SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2009-2010 Zitting 2009-2010
________________
12 janvier 2010 12 januari 2010
________________
Question écrite n° 4-6480 Schriftelijke vraag nr. 4-6480

de Sabine de Bethune (CD&V)

van Sabine de Bethune (CD&V)

au ministre pour l'Entreprise et la Simplification

aan de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen
________________
Loi du 30  juin 1994 relative au droit d'auteur et aux droits voisins - Arrêtés d'exécution - Procédures juridiques - État de la question Wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten - Uitvoeringsbesluiten - Juridische procedures - Stand van zaken 
________________
droit d'auteur
auteursrecht
________ ________
12/1/2010Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 11/2/2010)
12/2/2010Antwoord
12/1/2010Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 11/2/2010)
12/2/2010Antwoord
________ ________
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 4-1337 Herkwalificatie van : vraag om uitleg 4-1337
________ ________
Question n° 4-6480 du 12 janvier 2010 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-6480 d.d. 12 januari 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Le droit d'auteur belge est régi par la loi du 30 juin 1994 relative au droit d'auteur et aux droits voisins, également appelée « loi sur le droit d'auteur ». À quelques exceptions près, cette loi est entrée en vigueur le 1er août 2004.

De son entrée en vigueur à ce jour, la loi sur le droit d'auteur a été plusieurs fois modifiée, principalement par la transposition de directives européennes, parmi lesquelles :

- la directive 96/9/CE du Parlement européen et du Conseil du 11 mars 1996 concernant la protection juridique des bases de données ;

- la directive 2001/29/CE du Parlement européen et du Conseil du 22 mai 2001 sur l'harmonisation de certains aspects du droit d'auteur et des droits voisins dans la société de l'information ;

- la directive 2001/84/CE du Parlement européen et du Conseil du 27 septembre 2001 relative au droit de suite au profit de l'auteur d'une oeuvre d'art originale ;

- la directive 2001/48/CE du Parlement européen et du Conseil du 29 avril 2004 relative au respect des droits de propriété intellectuelle.

Ce n'est pas la transposition par le Parlement belge de ces directives européennes qui représente le problème principal pour l'auteur soucieux d'exercer ses droits légalement protégés. Non, cette législation existe. Le problème est que les différents arrêtés d'exécution, pourtant prévus dans la loi sur le droit d'auteur et nécessaires à sa bonne application, se font attendre. Il en résulte un considérable manque à gagner pour les auteurs et les éditeurs. La situation est tellement sérieuse que diverses procédures juridiques ont déjà été intentées contre l'État belge.

Il s'agit plus concrètement des arrêtés d'exécution suivants :

- l'arrêté exécutant la loi du 22 mai 2005 transposant en droit belge la Directive européenne 2001/29/CE du 22 mai 2001 sur l'harmonisation de certains aspects du droit d'auteur et des droits voisins dans la société de l'information, suivant laquelle le droit à la rémunération des reproductions sera garanti tout comme la rémunération pour les matériels manifestement utilisés pour cette reproduction ;

- l'arrêté d'exécution relatif aux copies faites à domicile ;

- la mise en place et la convocation de la nouvelle commission de consultation ;

- l'arrêté d'exécution relatif à la reproduction et/ou la communication d'oeuvres ou de prestations à titre d'illustration pour l'enseignement ou la recherche scientifique ;

- l'arrêté d'exécution adaptant les tarifs sur les appareils pouvant servir à copier des oeuvres ;

C'est pourquoi j'aimerais poser les questions suivantes:

1) Le ministre peut-il fournir un aperçu de la situation quant aux arrêtés d'exécution ? Dans quel délai pouvons-nous les espérer ? Pourquoi se font-ils attendre depuis tant d'années ?

2° Peut-il donner un état (détaillé) de la question des procédures juridiques intentées contre l'État belge du fait de l'absence des arrêtés d'exécution nécessaires ?

 

Het Belgisch auteursrecht wordt geregeld in de wet betreffende het auteursrecht en de naburige rechten van 30 juni 1994, de zogenaamde “ auteurswet “. Deze wet trad, op enkele uitzonderingen na, in werking op 1 augustus 2004.

Vanaf de inwerkingtreding van de auteurswet tot op heden werd de auteurswet diverse malen gewijzigd, voornamelijk door de omzetting van enkele Europese richtlijnen, zoals onder andere:

- de richtlijn 96/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 1996 betreffende de rechtsbescherming van databanken;

- de richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschapp?;

- de richtl?n 2001/84/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2001 betreffende het volgrecht ten behoeve van de auteur van een oorspronkel?k kunstwerken;

- de richtlijn 2004/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten.

