SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2009-2010 Zitting 2009-2010
________________
7 décembre 2009 7 december 2009
________________
Question écrite n° 4-6006 Schriftelijke vraag nr. 4-6006

de Dirk Claes (CD&V)
van Dirk Claes (CD&V)

à la ministre de l'Intérieur
aan de minister van Binnenlandse Zaken
________________
Fonds de sécurité routière - Moyens financiers - Zones de police - Versement Verkeersveiligheidsfonds - Financiële middelen - Politiezones - Uitbetaling 
________________
sécurité routière
fonds budgétaire
police locale
répartition géographique
verkeersveiligheid
begrotingsfonds
gemeentepolitie
geografische spreiding
________ ________
7/12/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
2/2/2010Antwoord
7/12/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
2/2/2010Antwoord
________ ________
Réintroduction de : question écrite 4-4500 Réintroduction de : question écrite 4-4500
________ ________
Question n° 4-6006 du 7 décembre 2009 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-6006 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

La loi fédérale du 6 décembre 2005 relative à l'établissement et au financement de plans d'action en matière de sécurité routière, coordonnée le 16 juin 2008, a fondamentalement modifié les principes du Fonds de sécurité routière. À partir de 2008, le Fonds de sécurité routière engloberait deux volets. Le premier volet concerne un droit de tirage récurrent sur le Fonds pour les zones de police et la police fédérale.

Les zones reçoivent désormais chaque année le montant indexé qu'elles recevaient en 2007. C'est ainsi que 109 millions d'euros du Fonds de sécurité sont encore disponibles pour 2009. Les zones devaient recevoir leur montant (= le montant non indexé de 2007, soit environ 12 % de plus qu'en 2008) en deux tranches : la première dans le courant de la période juillet-août et la seconde (comprenant entre autres l'indexation) en janvier 2010 . Mais jusqu'à présent, l'arrêté ministériel n'a pas encore été publié au Moniteur belge et les zones n'ont pas encore reçu la première tranche.

Le second volet du Fonds englobe les moyens supplémentaires du Fonds de sécurité, à savoir ceux qui au cours d'une année X, s'ajoutent par rapport à 2007. Ces moyens supplémentaires devaient être répartis à partir de l'année budgétaire 2009 entre les régions sur la base de la localisation des infractions routières. Après cette répartition régionale, le montant serait réparti entre les zones sur la base d'une série de critères (catégorie de la zone de police, diminution du nombre de victimes et nombre de km de routes). Un arrêté royal fixerait les autres modalités. Mais ici aussi, nous constatons qu'il n'est pas encore question d'un arrêté royal qui règle la matière sur le plan légal. Se pose la question de savoir si les zones recevront ces moyens supplémentaires.

Je souhaiterais poser les questions suivantes à ce sujet :

1. La ministre est-elle au courant du problème relatif au Fonds de sécurité routière ? Estime-t-elle que les zones de police recevront les moyens auxquels elles ont droit ?

2. Un arrêté ministériel est nécessaire pour le versement du premier volet du Fonds de sécurité routière aux zones de police. Quand la ministre estime-t-elle que l'arrêté sera publié au Moniteur belge ? Quand le versement de la première tranche sera-t-il effectué ?

3. En ce qui concerne le versemement du second volet du Fonds de sécurité routière, un arrêté royal est nécessaire pour fixer les autres modalités. La ministre peut-elle me dire quand celui-ci sera publié ?

 

Door de wet van 6 december 2005 betreffende de opmaak en financiering van actieplannen inzake verkeersveiligheid, gecoördineerd op 16 juni 2008 wijzigde de federale overheid de principes van het Verkeersveiligheidsfonds grondig. Vanaf 2008 zou het Verkeersveiligheidsfonds uit twee luiken bestaan. Het eerste luik is een recurrent trekkingsrecht uit het fonds voor de politiezones en de federale politie.

De zones ontvangen voortaan elk jaar het geïndexeerd bedrag dat ze in 2007 ontvingen. Zo is er voor 2009 ongeveer 109 miljoen euro beschikbaar uit het Verkeersveiligheidsfonds. Het was de bedoeling dat de zones hun bedrag (= het niet-geïndexeerde bedrag van 2007, dit is ongeveer 12 % meer dan in 2008) in twee schijven zouden ontvangen: in de loop van periode juli-augustus de eerste schijf en in januari 2010 een tweede schijf (met onder meer indexering). Maar tot op heden is het ministerieel besluit nog niet verschenen in het Belgisch Staatsblad en hebben de zones nog geen eerste schijf ontvangen.

Het tweede luik van het Fonds bestaat uit de bijkomende middelen van het Verkeersveiligheidsfonds, namelijk hetgeen er in jaar X meer in het fonds zit ten aanzien van 2007. Deze bijkomende middelen zouden vanaf het begrotingsjaar 2009 verdeeld worden onder de gewesten op basis van de lokalisering van de verkeersovertredingen. Na deze gewestelijke verdeling zou het bedrag onder de zones verdeeld worden op basis van een aantal criteria (categorie politiezone, daling aantal slachtoffers en aantal km wegen). Een koninklijk besluit zou de verdere modaliteiten regelen. Maar ook hier stellen we vast dat er nog geen sprake is van koninklijk besluit die dit wettelijk regelt. De vraag rijst of de zones deze bijkomende middelen zullen ontvangen.

