SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2009-2010 Zitting 2009-2010
________________
9 février 2010 9 februari 2010
________________
Question écrite n° 4-6878 Schriftelijke vraag nr. 4-6878

de Dirk Claes (CD&V)

van Dirk Claes (CD&V)

à la ministre de l'Intérieur

aan de minister van Binnenlandse Zaken
________________
Société nationale des chemins de fer belges (SNCB) - Resquilleurs - Procès-verbaux Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) - Zwartrijders - Processen-verbaal 
________________
Société nationale des chemins de fer belges
transport de voyageurs
titre de transport
Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen
reizigersvervoer
plaatsbewijs
________ ________
9/2/2010Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 11/3/2010)
24/3/2010Antwoord
9/2/2010Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 11/3/2010)
24/3/2010Antwoord
________ ________
Aussi posée à : question écrite 4-6877 Aussi posée à : question écrite 4-6877
________ ________
Question n° 4-6878 du 9 février 2010 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-6878 d.d. 9 februari 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Dans le cadre de mes travaux en commission de l'Intérieur et des Affaires administratives du Sénat, je souhaiterais recevoir une réponse aux questions suivantes :

1. Durant les années 2007, 2008 et 2009, combien de voyageurs ont-ils utilisé les services du chemin de fer sans disposer du titre de transport requis ?

2. Durant les années 2007, 2008 et 2009, combien de voyageurs ont-ils reçu un procès-verbal parce qu'ils utilisaient les services du chemin de fer sans disposer du titre de transport requis ? Je souhaiterais aussi recevoir une ventilation géographique des chiffres ?

 

In het kader van mijn werkzaamheden in de commissie voor de Binnenlandse Zaken en voor de Administratieve Aangelegenheden van de Senaat kreeg ik graag een antwoord op volgende vragen:

1. Hoeveel reizigers maakten in de jaren 2007, 2008 en 2009 gebruik van de dienstverlening van het spoor zonder over het gepaste vervoersbewijs te beschikken?

2. Tegen hoeveel reizigers is er in de jaren 2007, 2008 en 2009 een proces-verbaal opgesteld wegens het gebruik van de dienstverlening van het spoor zonder over het gepaste vervoersbewijs te beschikken? Graag kreeg ik ook de geografische opdeling van de cijfers.

 
Réponse reçue le 24 mars 2010 : Antwoord ontvangen op 24 maart 2010 :

L’honorable membre trouvera ci-dessous réponse à ses questions.

En principe, la police (des chemins de fer) n’intervient pas pour ce qui est de voyager en train sans titre de transport valide, vu que ce comportement peut être compris comme une transgression au code du commerce. C’est pour cette raison que des procès-verbaux ne sont que très rarement rédigés pour le fait de “voyager sans titre de transport valide”.

Ces faits sont enregistrés par les accompagnateurs de train au moyen du formulaire “C170” de la Société nationale des chemins de fer belges (SNCB). Ces données peuvent être demandées à mon collègue des Entreprises Publiques.

Néanmoins, dans certains cas, la police (des chemins de fer) peut offrir son appui. Deux types de cas fréquents sont le refus de donner l’ identité et/ou l’agression de la part du voyageur sans titre de transport. Quelques fois, l’accompagnateur de train fait alors appel à la police pour obliger un voyageur de s’identifier. L’autre cas de figure, moins courant, est l’appui policier demandé, car le fait pris en flagrant délit dégénère vers une situation verbalement ou physiquement agressive. Ces deux types d’interventions n’ont pas pour origine le fait de voyager sans titre de transport valide mais le comportement du voyageur contrevenant face à l’accompagnateur de train qui le prend en flagrant délit.

En synthèse, la police (des chemins de fer) intervient et rédige des procès-verbaux en raison du comportement qui est lié au fait de voyager sans titre de transport, mais pas en raison du fait lui-même, comme impliqué dans la question parlementaire.

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen.

De (spoorweg)politie intervenieert in principe niet omwille van het gebruik maken van een trein zonder geldig ticket, aangezien dit gedrag kan worden begrepen als een geschil van handelsrecht. Om die reden worden er voor het loutere feit van zwartrijden zeer zelden processen-verbaal opgesteld.

Dit type feiten wordt geregistreerd door de treinbegeleiders via het “C170-formulier” van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS). Cijfergegevens hierover kunnen worden opgevraagd bij mijn collega van Overheidsbedrijven.

In een aantal gevallen kan de (spoorweg)politie wel ondersteuning bieden. Twee frequent voorkomende gevallen betreffen de weigering van identificatie en/of agressie door de betrapte zwartrijder. Soms doet de treinbegeleider dan een beroep op de politie om de reiziger te dwingen om zich te identificeren. In andere, minder vaak voorkomende, gevallen wordt politionele ondersteuning gevraagd, omdat het feit van de betrapping zich ontwikkelt naar een situatie waarin verbaal of fysiek geweld wordt aangewend. De reden voor deze soorten interventies heeft echter niets te maken met het zwartrijden zelf, maar met de wijze waarop de zwartrijder zich gedraagt tegenover de treinbegeleider, nadat de laatste hem betrapt heeft.

Samenvattend intervenieert de (spoorweg)politie en stelt ze processen-verbaal op omwille van het gedrag dat gebonden is aan zwartrijden, maar niet omwille van het zwartrijden, zoals de vraagstelling impliceert.