SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2009-2010 Zitting 2009-2010
________________
27 janvier 2010 27 januari 2010
________________
Question écrite n° 4-6601 Schriftelijke vraag nr. 4-6601

de Ann Somers (Open Vld)

van Ann Somers (Open Vld)

au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen
________________
Services publics - Combinaison vie familiale et travail - Organisation d'une garderie pour enfants - Situation et initiatives Overheidsdiensten - Combinatie van werk en gezin - Organisatie van kinderopvang - Situatie en initiatieven 
________________
ministère
fonction publique
garde d'enfants
statistique officielle
répartition géographique
équilibre vie professionnelle-vie privée
ministerie
overheidsapparaat
kinderoppas
officiële statistiek
geografische spreiding
balans tussen werk en privé
________ ________
27/1/2010Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 25/2/2010)
16/3/2010Antwoord
27/1/2010Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 25/2/2010)
16/3/2010Antwoord
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6600
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6602
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6603
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6604
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6605
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6606
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6607
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6608
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6609
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6610
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6611
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6612
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6613
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6614
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6615
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6616
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6617
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6600
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6602
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6603
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6604
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6605
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6606
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6607
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6608
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6609
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6610
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6611
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6612
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6613
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6614
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6615
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6616
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6617
________ ________
Question n° 4-6601 du 27 janvier 2010 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-6601 d.d. 27 januari 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Afin de combiner facilement la vie de famille et le travail, les services publics peuvent organiser une garderie pour des enfants âgés de 3 à 14 ans pendant les vacances scolaires.

1) Les services publics ou les entreprises publiques relevant de votre compétence organisent-ils une garderie pour les enfants pendant les vacances scolaires en utilisant leurs propres services ou en faisant appel à des services externes de garderie ?

2) S’ils font appel à des services externes, quels sont-ils ?

3) a. Quels membres du personnel peuvent-ils avoir recours à cette garderie pour enfants ?

3) b. Y a-t-il un ordre de priorité pour certains membres du personnel, par exemple lorsqu’ils font partie d’un groupe cible ou en fonction de leur niveau ?

4) Combien d’enfants de membres du personnel ont-ils été accueillis ces cinq dernières années ?

a. dans les propres services ;

b. dans une garderie organisée par des services externes ?

J’aimerais obtenir des chiffres ventilés par région et par année.

5) Combien d’enfants a-t-on dû refuser chaque année au cours des cinq dernières années ?

a. dans les garderies organisées par les propres services ;

b. dans les garderies organisées par des services externes ?

J’aimerais obtenir des chiffres ventilés par région.

6. a. Combien de membres du personnel supplémentaires néerlandophones et francophones a-t-on dû engager dans les propres services pour organiser cette garderie ?

6) b. Sous quel statut ont-ils été engagés ?

7) À combien se sont-élevés les coûts annuels supplémentaires pour l’organisation de cette garderie ?

a. dans les propres services ;

b. en cas d’appel à des services externes ?

8) Quelle contribution financière a-t-elle été demandée aux membres du personnel mêmes?

9) a. Envisage-t-on d’élargir les initiatives en matière de garderie dans les services propres et/ou en sous-traitant à des services externes ?

9) b. Dans l’affirmative, à combien les coûts supplémentaires annuels s’élèvent-ils pour cette augmentation de capacité ?

9) c. Des initiatives seront-elles également prises pour des garderies supplémentaires pour enfants en dehors des vacances scolaires ?

9) d. Le groupe d’âge visé sera-t-il élargi ?

9) e. Quelles initiatives concrètes seront-elles prises ?

 

Om de combinatie van werk en gezin te vergemakkelijken kunnen overheidsdiensten tijdens de schoolvakanties opvang voor kinderen tussen 3 en 14 jaar organiseren.

1) Organiseren de overheidsdiensten of overheidsbedrijven die onder uw bevoegdheid vallen, kinderopvang tijdens de schoolvakanties georganiseerd met inzet van de eigen diensten en/of door een beroep te doen op externe diensten voor kinderopvang?

2) Indien ze een beroep doen op externe diensten, welke diensten zijn dat dan?

3) a. Welke personeelsleden kunnen een beroep op die kinderopvang doen?

3) b. Geldt er een voorrangsregeling voor bepaalde personeelsleden, bijvoorbeeld als ze deel uitmaken van een kansengroep of naargelang van hun niveau?

4) Hoeveel kinderen van personeelsleden kregen opvang de afgelopen vijf jaar:

a. in de eigen diensten;

b. voor opvang door externe diensten?

Graag kreeg ik cijfers opgesplitst per gewest en per jaar.

5) Hoeveel kinderen heeft men de afgelopen vijf jaar jaarlijks moeten weigeren:

a. voor opvang in de eigen diensten;

b. voor opvang door externe diensten?

Graag kreeg ik cijfers opgesplitst per gewest.

6) a. Hoeveel extra Nederlandstalige en Franstalige personeelsleden heeft men jaarlijks in de eigen diensten moeten inzetten om die kinderopvang te organiseren?

6) b. In welk statuut werden ze in dienst genomen?

