SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2008-2009 Zitting 2008-2009
________________
2 juillet 2009 2 juli 2009
________________
Question écrite n° 4-3693 Schriftelijke vraag nr. 4-3693

de Sabine de Bethune (CD&V)

van Sabine de Bethune (CD&V)

à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
________________
Tatoueurs - Réglementation - Introduction d'un temps de réflexion obligatoire - Âge minimal Tatoeëerders - Reglementering - Invoering van een verplichte bedenktijd - Minimumleeftijd 
________________
protection de l'enfance
minorité civile
protection du consommateur
coiffure et soins esthétiques
kinderbescherming
minderjarigheid
bescherming van de consument
haar- en schoonheidsverzorging
________ ________
2/7/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 7/8/2009)
13/7/2009Antwoord
2/7/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 7/8/2009)
13/7/2009Antwoord
________ ________
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 4-989 Herkwalificatie van : vraag om uitleg 4-989
________ ________
Question n° 4-3693 du 2 juillet 2009 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-3693 d.d. 2 juli 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Nous avons tous entendu parler, en juin 2009, de cette jeune Courtraisienne dont le visage a été tatoué de cinquante-six étoiles au lieu des trois qu'elle aurait demandées.

Le secteur des tatoueurs lui-même réclamait depuis des années un cadre légal pour sa profession, pour distinguer les tatoueurs professionnels des amateurs malhonnêtes. Les exigences du secteur ont été rencontrées sous la précédente législature. L'arrêté royal du 25 novembre 2005 réglementant les tatouages et les piercings établit le cadre nécessaire. Depuis l'entrée en vigueur de cette législation, les tatoueurs doivent déclarer leur pratique et être agréés par le Service public fédéral (SPF) Santé publique. Des règles strictes leur sont imposées quant au lieu de travail, aux conditions sanitaires et au consentement du client, à l'information de celui-ci et, enfin, aux conditions d'hygiène des locaux, au matériel et au mobilier.

Dans ce cas précis, ce sont bien entendu le consentement et l'information du client qui importent. Est interdite la réalisation de tatouages sur des personnes se trouvant manifestement sous l'influence de l'alcool, de drogues ou de médicaments. L'exécutant doit s'assurer que le client jouit d'une maturité mentale et physique suffisante pour subir le traitement. Aucun âge minimal n'est imposé. Toutefois, le Conseil supérieur de la santé recommande expressément de ne pas réaliser de tatouages sur les mineurs d'âge. L'exécutant doit également laisser un temps de réflexion à ses clients et leur permettre éventuellement de revenir plus tard. Le client doit, avant le traitement, signer un document en double exemplaire dans lequel il donne son consentement. Ce document inclut certaines dispositions obligatoires, dont la nature du traitement.

Je voudrais obtenir une réponse aux questions suivantes :

1. À l'article 8 de l'arrêté royal précité, l'indication “Vous pouvez toujours demander un temps de réflexion avant l'acte” reste facultative. Des tatoueurs, réagissant à l'incident de Courtrai, ont fait savoir que pour les tatouages sur le visage, ils faisaient preuve de la circonspection nécessaire et qu'ils les déconseillaient même systématiquement à leurs clients. Ne serait-il pas judicieux d'imposer un temps de réflexion légal pour les tatouages sur le visage ?

2. Combien de contrôles du suivi de cette législation ont-ils déjà été effectués par les inspecteurs d'hygiène du SPF Santé Publique ? Quel en a été le résultat ? Des infractions ont-elles été constatées ? Dans l'affirmative, quelles sanctions furent-elles associées à ces infractions ? Des agréments ont-ils déjà été retirés ?

3. Aucun âge minimal n'est actuellement imposé pour la réalisation d'un tatouage. Devons-nous suivre l'avis du Conseil supérieur de la santé et le fixer à l'âge de la majorité ?

 

Iedereen heeft in juni 2009 het incident kunnen volgen met het meisje uit Kortrijk dat door een misverstand zesenvijftig sterren op haar gezicht kreeg getatoeëerd in plaats van de drie die ze zou gevraagd hebben.

De sector van tatoeëerders riepen enkele jaren uitdrukkelijk zelf op tot de wettelijke omkadering van hun beroep, omdat op die manier professionele tatoeëerders onderscheiden konden worden van de malafide amateurs. Vorige legislatuur werd er tegemoet gekomen aan de eisen van de sector. Het koninklijk besluit betreffende de regeling van tatoeages en piercings van 25 november 2005 zorgt voor de nodige omkadering. Tatoeëerders moeten sinds de inwerkingtreding van deze wetgeving hun praktijk aangeven en erkend zijn door de Federale Overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid. Er worden hen belangrijke voorwaarden opgelegd op het punt van de behandelruimte, de gezondheidsvoorwaarden en de toestemming van de klant, de voorlichting van de klant, en tenslotte op het punt van de hygiëne van de ruimten, het materieel en de meubels.