Graag had ik hieromtrent de volgende vragen gesteld:

1. Is de geachte minister op de hoogte van de problematiek in verband met het Verkeersveiligheidsfonds? Denkt zij dat de politiezones de middelen waar ze recht op hebben op tijd ter beschikking zullen hebben?

2. Voor wat betreft de uitbetaling het eerste luik van het Verkeersveiligheidsfonds aan de politiezones is er een ministerieel besluit nodig. Wanneer denkt zij dat het besluit in het Belgisch Staatsblad zal verschijnen? Wanneer zal dan de uitbetaling van de eerste schijf plaatsvinden?

3. Voor de uitbetaling van het tweede luik van het Verkeersveiligheidsfonds is er een koninklijk besluit nodig om de verdere modaliteiten te regelen. Kan zij mij meedelen wanneer dit zal verschijnen?

 
Réponse reçue le 2 février 2010 : Antwoord ontvangen op 2 februari 2010 :

L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à ses questions.

Le Fonds de la sécurité routière s’élève, pour 2009, à 109 802 721 euros (100 %) contre 93 795 598 euros en 2008.

Ce montant, qui a été substantiellement augmenté, a été déterminé par les modalités de la loi du 6 décembre 2005 relative à l’établissement et au financement de plans d’action en matière de sécurité routière, modifiée par la loi-programme du 8 juin 2008.

Un montant de 5 490 136 euros (5 %) a été versé à la Justice pour l’application de sanctions alternatives lors de jugements pour des infractions de roulage.

Une première tranche, prévue par l’arrêté ministériel du 8 septembre 2009 (Moniteur belge du 21 septembre 2009), a été versée à la Banque de la Poste le 21 décembre. Elle concerne un montant de 83 709 913 euros (76,2 %) pour les zones de police locale et 4 405 785 euros (4 %) pour la police fédérale.

Via ce même arrêté ministériel un montant complémentaire de 784 064 euros (0,7 %) a été réparti entre quatre zones de police, suite à l’adaptation de leur catégorisation pour les années 2007 et 2008, en application de l’article 7, § 1, 1° de la loi du 6 décembre 2005.

L’arrêté royal du 10 décembre (Moniteur belge du 28 décembre 2009) réserve 13 879 444 euros (12,7 %) pour les achats communs, pour lesquels je vous remets un tableau avec le détail des initiatives. Pour ces achats communs, il n’y a naturellement pas de clé de répartition ni entre la police fédérale et la police locale, ni entre les régions.

Étant donné le caractère de pure documentation du tableau remis, il n’y a pas lieu de l’insérer dans la présente réponse, mais il peut être consulté au Greffe du Sénat.

Avec mon collègue Secrétaire d’État pour la Mobilité, je prépare l’arrêté d’exécution pour le versement de la deuxième et dernière tranche de 2009 à la police intégrée, pour un montant de 1 533 379 euros (1,4 %).

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen.

Het Verkeersveiligheidfonds bedraagt voor 2009 109 802 721 euro (100 %) tegenover 93 795 598 euro in 2008.

Dit bedrag dat substantieel vermeerderd is, werd vastgesteld volgens de modaliteiten van de wet van 6 december 2005 houdende de vastlegging en de financiering van de actieplannen inzake verkeersveiligheid, gewijzigd door de programmawet van 8 juni 2008.

Een bedrag van 5 490 136 euro (5 %) werd aan Justitie gestort voor de toepassing van alternatieve strafmaatregelen bij veroordelingen voor verkeersinbreuken.

Een eerste schijf, voorzien bij ministerieel besluit van 8 september 2009 (Belgisch Staatsblad van 21 september 2009) werd op 21 december aan de Bank van de Post gestort. Het betreft 83 709 913 euro (76,2 %) voor de lokale politiezones en 4 405 785 euro (4 %) voor de federale politie.

Bij hetzelfde ministerieel besluit werd een bijkomend bedrag van 784 064 euro (0,7 %) verdeeld tussen vier politiezones ter aanpassing van de categorisering die in toepassing van artikel 7, § 1, 1° van de wet van 6 december 2005 voor de jaren 2007 en 2008 in aanmerking werd genomen.

Het koninklijk besluit van 10 december (Belgisch Staatsblad van 28 december 2009) reserveert 13 879 444 euro (12,7 %) voor de gemeenschappelijke aankopen, waarvoor ik u een tabel met een detail van de initiatieven overmaakt. Voor deze gemeenschappelijke aankopen is er natuurlijk geen verdeelsleutel tussen federale en lokale politie noch tussen de gewesten.

Gezien het louter documentaire karakter van de overhandigde tabel wordt hij niet in het antwoord opgenomen maar ligt het ter inzage bij de Griffie van de Senaat.

Samen met mijn collega Staatssecretaris voor de Mobiliteit bereid ik het uitvoeringsbesluit voor betreffende de tweede en laatste schijf van 2009 aan de geïntegreerde politie, voor een bedrag van 1 533 379 euro (1,4 %).