SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2009-2010 Zitting 2009-2010
________________
8 avril 2010 8 april 2010
________________
Question écrite n° 4-7461 Schriftelijke vraag nr. 4-7461

de Dirk Claes (CD&V)

van Dirk Claes (CD&V)

à la ministre de l'Intérieur

aan de minister van Binnenlandse Zaken
________________
Conseillers en technoprévention (CTP) - Fonction - Reconnaissance - Conditions - Différence entre un CTP et un volontaire Technopreventieve adviseurs (TPA) - Functie - Erkenning - Voorwaarden - Verschil tussen een TPA en een vrijwilliger 
________________
formation professionnelle
norme de sécurité
logement
vol
lutte contre le crime
beroepsopleiding
veiligheidsnorm
huisvesting
diefstal
misdaadbestrijding
________ ________
8/4/2010Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 14/5/2010)
6/5/2010Einde zittingsperiode
8/4/2010Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 14/5/2010)
6/5/2010Einde zittingsperiode
________ ________
Requalification de : demande d'explications 4-1667 Requalification de : demande d'explications 4-1667
________ ________
Question n° 4-7461 du 8 avril 2010 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-7461 d.d. 8 april 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Les cambriolages dans les habitations sont l'une des formes de criminalité les plus fréquentes dans notre pays. Selon différentes études, les citoyens voient en outre ces cambriolages comme l'un des principaux problèmes au sein de leur quartier.

Pour répondre à cette problématique, la fonction de conseiller en technoprévention (CTP) a été créée. Ces CTP doivent veiller à ce que les citoyens investissent de manière sensée dans la sécurisation de leur habitation. La fonction est exercée par des personnes qui travaillent pour la commune, la police locale ou fédérale ou la province. Le CTP reçoit une formation qui est uniforme dans l'ensemble du pays.

Les agents de quartier et les équipes d'intervention ont la possibilité de suivre une formation continuée en matière de méthodologie globale de sécurisation. Toutefois, ils ne peuvent pas être reconnus comme CTP.

En outre, il est possible d'engager des volontaires pour accroître la capacité. Ces volontaires ne peuvent pas être considérés comme remplacement des CTP, mais seulement comme un prolongement de ceux-ci.

Il est normal que tout un chacun ne puisse être reconnu comme CTP, mais il faut veiller à ce que n'apparaisse pas une trop grande confusion entre les différents travailleurs de prévention.

À ce sujet, je souhaiterais poser les questions suivantes à la ministre :

1) La ministre peut-elle m'expliquer le choix de ne pas reconnaître comme conseiller en technoprévention (CTP) les agents de quartier et les équipes d'intervention ?

2) Peut-elle me communiquer les conditions auxquelles les volontaires doivent satisfaire ? Sont-elles très différentes de celles que doivent remplir les CTP ?

3) Quelle est la différence de responsabilité entre les CTP et les volontaires ?

4) La ministre ne craint-elle pas l'apparition d'une certaine confusion sur le terrain due à l'existence de différentes catégories de responsables de la prévention ?

5) Les volontaires bénéficient-ils d'une formation aussi approfondie que celle des CTP ? La ministre peut-elle m'expliquer les différences entre les formations ?

 

Inbraken in woningen zijn één van de meest voorkomende vormen van criminaliteit in ons land. Volgens diverse onderzoeken ervaren burgers deze inbraken ook als één van de belangrijkste problemen in hun buurt.

Om een antwoord te bieden aan deze inbraken werd de functie technopreventief adviseur (TPA) in het leven geroepen. Deze TPA moeten ervoor zorgen dat de burgers zinvol investeren in de beveiliging van hun woning. De functie wordt uitgeoefend door personen die werken voor de gemeente, de lokale of federale politie of voor de provincie. De TPA krijgt een opleiding die uniform is in het hele land.

De wijkagenten en de interventieploegen hebben de mogelijkheid een voortgezette opleiding te volgen inzake globale beveiligingsmethodologie. Ze kunnen echter niet als TPA erkend worden.

Daarnaast is er ook een mogelijkheid om vrijwilligers in te zetten om de capaciteit te vergroten. Ook deze vrijwilligers kunnen niet als vervanging voor de TPA beschouwd worden, maar slechts als een verlengstuk ervan.

Het is normaal dat niet iedereen als TPA erkend kan worden, maar er moet worden op toegezien dat er niet te veel onduidelijkheid ontstaat tussen de verschillende preventiewerkers onderling.

Graag had ik hieromtrent de volgende vragen aan de minister gesteld:

1) Kan ze mij verklaren waarom ervoor gekozen werd om wijkagenten en interventieploegen niet als technopreventief adviseur (TPA) te erkennen?

2) Kan ze mij de voorwaarden meedelen waaraan de vrijwilligers moeten voldoen? Verschillen deze in grote mate van de voorwaarden van de TPA?

3) Wat is het verschil in verantwoordelijkheid tussen de TPA en de vrijwilligers?

4) Vreest ze niet dat er onduidelijkheid zal ontstaan op het terrein door het bestaan van verschillende soorten preventieverantwoordelijken?

5) Genieten de vrijwilligers een even diepgaande opleiding als de TPA? Kan ze mij de verschillen tussen de opleidingen meedelen?