7) Hoeveel bedroeg de jaarlijkse meerkost om die kinderopvang te organiseren:

a. in de eigen diensten;

b. door een beroep te doen op externe diensten?

8) Welke financiële bijdrage werd van de personeelsleden zelf gevraagd?

9) a. Wordt er gedacht aan uitbreiding van de initiatieven inzake kinderopvang in de eigen diensten en/of via uitbesteding aan externe diensten?

9) b. Zo ja, hoeveel bedragen de jaarlijkse meerkosten voor die extra capaciteit?

9) c. Zullen er ook initiatieven worden genomen voor extra kinderopvang buiten de schoolse vakantieperiodes?

9) d. Zal de beoogde leeftijdsgroep worden uitgebreid?

9) e. Welke concrete initiatieven zullen worden genomen?

 
Réponse reçue le 16 mars 2010 : Antwoord ontvangen op 16 maart 2010 :

J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre qu’au Service public fédéral (SPF) Finances il n’y a pas d’accueil prévu pour enfants pendant la période des vacances scolaires.

Les services du SPF Finances sont logés dans un grand nombre de bâtiments dispersés dans tout le pays. Beaucoup d’agents sont navetteurs. Il est difficile d’organiser un accueil d’enfants dans ces bâtiments tout en respectant les normes d’implantation très strictes qui font l’objet de contrôles rigoureux par les organisations officielles et les pompiers.

Cependant une intervention dans les frais de plaines de jeux, de camps de vacances, de stages en Belgique est prévue pour les enfants des agents pour autant que ceux-ci répondent à des conditions de ressources.

Régie

1. Une garderie est organisée pendant les vancances de Pâques et les mois de juillet et août.

2. On ne fait pas appel à des services extérieurs.

3. a) Les agents des services pour qui l’asbl Service social Ministère de la Fonction publique travaille c'est-à-dire le SPF Chancellerie, le SPF FEDICT, le SPF P&O, le SPF B&C et la Régie des Batiments.

b) Non

4. 2005: 477

2006: 692

2007: 500

2008: 708

2009: 670

NB: Il s’agit du total des enfants accueillis dans notre garderie.

b) Nihil

5. a) Nous n’avons refusé aucun enfant.

b) Nihil

6. a) Nous engageons pour la garderie d’enfants chaque fois (par an) 7 personnes.

b) Il s’agit de jobs étudiants

7. a) 2005: 20.937,00€

2006: 24.777,00€

2007: 21.652,00€

2008: 28.659,00€

2009: 25.618,00€

b) Nihil

8. Pour 1 enfant: 6,00€/dag

Pour 2 enfants: 9,00€/dag

Pour 3 enfants et plus 10,50€/dag

9. a) Non

b) NIHIL (voir réponse question 9a)

c) Non

d) Non

e) Aucune autre initiative

FOD Financiën

Ik heb de eer het geachte Lid mee te delen dat de Federale Overheidsdienst (FOD) Financiën geen kinderopvang voorziet tijdens de schoolvakanties.

De diensten van de FOD Financiën zijn gehuisvest over het ganse grondgebied. Veel personeelsleden zijn pendelaars. Het is vrij moeilijk om in deze gebouwen een kinderopvang te organiseren, die onderworpen is aan strikte normen en een streng toezicht door officiële instanties en de brandweer.

Nochtans kunnen de personeelsleden die beantwoorden aan de gestelde financiële voorwaarden, een tegemoetkoming bekomen in de uitgaven voor de speelpleinwerking, de vakantiekampen en de stages waaraan hun kinderen in België deelnemen.

Regie

1. Er wordt een Kinderopvang georganiseerd tijdens de Paasvakantie en tijdens de maanden juli en augustus

2. Er wordt geen beroep gedaan op externe diensten

3. a) De personeelsleden van de diensten die onder het werkingsgebied vallen van de VZW Sociale Dienst Ministerie Ambtenarenzaken. Dit zijn de volgende diensten: FOD Kanselarij, FOD P&O, FOD FEDICT, FOD B&B (inclusief IKIF), Regie der Gebouwen, Instituut voor Gelijkheid van kansen voor Vrousen en Mannen.

b) Nee

4. a) 2005: 477

2006: 692

2007: 500

2008: 708

2009: 670

NB: Het betreft hier het totaal aantal kinderen dat in de kinderopvang werd opgevangen.

b) Nihil

5. a) Geen enkel kind werd geweigerd.

b) Nihil

6. a) Er werden per jaar voor de kinderopvang telkens (dus per jaar) 7 personen ingezet voor de Kinderopvang

b) Zij hebben het statuut van Jobstudent

7. a) 2005: 20.937,00€

2006: 24.777,00€

2007: 21.652,00€

2008: 28.659,00€

2009: 25.618,00€

b) Nihil

8. Voor 1 kind: 6,00€/dag

Voor 2 kinderen: 9,00€/dag

Voor 3 en meer kinderen 10,50€/dag

9. a) Nee

b) Niet van toepassing gelet op antwoord 9a

c) Nee

d) Nee

e) Geen enkele nieuw initiatief.