SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2009-2010 Zitting 2009-2010
________________
20 janvier 2010 20 januari 2010
________________
Question écrite n° 4-6544 Schriftelijke vraag nr. 4-6544

de Karim Van Overmeire (Vlaams Belang)

van Karim Van Overmeire (Vlaams Belang)

au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères et des Réformes institutionnelles

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen
________________
Fonds héraldique - Disparitions d'ouvrages - Valeur - Mesures Heraldisch Fonds - Verdwijning van werken - Waarde - Maatregelen 
________________
Cour des comptes (Belgique)
héraldique
classe supérieure
archives
manuscrit
répertoire
Rekenhof (België)
heraldiek
hogere klasse
archief
manuscript
zaakregister
________ ________
20/1/2010Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 18/2/2010)
15/3/2010Antwoord
20/1/2010Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 18/2/2010)
15/3/2010Antwoord
________ ________
Question n° 4-6544 du 20 janvier 2010 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-6544 d.d. 20 januari 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Un rapport de la Cour des comptes sur l'inventorisation et la sauvegarde des immobilisations corporelles dans les services publics fédéraux, approuvé le 16 septembre 2009, indique qu'aux Affaires étrangères, les inventaires (catalogues) des Archives de la noblesse, dont le Fonds héraldique (une collection de manuscrits de grande valeur), ne sont plus actualisés faute de personnel, et une série d’ouvrages auraient été « perdus » lors de déménagements.

1. Le ministre était-il déjà au courant des problèmes rencontrés aux Archives de la noblesse avant la publication du rapport de la Cour des comptes ?

2. Des ouvrages ont-ils effectivement disparu du Fonds héraldique ? Si oui, combien ? Quelle est leur valeur estimée ? S'agit-il de vols ou de négligences lors d'un déménagement ? Quelles actions a-t-on entreprises pour récupérer ces ouvrages et quel en a été le résultat ?

3. Quelles mesures le ministre a-t-il déjà prises pour actualiser les inventaires et catalogues des Archives de la noblesse ? Quel budget a-t-on dégagé à cette fin ?

 

Uit een rapport van het Rekenhof betreffende de inventarisatie en beveiliging van materiële vaste activa bij de federale overheidsdiensten, goedgekeurd op 16 september 2009, blijkt dat bij Buitenlandse Zaken de inventarissen (catalogi) van het Archief van de Adel niet meer actueel zijn bij gebrek aan personeel. Dit Archief omvat onder meer het Heraldisch Fonds, een kostbare handschriftenverzameling. Hiervan zou volgens het Rekenhof een aantal werken " zoek zijn geraakt " na diverse verhuizingen.

1. Was de geachte minister voor de publicatie van het rapport van het Rekenhof reeds op de hoogte van de problemen bij het Archief van de Adel?

2. Zijn er inderdaad werken uit het Heraldisch Fonds verdwenen? Zo ja, hoeveel? Wat is hun geschatte waarde? Gaat het hier om diefstal of om slordigheden bij de verhuis? Welke acties werden er ondernomen om deze werken te recupereren en wat was daarvan het resultaat?

3. Welke maatregelen heeft hij reeds genomen om de inventarissen en catalogi van het Archief van de Adel te actualiseren? Welk budget is daarvoor dan vrijgemaakt?

 
Réponse reçue le 15 mars 2010 : Antwoord ontvangen op 15 maart 2010 :

1. Je n’étais pas au courant de la situation de l’Archive de Noblesse et du Fonds Héraldique.

2. Le Fonds Héraldique est une précieuse collection de manuscrits, qui concerne surtout la noblesse et l’héraldique d’Ancien Régime. Il s’agit principalement de manuscrits des 17ème et 18ème siècles provenant de la bibliothèque de l’ancienne Chambre Héraldique à Bruxelles, précurseur de l’actuel Conseil de Noblesse sous l’Ancien Régime. Ils furent sauvés par le dernier roi d’armes Beydaels (1747-1811) au moment de l’invasion des troupes révolutionnaires françaises et transportés à Vienne. En 1826, le gouvernement des Pays-Bas obtint la restitution de la collection et la mit à la disposition du Conseil Suprême de Noblesse à La Haye. À son tour, le gouvernement belge réussit, en 1844, à obtenir le retour de la collection à Bruxelles. Depuis lors, elle est conservée au ministère des Affaires étrangères, où elle fut mise à la disposition du Conseil Héraldique, institué en 1844. Un inventaire dactylographié a été établi le 2 février 1940 ; il est toujours en usage. Dans les années ’50, le Fonds a été microfilmé ; les microfilms sont conservés aux archives de mon département.