Niet de omzetting van deze Europese richtlijnen, door het Belgische Parlement, vormt momenteel het grootste probleem voor de auteur om zijn wettelijk beschermde rechten daadwerkelijk te kunnen uitoefenen. Nee, integendeel, de wetgeving terzake bestaat. Het probleem bestaat erin dat de diverse uitvoeringsbesluiten, die nochtans voorzien zijn in de auteurswet, en noodzakelijk zijn voor de correcte uitvoering van de auteurswet, op zich laten wachten. Dergelijke situatie leidt ertoe dat de auteurs en de uitgevers al jarenlang aanzienlijke inkomsten zijn misgelopen. De situatie is dermate ernstig dat er reeds diverse juridische procedures werden ingesteld tegen de Belgische Staat.

In concreto betreft het volgende uitvoeringsbesluiten:

- het uitvoeringsbesluit tot uitvoering van de wet van 22 mei 2005 houdende de omzetting in Belgisch recht van de Europese richtlijn 2001/29/EG van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij waardoor het recht op vergoeding van prints zal gelden evenals een vergoeding voor de printers (kennelijk gebruik);

- het uitvoeringsbesluit inzake de thuiskopievergoeding;

- het oprichten en samenroepen van de nieuwe adviescommissie;

- het uitvoeringsbesluit inzake reproductie en / of mededeling van werken of prestaties ter illustratie bij het onderwijs of voor het wetenschappelijk onderzoek;

- het uitvoeringsbesluit tot aanpassing van de tarieven op de apparaten waarbij werken kunnen gekopieerd worden.

Om deze redenen had ik graag een antwoord gekregen op de volgende vragen:

1) Kan de geachte minister een stand van zaken geven betreffende deze uitvoeringsbesluiten? Binnen welke termijn mogen we deze uitvoeringsbesluiten verwachten? Waarom laten deze uitvoeringsbesluiten al jarenlang op zich wachten?

2) Kan hij een (gedetailleerde) stand van zaken geven betreffende de juridische procedures ingesteld tegen de Belgische Staat door het uitblijven van deze noodzakelijke uitvoeringsbesluiten?

 
Réponse reçue le 12 février 2010 : Antwoord ontvangen op 12 februari 2010 :

1) Très récemment, c’est-à-dire le 23 décembre 2009, a été publié au Moniteur belge, l’arrêté royal du 17 décembre 2009 modifiant l’arrêté royal du 28 mars 1996 relatif au droit à rémunération des auteurs, des artistes-interprètes ou exécutants et des producteurs de phonogrammes et d’œuvres audiovisuelles. Cet arrêté reprend les nouveaux tarifs de la rémunération pour copie privée qui est entré en vigueur le 1er février 2010.

Les arrêtés royaux portant exécution des articles 55, 59 et 60 de la loi du 30 juin 1994 relative au droit d’auteur et aux droits voisins, tels que modifiés par la loi du 22 mai 2005 transposant en droit belge la Directive européenne 2001/29/CE du 22 mai 2001 sur l’harmonisation de certains aspects du droit d’auteur et des droits voisins dans la société de l’information, doivent encore être pris et sont actuellement en préparation auprès de l’administration.

En ce qui concerne les autres mesures d’exécution, à savoir celles en matière de reproduction et/ou de communication à des fins d’illustration, d’enseignement ou de recherche scientifique et celles en matière d’adaptation éventuelle des tarifs pour les appareils manifestement utilisés à des fins de reproduction sur papier, des négociations entre l’industrie et les ayants droits sont entre autres en cours dans la Commission consultative pour la reprographie.

2) Actuellement, aucune procédure judiciaire n’a été engagée contre l’État belge en raison de l’absence de ces arrêtés d’exécution.

1) Zeer recent, namelijk op 23 december 2009, werd in het Belgisch Staatblad het koninklijk besluit van 17 december 2009 tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 maart 1996 betreffende het recht op vergoeding voor het kopiëren voor eigen gebruik voor de auteurs, de uitvoerende kunstenaars en de producenten van fonogrammen en van audiovisuele werken bekendgemaakt. Dit besluit, dat in werking is getreden op 1 februari 2010, bevat de nieuwe tarieven betreffende de vergoeding voor thuiskopie.

De koninklijke besluiten tot uitvoering van de artikelen 55, 59 en 60 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, zoals gewijzigd bij de wet van 22 mei 2005 houdende de omzetting in Belgisch recht van de Europese Richtlijn 2001/29/EG van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij, moeten nog genomen worden en zijn in voorbereiding bij de administratie.

Wat de overige uitvoeringsmaatregelen betreft, namelijk deze inzake reproductie en/of mededeling ter illustratie bij het onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek, en deze inzake een eventuele aanpassing van de tarieven voor apparaten die kennelijk gebruikt worden voor de reproductie op papier, zijn onder meer de in adviescommissie reprografie onderhandelingen lopende tussen de industrie en de rechthebbende.

2) Er is op dit ogenblik geen enkele juridische procedure ingesteld tegen de Belgische Staat wegens het uitblijven van deze uitvoeringsbesluiten.