SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2008-2009 Zitting 2008-2009
________________
29 avril 2009 29 april 2009
________________
Question écrite n° 4-3414 Schriftelijke vraag nr. 4-3414

de Joris Van Hauthem (Vlaams Belang)

van Joris Van Hauthem (Vlaams Belang)

au ministre de l'Intérieur

aan de minister van Binnenlandse Zaken
________________
Coopération technique belge (CTB) - Absence de cadres linguistiques - Position de la Commission permanente de contrôle linguistique (CPCL) Belgische Technische Coöperatie (BTC) - Ontbreken van taalkaders - Houding van de Vaste Commissie voor taaltoezicht (VCT) 
________________
Enabel (Agence belge de Développement
Administration générale de la coopération au développement
Commission permanente de contrôle linguistique
emploi des langues
Enabel (Belgisch Ontwikkelingsagentschap)
Algemeen Bestuur voor de Ontwikkelingssamenwerking
Vaste Commissie voor Taaltoezicht
taalgebruik
________ ________
29/4/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 28/5/2009)
24/11/2009Antwoord
29/4/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 28/5/2009)
24/11/2009Antwoord
________ ________
Question n° 4-3414 du 29 avril 2009 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-3414 d.d. 29 april 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

La réponse du ministre de la Coopération au développement à ma question écrite n° 4-3185 portant sur l'absence de cadre linguistique à la Coopération technique belge (CTB) mentionne que cette dernière mène des discussions à ce propos avec la Commission permanente de contrôle linguistique (CPCL). La CTB affirme que l'établissement d'un cadre linguistique est difficilement compatible avec ses activités.

Il semble pourtant qu'un cadre linguistique soit nécessaire, compte tenu de la disparité flagrante existant au sein du personnel actuel. En effet, 46% seulement des membres du personnel actuel de la CTB sont néerlandophones.

1. Dans quel sens les discussions entre la CTB et la CPCL au sujet de l'établissement du cadre linguistique de la CTB se déroulent-elles ?

2. Quelle attitude la CTB adopte-t-elle en cette matière ?

3. Sur quelle base les comptages de dossiers pour établir un cadre linguistique selon la vision de la CPCL sont-ils effectués ? La CTB partage-t-elle cette vision ?

4. Quel est le pourcentage de dossiers d'ordre général, paritairement pris en compte dans le calcul du cadre linguistique, qui est proposé pour l'établissement du cadre linguistique ?

5. Où en est l'établissement du cadre linguistique et quand celui-ci pourra-t-il être réalisé ?

 

In antwoord op mijn schriftelijke vraag nr. 4-3185 aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking over het ontbreken van een taalkader bij de Belgische Technische Coöperatie (BTC), vernemen wij dat BTC daarover gesprekken voert met de Vaste Commissie voor taaltoezicht (VCT). Er wordt daarbij beweerd door BTC dat het opstellen van een taalkader moeilijk compatibel is met de werkzaamheden van BTC.

Nochtans lijkt een taalkader noodzakelijk, gelet op de flagrante scheeftrekking die er in de huidige personeelsbezetting bestaat. Slechts 46 % van de huidige tewerkgestelden bij BTC zijn immers Nederlandstalig.

1.In welke zin gaan de gesprekken tussen de BTC en de VCT wat betreft het vaststellen van het taalkader voor de BTC?

2.Welke houding neemt de VCT in deze aangelegenheid aan?

3.Op welke basis worden de tellingen van dossiers om tot een taalkader te komen verricht volgens de visie van de VCT? Wordt deze visie gevolgd de BTC?

4.Wat is het aandeel van dossiers van algemene aard, die paritair in rekening worden gebracht bij de berekening van het taalkader, dat wordt voorgesteld voor de vaststelling van het taalkader?

5.Wat is de huidige stand van zaken met betrekking tot het opstellen van het taalkader en wanneer kan dit worden gerealiseerd?

