SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2009-2010 Zitting 2009-2010
________________
29 décembre 2009 29 december 2009
________________
Question écrite n° 4-6360 Schriftelijke vraag nr. 4-6360

de Dimitri Fourny (cdH)

van Dimitri Fourny (cdH)

à la ministre de la Fonction publique et des Entreprises publiques

aan de minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven
________________
Société nationale des chemins de fer belges (SNCB) - Ligne 161-162 Bruxelles-Luxembourg - Modernisation - Travaux - Train pendulaire - Études de marché et de rentabilité - Influence sur l'avancement des travaux - SNCB Holding - Coordination des entités Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen - Lijn 161-162 Brussel-Luxemburg - Modernisering - Werken - Kantelbaktrein - Markt- en rentabiliteitsstudies - Invloed op de voortgang van de werken - NMBS Holding - Coördinatie tussen de entiteiten 
________________
réseau ferroviaire
Société nationale des chemins de fer belges
spoorwegnet
Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen
________ ________
29/12/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 29/1/2010)
6/5/2010Einde zittingsperiode
29/12/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 29/1/2010)
6/5/2010Einde zittingsperiode
________ ________
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 4-1265 Herkwalificatie van : vraag om uitleg 4-1265
________ ________
Question n° 4-6360 du 29 décembre 2009 : (Question posée en français) Vraag nr. 4-6360 d.d. 29 december 2009 : (Vraag gesteld in het Frans)

Des travaux sont actuellement en cours sur la ligne 161-162 Bruxelles-Luxembourg qui devraient avoir pour heureuse conséquence une diminution du temps de parcours de vingt minutes.

Ce gain de temps pourrait encore être optimisé et atteindre trente-deux minutes si la Société nationale des chemings de fer belges (SNCB) décidait d'installer un train pendulaire sur ce tronçon, projet qui est depuis quelques temps à l'étude. Les trains pendulaires peuvent en effet atteindre une vitesse de 30 à 35 % supérieure à celle des trains classiques lors de leur circulation dans les courbes.

Pour optimiser l'efficacité du train pendulaire, des aménagements spécifiques sont cependant nécessaires.

Infrabel est donc dans l'attente d'une décision de la SNCB. Réponse qui tarde un peu trop à venir. Infrabel a récemment rappelé à la SNCB l'urgence de cette décision : c'est maintenant que celle-ci doit être rendue pour que les travaux d'aménagement puissent être intégrés à ceux déjà en cours et être réalisés à moindre coût. Si les adaptations ne sont pas intégrées dans les travaux en cours, le coût de celles-ci sera nettement plus élevé.

La SNCB a commandé, avec ses partenaires internationaux concernés, une étude de marché détaillant la pertinence de ce projet. Cette étude est arrivée au début du mois d'octobre 2009. Pourquoi faut-il tant de temps pour l'analyser ?

La SNCB a également invoqué qu'une autre étude devait encore être réalisée pour évaluer la rentabilité du projet. Celle-ci a-t-elle au moins été commandée ? Pour quand est-elle attendue ? Quelles conséquences aura ce nouveau délai de réflexion sur les travaux en cours de la ligne 162 ? Infrabel devra-t-elle empêcher leurs développements ?

Mis à part ce problème ponctuel, ce que je ne parviens pas à comprendre, c'est le manque évident de coordination entre les deux filiales de la SNCB Holding. Comment se fait-il que cette situation n'ait pas été prévue, que l'urgence de cette décision pour Infrabel n'ait pas été prise en compte par la SNCB ? Pourquoi, au fond, les études indispensables à la décision n'ont-elles pas été commandées plus tôt ?

Plus généralement, je souhaiterais également être éclairé sur la nature de la coordination entre les différentes entités du groupe SNCB : comment cela fonctionne-t-il ? Les différents organes de décision rencontrent-ils leurs homologues de la société mère/sœur à intervalle régulier ? L'actuelle organisation de la coordination est-elle selon vous suffisante ?

 

Op de lijn 161-162 Brussel-Luxemburg zijn momenteel werken aan de gang die als positief gevolg zullen hebben dat de reistijd met 20 minuten wordt ingekort.

Die tijdwinst zou nog kunnen worden verhoogd tot 32 minuten mocht de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) beslissen op dit stuk een kantelbaktrein in te stellen, een project dat al een tijd wordt bestudeerd. Kantelbaktreinen kunnen inderdaad een snelheid ontwikkelen die 30 tot 35% hoger is dan die van klassieke treinen bij het nemen van bochten.

Om de efficiëntie van de kantelbaktrein te verbeteren zijn echter specifieke aanpassingen nodig.

Infrabel wacht bijgevolg op een beslissing van de NMBS, maar een antwoord blijft uit. Infrabel heeft de NMBS er onlangs aan herinnerd dat de beslissing hoogdringend is: ze moet nu worden genomen indien men de aanpassingswerken in de aan de gang zijnde werken wil integreren om aldus kosten te besparen. Als de aanpassingen niet in de huidige werken worden geïntegreerd, zal hun kostprijs veel hoger liggen.

De NMBS heeft met de betrokken internationale partners een marktstudie besteld met betrekking tot het nut van dit project. Die studie werd begin oktober 2009 afgerond. Waarom vergt het zoveel tijd om ze te analyseren?

De NMBS heeft gezegd dat nog een andere studie moet worden gemaakt om de efficiëntie van het project te evalueren. Is die ten minste al besteld? Tegen wanneer wordt ze verwacht? Welke gevolgen zal die nieuwe reflectietermijn hebben voor de huidige werken aan lijn 162? Moet Infrabelle die ontwikkelingen verhinderen?

Los van dit concrete probleem kan ik moeilijk begrijpen waarom de samenwerking tussen de twee filialen van de NMBS-Holding zo slecht verloopt. Hoe komt het dat deze situatie niet werd voorzien en dat de NMBS er geen rekening mee heeft gehouden dat die beslissing voor Infrabel zeer dringend is? Waarom werden de studies die voor de beslissing noodzakelijk zijn, niet vroeger besteld?

Meer in het algemeen zou ik meer duidelijkheid willen hebben over de aard van de samenwerking tussen de verschillende entiteiten van de NMBS-groep. Hoe verloopt die? Is er regelmatig overleg tussen de beslissingsorganen van die entiteiten? Is de coördinatie momenteel voldoende georganiseerd?