Belangrijk in dit concrete geval natuurlijk is de toestemming en de voorlichting van de klant. Er geldt een verbod op het uitvoeren van tatoeages op personen die duidelijk onder invloed zijn van alcohol, drugs of geneesmiddelen. De uitvoerder moet zich ervan vergewissen dat de klant over voldoende geestelijke en fysieke maturiteit beschikt om de handeling al dan niet te ondergaan. Er wordt geen minimumleeftijd gesteld. De Hoge Gezondheidsraad doet echter de uitdrukkelijke aanbeveling geen tatoeages uit te voeren op minderjarigen. De uitvoerder moet klanten ook bedenktijd geven en hen de mogelijkheid bieden eventueel later terug te keren. Voor de handeling moet de klant een document in tweevoud ondertekenen waarin hij zijn toestemming verleent. Dit document bevat een aantal verplichte bepalingen waaronder de aard van de handeling.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1. In artikel 8 van het voormelde koninklijk besluit staat nogal vrijblijvend " U kunt voor de verrichting steeds bedenktijd vragen ". Collega-tatoeëerders die reageerden op het concrete incident in Kortrijk, lieten duidelijk blijken dat ze zeker voor tatoeages in het gezicht de nodige voorzichtigheid aan de dag leggen en het de klanten zelfs systematisch afraden. Zou het niet zinvol zijn om voor tatoeages in het aangezicht een wettelijk opgelegde bezinningsperiode op te leggen?

2. Hoeveel controles voor de opvolging van deze wetgeving zijn er reeds gebeurd door de gezondheidsinspecteurs van de FOD Volksgezondheid? Wat was het resultaat van deze controles? Werden er ook inbreuken vastgesteld? Zo ja, welke sancties werden er aan deze inbreuken gekoppeld? Werden er reeds erkenningen ingetrokken?

3. Er is momenteel geen minimumleeftijd opgelegd voor het plaatsen van een tatoeage. Moeten we in opvolging van het advies van de Hoge Gezondheidsraad overwegen dit toch te doen en dit vastleggen op de meerderjarigheid?

 
Réponse reçue le 13 juillet 2009 : Antwoord ontvangen op 13 juli 2009 :

Depuis 2005/2006, le Service public fédéral (SPF)Santé publique mène en effet une action de mise en œuvre de l’arrêté relatif aux tatouages et aux piercings.

Pour rappel, il s’agit de l’arrêté royal du 25 novembre 2005 réglementant les tatouages et les piercings dont la finalité première était à l’époque de protéger la santé des consommateurs au vu de l’absence de règles élémentaires en matière d’hygiène.

En ce qui concerne la stratégie appliquée, elle est la suivante :

  • Action de communication ;

  • Visite de chaque demandeur et de chaque installation connue à l’annuaire téléphonique pour obtenir une demande d’agrément ;

  • Après un an, nouvelle visite pour observer la mise en conformité – action répressive en cas de difficulté ;

  • Développement d’une méthodologie de contrôle et échantillonnage des encres et des bijoux de piercing ;

  • Développement de la formation des tatoueurs ;

  • Inspections de routine pour les tatoueurs et perceurs ;

  • Organisation du contrôle des dispositions relatives aux bijouteries.

Prochainement, le SPF Santé publique dressera un bilan de ces différentes phases.

Pour ce qui concerne vos questions sur :

1. la pertinence d’imposer un délai de réflexion ;

2. la pertinence d’imposer un âge minimal ;

Il me semble qu’il s’agit de pistes pertinentes.

Néanmoins, il s’agit d’un débat autant éthique que médical. Je ne peux donc vous répondre sans demander les avis circonstanciés aux organes compétents et notamment au Conseil supérieur de la Santé , ainsi qu’au secteur lui-même . J’ai déjà donné des instructions en ce sens à mon administration.

Sinds 2005/2006 voert de Federale Overheidsdienst (FOD )Volksgezondheid actie uit met betrekking tot de inwerkingstelling van het besluit over tatoeages en piercings.

Ter herinnering: het betreft het koninklijk besluit van 25 november 2005 dat tatoeages en piercings reglementeert en, gelet op het ontbreken van de elementaire hygiëneregels, was destijds het beschermen van de gezondheid van de verbruikers de eerste doelstelling.

Voor wat de gevolgde strategie betreft, is dit de volgende:

  • Communicatie-acties;

  • Bezoek aan elke aanvrager en aan elke installatie die in de telefoongids staat om een erkenning te verkrijgen;

  • Na een jaar, nieuw bezoek, om de conformiteit na te gaan – repressieve actie in geval van problemen;

  • Ontwikkeling van een controlemethodologie en nemen van stalen van de inkten en de piercingjuwelen;

  • Ontwikkelen van de opleiding van de tatoeëerders;

  • Routine-inspecties voor tatoeëerders en piercers;

  • Organisatie van de controle van de bepalingen met betrekking tot de juweliers.

De FOD Volksgezondheid zal binnenkort een balans opmaken van deze verschillende fasen.

Voor wat betreft uw vragen over:

1. of het niet pertinent is een bezinningsperiode op te leggen.

2. of het niet pertinent is om een minimumleeftijd op te leggen.

Denk ik dat dit zeker pertinente pistes zijn.

Het is echter een debat dat zowel ethisch als medisch is. Ik kan u dus niet antwoorden zonder de uitvoerige adviezen te vragen aan de bevoegde organen, onder meer aan de Hoge Gezondheidsraad en aan de sector zelf. Ik heb in die zin al instructies aan mijn administratie gegeven.