En 1990, mon département signa une convention avec la Fondation Roi Baudouin. La Fondation mit un budget d’un million de francs à la disposition du département pour la restauration du Fonds sous condition que la restauration se fasse de manière compétente sous la supervision de l’Institut royal du Patrimoine artistique, que le ministère des Affaires étrangères prenne le reste de la restauration à sa charge et que la collection soit dorénavant conservée dans des conditions optimales. Entre 1991 et 1998, un peu plus d’un cinquième du nombre total de volumes à restaurer (133 sur environ 600) a été réparé par des relieurs spécialisés pour un montant global d’environ 3.315.000 francs belges. En raison de restrictions budgétaires, la campagne de restauration a pris fin en 1998.

Entre-temps, le Service de la Noblesse a dû déménager plusieurs fois avec ses archives volumineuses, la bibliothèque et le Fonds Héraldique : de la Rue Belliard au Palais d’Egmont, du Palais d’Egmont à la Rue Haute et de la Rue Haute à la Rue des Petits Carmes 24 (Egmont II). Vu ces circonstances, on ne peut jamais exclure des risques, mais il reste à douter si on a effectivement subi des pertes. L’inventaire de 1940 compte 364 numéros, mais dans cet inventaire même il en manquait déjà plusieurs, certains même quelques dès le transfert de 1844, ainsi qu’il ressort d’un document conservé aux archives du service. Après le dernier déménagement, on vérifia, sur la base de l’inventaire, si des numéros manquaient. Pour autant qu’on ait pu constater, ce ne fut pas le cas. Les reliures d’un certain nombre de volumes étaient néanmoins détachées, mais cela pourrait être dû à des manipulations antérieures.

3. Je suis en contact avec mon administration en matière de la poursuite de la restauration du Fonds. Le coût global pour une telle restauration est estimé de 370 000 euros.

1. Ik was niet op de hoogte van de toestand van het Archief van de Adel en het Heraldisch Fonds.

2. Het Heraldisch Fonds is een waardevolle handschriftenverzameling, die voornamelijk betrekking heeft op adel en heraldiek uit het Ancien Régime. Het betreft in hoofdzaak handschriften uit de 17de en 18de eeuw uit de bibliotheek van de voormalige Heraldische Kamer te Brussel, de voorganger van de huidige Raad van Adel tijdens het Ancien Régime. Na de inval van de Franse revolutionaire troepen werd deze verzameling door de laatste wapenkoning Beydaels (1747-1811) naar Wenen in veiligheid gebracht. In 1826 bekwam de regering der Nederlanden de restitutie van de verzameling; ze stelde ze ter beschikking van de Hoge Raad van Adel in Den Haag. Op haar beurt wist de Belgische regering in 1844 de terugkeer van de verzameling naar Brussel te bekomen. Sedertdien is ze bewaard op het Ministerie van Buitenlandse Zaken, waar ze ter beschikking werd gesteld van de Raad van Adel. Op 2 februari 1940 werd een getypte inventaris opgesteld, die nog steeds wordt gebruikt. In de jaren ’50 werden er microfilms van gemaakt, die thans op het Archief van mijn departement worden bewaard.

In 1990 sloot mijn departement een overeenkomst met de Koning Boudewijn Stichting. Deze laatste stelde een budget van 1 miljoen frank voor de restauratie van het Fonds ter beschikking, op voorwaarde dat de restauratie op deskundige wijze zou gebeuren onder toezicht van het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium, dat het ministerie van Buitenlandse Zaken de verdere restauratie van het Fonds zou bekostigen en dat de verzameling in optimale omstandigheden bewaard zou worden. Tussen 1991 en 1998 werd iets meer dan één vijfde van het te restaureren aantal volumes (133 van de circa 600) door gespecialiseerde boekbinders hersteld en dit voor een totaalbedrag van circa 3 315 000 Belgische frank. Wegens budgettaire beperkingen werd in 1998 een punt gezet achter deze restauratiecampagne.

Ondertussen verhuisde de Dienst Adel samen met zijn omvangrijk archief, de bibliotheek en het Heraldisch Fonds van de Belliardstraat naar het Egmontpaleis, van het Egmontpaleis naar de Hoogstraat en van de Hoogstraat naar de Karmelietenstraat 24 (Egmont II). Gezien deze omstandigheden is een risico nooit uit te sluiten, maar het valt te betwijfelen of er daadwerkelijk iets verloren is gegaan. De inventaris van 1940 telt 364 nummers, maar daarvan ontbreken er al meerdere in de inventaris zelf; enkele daarvan ontbraken zelfs al bij de overdracht in 1844, zo blijkt uit een archiefdocument. Na de laatste verhuis werd, op grond van de inventaris, nagekeken of er nummers ontbraken. Voor zover nagegaan kon worden, was dit niet het geval. Wel waren bij een aantal volumes de banden losgekomen, maar dit kon ook te wijten zijn aan vroegere manipulaties.

3. Ik ben in contact met mijn administratie inzake de verdere restauratie van het Fonds. Het totaalbedrag van dergelijke restauratie wordt geraamd op 370 000 euro.