SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2009-2010 Zitting 2009-2010
________________
12 mars 2010 12 maart 2010
________________
Question écrite n° 4-7186 Schriftelijke vraag nr. 4-7186

de Pol Van Den Driessche (CD&V)

van Pol Van Den Driessche (CD&V)

au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen
________________
Comités d'acquisition - Traitement des dossiers - Délais moyens - Causes et mesures Aankoopcomités - Dossierbehandeling - Gemiddelde termijnen - Oorzaken en maatregelen 
________________
expropriation
comité d'acquisition
onteigening
aankoopcomité
________ ________
12/3/2010Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 15/4/2010)
15/4/2010Antwoord
12/3/2010Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 15/4/2010)
15/4/2010Antwoord
________ ________
Question n° 4-7186 du 12 mars 2010 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-7186 d.d. 12 maart 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

J'apprends de différentes sources que le fonctionnement des comités d'acquisition, responsables de l'estimation des biens immobiliers expropriés et de l'acquisition de biens publics, est plutôt lent.

Cela peut avoir pour effet que des travaux importants, tels l'aménagement de pistes cyclables, la suppression de points noirs et autres travaux d'infrastructure subissent du retard. C'est d'autant plus regrettable que, la plupart du temps, les fonds nécessaires pour acquérir les terrains et biens immobiliers existent mais ne peuvent être utilisés à cause de la lenteur du fonctionnement des comités. C'est probablement la conséquence des nombreux dossiers qu'ils doivent traiter.

Je souhaiterais obtenir une réponse aux questions suivantes :

1. Quel est le délai moyen dans lequel un dossier relatif à un achat est traité par un comité d'acquisition ?

2. Quelle est la cause de la lenteur du fonctionnement de ces comités ?

3. Quelles mesures le ministre prévoit-il pour améliorer le fonctionnement de ces comités ?

 

Ik verneem uit verschillende bronnen dat de werking van de aankoopcomités, verantwoordelijk voor de schatting van te onteigenen onroerend goed en de verwerving van openbaar bezit, behoorlijk traag verloopt.

Dit kan ertoe leiden dat belangrijke werken, zoals de aanleg van fietspaden, het wegwerken van zwarte punten en andere infrastructuurwerken vertraging oplopen. Dit is zeer te betreuren, zeker omdat de nodige fondsen om de gronden en onroerende goederen te verwerven meestal wel aanwezig zijn, maar niet aangewend kunnen worden door de trage werking van de comités. Dit is vermoedelijk een gevolg van de vele dossiers die zij moeten afwerken.

Graag had ik hierover volgende vragen gesteld:

1. Welke is de gemiddelde termijn waarbinnen een dossier tot aankoop door een aankoopcomité wordt behandeld?

2.Wat is de oorzaak van de trage werking van deze comités?

3. In welke maatregelen voorziet de minister om de werking van deze comités beter te laten verlopen?

 
Réponse reçue le 15 avril 2010 : Antwoord ontvangen op 15 april 2010 :

1. Les comités d’acquisition exécutent des missions de diverses natures (estimations, acquisitions, expropriations, ventes, passation d’actes) et de diverse importance, aussi bien pour des donneurs d’ordre qui sont obligés de faire appel à leurs services que pour des donneurs d’ordre qui peuvent facultativement faire appel à leurs services, en partie pour des donneurs d’ordre réguliers et parfois pour des donneurs d’ordre qui ne s’adressent à eux que sporadiquement. Par ailleurs, le dossier relatif à la mission qui est transmis par le donneur d’ordre au comité d’acquisition peut être complet ou incomplet. Les données et renseignements contenus dans ce dossier peuvent en outre être exacts ou inexacts.

Dans les dossiers d’acquisition, il y a aussi de nombreuses interactions avec les donneurs d’ordre, les citoyens concernés et certaines autorités administratives qui doivent fournir des renseignements (certificats d’urbanisme, attestations du sol, etc…). Par ailleurs, pour beaucoup de missions d’acquisition pour des projets d’infrastructure, il y a souvent une ou plusieurs parcelles, pour lesquelles des études du sol doivent être exécutées préalablement à l’acquisition. L’exécution et la déclaration de conformité de ces études exigent beaucoup de temps.

