SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2008-2009 Zitting 2008-2009
________________
11 mai 2009 11 mei 2009
________________
Question écrite n° 4-3451 Schriftelijke vraag nr. 4-3451

de Dirk Claes (CD&V)

van Dirk Claes (CD&V)

au ministre de l'Intérieur

aan de minister van Binnenlandse Zaken
________________
Musulmans belges - Entraînements au terrorisme au Pakistan et en Afghanistan - Dangers - Mesures Belgische moslims - Terreurtrainingen in Pakistan en Afghanistan - Risico's - Maatregelen 
________________
islam
extrémisme
intégrisme religieux
terrorisme
Organe de coordination pour l'analyse de la menace
Afghanistan
Pakistan
radicalisation
islam
extremisme
religieus conservatisme
terrorisme
Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse
Afghanistan
Pakistan
radicalisering
________ ________
11/5/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 11/6/2009)
25/11/2009Dossier gesloten
11/5/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 11/6/2009)
25/11/2009Dossier gesloten
________ ________
Requalification de : demande d'explications 4-895
Réintroduite comme : question écrite 4-5952
Requalification de : demande d'explications 4-895
Réintroduite comme : question écrite 4-5952
________ ________
Question n° 4-3451 du 11 mai 2009 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-3451 d.d. 11 mei 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Le service des renseignements et de la sûreté des Pays-Bas signale dans son dernier rapport annuel que le nombre de musulmans européens qui vont suivre des entraînements au terrorisme dans des camps spécialement affectés à cette tâche est sans cesse croissant. Ces camps se trouveraient dans la région frontière entre le Pakistan et l'Afghanistan et seraient contrôlés par les groupes de musulmans extrémistes, les talibans, et Al-Qaida.

Le chef de la section antiterrorisme de la police fédérale confirme ces données et dit clairement que des jihadistes se rendent depuis la Belgique dans cette région montagneuse. Ils y seraient exposés à un enseignement religieux radical. Cette région est un vivier pour la violence. Ces dernières années, les villes européennes ont été victimes d'attentats perpétrés par des habitants qui avaient bénéficié d'une pareille formation à l'étranger. Nous devons dès lors examiner ce phénomène avec circonspection, surtout lorsque la police fédérale nous apprend que le nombre de nos concitoyens qui se sont rendus dans la région où se situent les camps n'a jamais encore été aussi élevé.

1. Le ministre confirme-t-il les données sur ce phénomène venant de la section de lutte contre le terrorisme de la police fédérale ?

2. Quelles dispositions ont-elles déjà été prises au niveau fédéral ou européen pour tenir compte de ces données ?

3. De quelle manière les services concernés essaient-ils de s'informer sur le nombre toujours croissant de compatriotes qui sont exposés dans ces camps à un enseignement religieux extrémiste ?

4. À combien s'élève le nombre de cas connus de Belges qui ont suivi pareil entraînement à l'étranger ?

5. Le ministre reconnaît-il le risque que ce phénomène comporte et le danger que recèle le radicalisme croissant de certaines communautés religieuses dans notre pays ?

6. Quelles mesures prendra-t-il pour endiguer ce phénomène et limiter autant que possible le risque d'un éventuel attentat sur notre territoire ?

 

De Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst van Nederland meldt in haar recente jaarverslag dat een steeds stijgend aantal Europese moslims terreurtrainingen gaat volgen in speciaal opgerichte kampen. Deze kampen zouden zich bevinden in de grensstreek ter hoogte van Pakistan en Afghanistan en worden gecontroleerd door de extremistische moslimgroepen Taliban en Al Qaida.

Ook de chef van de Antiterrorismeafdeling van de federale politie bevestigt deze gegevens en stelt duidelijk dat jihadisten uit België afzakken naar de eerder voornoemde bergstreek. Daar zouden ze worden blootgesteld aan radicale geloofsopvattingen en ontstaat een voedingsbodem voor geweld. De laatste jaren werden Europese steden het slachtoffer van aanslagen gepleegd door inwoners die in het buitenland zo’n opleiding hadden genoten. We moeten dan ook bijzonder omzichtig omgaan met dit fenomeen. Zeker wanneer we van de federale politie vernemen dat er nog nooit zoveel landgenoten zijn afgereisd naar de regio waar deze kampen zich bevinden.

1.Bevestigt de geachte minister de gegevens van de Antiterrorismeafdeling van de federale politie met betrekking tot dit fenomeen?

2.Welke maatregelen werden er op federaal of Europees niveau reeds genomen om dit gegeven in kaart te brengen?

3.Op welke manier trachten de bevoegde diensten zich te informeren over het steeds toenemend aantal landgenoten dat in deze kampen wordt blootgesteld aan extremistische geloofsopvattingen?

4.Hoeveel gevallen zijn bekend van Belgen die een dergelijke training in het buitenland hebben gevolgd?

5.Erkent hij het risico van dit fenomeen en het gevaar dat schuilt in het toenemende radicalisme van bepaalde geloofsgemeenschappen in ons land?

6.Welke maatregelen zal hij nemen om dit fenomeen in te dijken en het gevaar van een mogelijke aanslag op ons grondgebied zoveel als mogelijk te beperken?