmes de couple.

Lors de mes contacts avec les autorités iraniennes, je n'hésite pas à aborder la question des droits de l'homme dans le pays. En matière de droits de l'homme, il existe également une bonne coopération avec les autres États membres de l'Union européenne (UE). Une intervention conjointe des États membres de l'UE est clairement plus efficace.

Un dialogue « Droits de l'homme » a été instauré entre l'UE et l'Iran en 2002. Ce dialogue a entre-temps été suspendu par les autorités iraniennes. Maintenant que ce dialogue n'a plus lieu, la Belgique et l'UE ont recours en premier lieu à des démarches effectuées auprès des autorités iraniennes par la représentation locale de la présidence de l'UE à Téhéran.

Ces démarches ont lieu à intervalles réguliers, la priorité est consacrée dans la majorité des cas aux droits des femmes. Ce type de démarche et la déclaration publique qui l'accompagne embarrassent les autorités iraniennes, comme en témoignent leurs réactions irritées.

Les cas individuels sont également inclus dans les démarches effectuées. La liste des cas individuels abordés lors de la dernière démarche n'a pas repris explicitement la situation de Parvin Ardalan mais bien celle d'un autre membre du mouvement « Un million de signatures » qui avait été arrêté de manière arbitraire. D'après les informations dont je dispose, Parvin Ardalan n'est provisoirement pas en détention. Elle doit toutefois rester à la disposition des services de sécurité.

Je puis vous assurer que mes services et moi-même, nous continuerons à suivre attentivement la situation des droits des femmes en Iran et plus particulièrement la situation de Parvin Ardalan.

De mensenrechtensituatie in Iran is bijzonder onrustwekkend en er is zelfs sprake van een toename van de repressieve politiek van het regime met talloze schendingen van de mensenrechten tot gevolg.

De vrouwenrechtenbeweging wordt inderdaad erg hard aangepakt. Naast de door u vermelde situatie van Parvin Ardalan, waarvan ik op de hoogte ben, betreur ik ondermeer ook de sluiting van het vooraanstaande vrouwenmagazine Zanan dat moeilijke onderwerpen als huiselijk geweld en relatieproblemen niet uit de weg ging.

Tijdens mijn contacten met de Iraanse autoriteiten, aarzel ik niet om de kwestie van de mensenrechten in het land aan te snijden. Inzake mensenrechten is er ook een goede samenwerking met de andere lidstaten van de Europese Unie (EU). Een gezamenlijk optreden van de lidstaten van de EU heeft een duidelijk versterkend effect.

In 2002 werd een Mensenrechtendialoog tussen de EU en Iran opgestart. Intussen werd deze Mensenrechtendialoog echter opgeschort door de Iraanse overheid. Nu er geen dialoog meer plaatsheeft, maken België en de EU in de eerste plaats gebruik van demarches die worden uitgevoerd door het lokale EU voorzitterschap in Teheran bij de Iraanse autoriteiten.

Deze démarches vinden plaats op regelmatige tijdstippen en er wordt steevast aandacht besteed aan vrouwenrechten. Dergelijke démarche, en de publieke verklaring die ermee gepaard gaat, brengen de Iraanse autoriteiten in verlegenheid, zoals blijkt uit hun boze reacties.

Individuele gevallen maken ook deel uit van de inhoud van een démarche. De situatie van Parvin Ardalan werd niet expliciet opgenomen in de lijst van individuele gevallen van de laatste démarche, maar een ander lid van de « Een miljoen handtekeningen » beweging, die willekeurig werd gearresteerd, werd wel vermeld. Volgens de informatie waar ik over beschik, bevindt Parvin Ardalan zich voorlopig niet in hechtenis. Ze moet echter wel ter beschikking van de veiligheidsdiensten blijven.

Ik kan u verzekeren dat mijn diensten en ikzelf de situatie van de vrouwenrechten in Iran, en in het bijzonder ook de situatie van Parvin Ardalan, met blijvende aandacht zullen blijven volgen.