Le délai de réalisation d’un dossier d’acquisition n’est dès lors qu’en partie déterminé par le temps pris par le comité lui-même pour traiter le dossier.

Il est, en conséquence, difficile de déterminer un délai moyen de traitement, et encore plus d’en tirer des conclusions pour un dossier déterminé ou par donneur d’ordre.

Pour diminuer le délai de réalisation des dossiers, une collaboration optimale avec les donneurs d’ordre est recherchée.

En plus, une mission d’étude “Etude Comités d’acquisition 2009/C15” a été lancée le 26 novembre 2009, avec pour objectif de fournir une proposition de recommandations en vue d’une optimalisation du processus pour plus d’efficience et d’efficacité et de permettre aux comités de fonctionner en ayant une vision orientée « résultats » et « clients », en tenant compte de la problématique de la pyramide des âges défavorable et de la problématique du changement dans le flux des missions.

La première réunion marquant le démarrage de la mission d’étude visée, laquelle mission est menée par le bureau d’études McKinsey, a eu lieu le 3 mars 2010. Les résultats de cette étude sont attendus pour la fin avril.

J’attends le résultat de cette d’étude pour tirer des conclusions relatives au fonctionnement futur des comités d’acquisition (cf. ma réponse aux questions parlementaires orales n° 20178 de madame Rita De Bont et n° 20397 de M. Jenne De Potter).

1. De aankoopcomités voeren opdrachten uit van diverse aard (schattingen, aankopen, onteigeningen, verkopen, verlijden van akten) en van diverse omvang, ofwel voor opdrachtgevers die verplicht zijn op hun diensten een beroep te doen, dan wel voor opdrachtgevers die facultatief op hun diensten een beroep kunnen doen, deels voor regelmatige opdrachtgevers en soms voor opdrachtgevers die zich slechts sporadisch tot hen wenden. Daarenboven is het dossier dat door de opdrachtgever met betrekking tot. de opdracht wordt meegedeeld volledig dan wel onvolledig. Verder kunnen de gegevens van dit dossier al dan niet correct zijn.

In de aankoopdossiers zijn er ook heel wat interacties met de opdrachtgevers, de betrokken burgers en een aantal adminstratieve overheden die inlichtingen dienen te verschaffen. (stedenbouwkundige attesten, bodemattesten enz…). Verder zijn er bij heel wat verwervingsopdrachten voor infrastructuurprojecten vaak één of meerdere percelen betrokken waar er voorafgaand aan de verwerving bodemonderzoeken dienen te worden uitgevoerd. Het uitvoeren en de conformverklaring van deze onderzoeken vergt heel wat tijd.

De doorlooptijd van een aankoopdossier wordt dan ook slechts voor een deel bepaald door de behandelingsduur op het comité zelf.

Het is dan ook moeilijk om een gemiddelde afhandelingstermijn te bepalen, laat staan hieruit conclusies te trekken naar één bepaald dossier of opdrachtgever toe.

Teneinde de doorlooptijd te verminderen wordt er gestreefd naar een optimale samenwerking met de opdrachtgevers.

Tevens werd op 26 november 2009 een studieopdracht “studie aankoopcomités 2009 C15” uitgeschreven ten einde aanbevelingen voor te stellen naar procesoptimalisatie, naar verhoging van efficiëntie en effectiviteit, zodat de comités resultaat- en klantgericht kunnen functioneren, hierbij rekening houdend met de problematiek van de ongunstige leeftijdspiramide en de problematiek van de wijzigende flux aan opdrachten.

De kick-off meeting van de bedoelde studieopdracht, welke wordt uitgevoerd door het studiebureau McKinsey, heeft plaats gevonden op 3 maart 2010. De resultaten van deze studie worden verwacht tegen eind april.

Ik wacht het resultaat van de studieopdracht af om conclusies te trekken met betrekking tot de toekomstige werking van de aankoopcomités (cf. mijn antwoord op de mondelinge parlementaire vragen nr. 20178 van mevrouw Rita De Bont en nr. 20397 van de heer Jenne De Potter).