 
Réponse reçue le 24 novembre 2009 : Antwoord ontvangen op 24 november 2009 :

1. En tant que société de droit public, la Coopération technique belge (CTB) tombe sous l'application des lois sur l'emploi des langues en matière administrative coordonnées par l'arrêté royal du 18 juillet 1966. Pour son administration centrale, qui est sise à Bruxelles-Capitale, elle est donc tenue, conformément à l'article 43 des lois sur l'emploi des langues en matière administrative, de disposer de cadres linguistiques.

2. Dans son avis n° 35.120 du 6 juin 2003, la Commission permanente de Contrôle linguistique (CPCL) estimait, à la lumière des renseignements lui communiqués par la CTB, que les lois sur l'emploi des langues en matière administrative étaient peu compatibles avec les conditions de fonctionnement d'un service dont la nature semblait être tout à fait spécifique.

La CPCL a suggéré dans l'avis 35.120 précité qu'un système linguistique spécifique soit approuvé et que les conditions de fonctionnement de la CTB soient prises en considération.

En 2009 (avis 37.038/17 du 20 mars 2009), le ministre de la Coopération au développement a été informé de la position de la CPCL dans cette affaire. Cette dernière insiste pour que, dans un délai raisonnable, une adaptation de la loi du 21 décembre 1998 créant la CTB permette de déroger partiellement aux lois sur l'emploi des langues en matière administrative coordonnées par l'arrêté royal du 18 juillet 1966.

La CPCL demande de débloquer ce dossier et d'assurer la sécurité juridique des nominations et promotions au sein de la CTB. Elle suggère qu'un projet de loi tenant compte des conditions de fonctionnement et des importants développements auxquels est confrontée la CTB, soit introduit dans les meilleurs délais.

3. 4. 5. Depuis ce dernier courrier accompagnant l'avis 37.038 précité, notifié au ministre de la Coopération au développement en date du 30 mars 2009, la CPCL n'a plus reçu d'informations quant à l'introduction d'un projet de loi spécifique ni quant à l'introduction d'un dossier ordinaire en ce qui concerne les cadres linguistiques. La CPCL a insisté à plusieurs reprises pour que ce dossier soit débloqué.

1. De Belgische Technische Coöperatie (BTC) valt als maatschappij van publiek recht onder toepassing van de bij koninklijk besluit van 18 juli 1966 gecoördineerde wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken (SWT). Voor haar hoofdbestuur, dat in Brussel-Hoofdstad gevestigd is, dient zij dus in principe, overeenkomstig artikel 43 van de SWT, over taalkaders te beschikken.

2. In advies nr. 35.120 van 6 juni 2003 was de Vaste Commissie voor Taaltoezicht (VCT), in het licht van de inlichtingen die haar door de BTC waren meegedeeld, van oordeel dat de SWT weinig compatibel waren met de werkingsvereisten van een dienst waarvan de aard volkomen specifiek bleek te zijn.

De VCT suggereerde in voornoemd advies 35.120 dat een specifiek taalstelsel zou worden goedgekeurd en dat de werkingsvereisten van de BTC in aanmerking zou nemen.

In 2009 (advies 37.038/17 van 20 maart 2009) werd de minister van Ontwikkelingssamenwerking op de hoogte gebracht van de houding van de VCT in deze zaak. Deze laatste dringt erop aan dat binnen een redelijke termijn een aanpassing van de wet van 21 december 1998 tot oprichting van de BTC ervoor zorgt dat gedeeltelijk afgeweken kan worden van de bij koninklijk besluit van 18 juli 1966 gecoördineerde wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken.

De VCT vraagt om dit dossier te deblokkeren en de rechtszekerheid te verzekeren van de benoemingen en bevorderingen bij de BTC. Zij suggereert dat er zo snel mogelijk een ontwerp van wet wordt ingediend waarin rekening gehouden wordt met de werkingsvereisten en belangrijke ontwikkelingen waarmee de BTC geconfronteerd wordt.

3. 4. 5. Sinds deze laatste brief met voornoemd advies 37.038, betekend op 30 maart 2009 aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking, kreeg de VCT geen informatie meer aangaande de indiening van een specifiek ontwerp van wet, noch over de indiening van een klassiek taalkaderdossier. De VCT dringt er meerdere keren per jaar op aan dat dit dossier gedeblokkeerd zou worden.