SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2008-2009 Zitting 2008-2009
________________
27 février 2009 27 februari 2009
________________
Question écrite n° 4-3128 Schriftelijke vraag nr. 4-3128

de Joris Van Hauthem (Vlaams Belang)

van Joris Van Hauthem (Vlaams Belang)

au vice-premier ministre et ministre de la Fonction publique, des Entreprises publiques et des Réformes institutionnelles

aan de vice-eersteminister en minister van Ambtenarenzaken, Overheidsbedrijven en Institutionele Hervormingen
________________
La Poste - Watermael-Boitsfort - Application de la législation linguistique De Post - Watermaal-Bosvoorde - Toepassing van de taalwetgeving 
________________
service postal
Commission permanente de contrôle linguistique
emploi des langues
postdienst
Vaste Commissie voor Taaltoezicht
taalgebruik
________ ________
27/2/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 2/4/2009)
12/6/2009Antwoord
27/2/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 2/4/2009)
12/6/2009Antwoord
________ ________
Question n° 4-3128 du 27 février 2009 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-3128 d.d. 27 februari 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

En sa séance du 12 septembre 2008, la Commission permanente de Contrôle linguistique a considéré, dans son avis n° 40 012, que le bureau de poste de Watermael-Boitsfort était dirigé par une personne ne détenant pas le brevet linguistique prouvant une maîtrise suffisante de la seconde langue pour exercer cette fonction. Auparavant déjà, La Poste avait déjà été admonestée à cet égard par la Commission permanente de Contrôle linguistique concernant le prédécesseur de la personne en question, qui ne répondait pas non plus aux exigences linguistiques (avis n° 39 186 du 10 avril 2008).

1. Quelle suite La Poste a-t-elle donnée à l’avis n° 40 012 ?

2. Quelles mesures la ministre prend-elle, le cas échéant, pour veiller à ce que les lois coordonnées du 18 juillet 1966 sur l’emploi des langues en matière administrative, lois d’ordre public, soient, à cet égard, strictement respectées par La Poste ?

 

Ter zitting van 12 september 2008 oordeelde de Vaste Commissie voor Taaltoezicht in haar advies nr. 40 012 dat het postkantoor van Watermaal-Bosvoorde onder leiding staat van een persoon die niet beschikt over een taalbrevet dat bewijst dat hij over de nodige kennis van de tweede taal beschikt om deze functie uit te oefenen. Eerder al was De Post hierover terechtgewezen door de Vaste Commissie voor Taaltoezicht met betrekking tot de voorganger van de betrokkene, die evenmin voldeed aan de taalvereisten (advies nr. 39 186 van 10 april 2008).

1. Welk gevolg heeft De Post aan het advies nr. 40 012 gegeven ?

2. Welke maatregelen treft de geachte minister desgevallend om ervoor te zorgen dat de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken, wetten van openbare orde, door De Post op dit vlak strikt worden nageleefd ?

 
Réponse reçue le 12 juin 2009 : Antwoord ontvangen op 12 juni 2009 :

1. Compte tenu du manque de candidats adéquats disposant d’un brevet linguistique du Selor pour exercer des fonctions pour lesquelles un bilinguisme légal est exigé et étant donné la nécessité d’assurer la continuité des services publics, La Poste a, fin 2008, introduit une procédure qui vise à respecter aussi correctement que possible les dispositions des lois coordonnées du 18 juillet 1966 sur l’emploi des langues en matière administrative.

Cette procédure stipule que les candidats, qui estiment avoir une connaissance suffisante de la deuxième langue nationale, même s’ils ne disposent pas de l’attestation de bilinguisme exigée, peuvent poser leur candidature pour les fonctions pour lesquelles un bilinguisme légal est demandé. S’il ressort toutefois, après l’entretien avec le management, qu'un membre du personnel officiellement bilingue dispose des compétences requises afin d’exercer la fonction en question, ce membre du personnel se verra toujours attribuer le poste convoité en priorité par rapport aux autres membres du personnel.

De plus, les services impliqués sont organisés de façon à servir aussi bien les clients francophones que néerlandophones dans leur propre langue.

2. La Poste veille à respecter aussi correctement que possible les dispositions des lois coordonnées du 18 juillet 1966 sur l’emploi des langues en matière administrative.

1. Rekening houdend met het gebrek aan geschikte kandidaten die over een taalbrevet van Selor beschikken om functies waarvoor wettelijke tweetaligheid vereist is uit te oefenen en gelet op de noodzaak van het verzekeren van de continuïteit van de openbare dienstverlening, heeft De Post eind 2008 een regeling ingevoerd die er naar streeft de bepalingen van de gecoördineerde taalwetten van 18 juli 1966 zo correct mogelijk na te leven.

Deze regeling bestaat erin dat kandidaten die menen een voldoende kennis te hebben van de tweede landstaal, ook wanneer ze niet over het vereiste tweetaligheidsattest beschikken, kunnen solliciteren voor de functies waarvoor wettelijke tweetaligheid vereist is. Indien echter na het gesprek met het management blijkt dat een officieel tweetalig personeelslid over afdoende competenties beschikt om de functie in kwestie uit te oefenen, zal dit personeelslid steeds bij voorrang op de overige personeelsleden de gesolliciteerde betrekking toegewezen krijgen.

Bovendien worden de betrokken diensten derwijze georganiseerd dat zowel de Franstalige als de Nederlandstalige klanten steeds in hun eigen taal worden bediend.

2. De Post blijft erop toezien dat ze zo correct mogelijk de bepalingen van de gecoördineerde taalwetten van 18 juli 1966 naleeft.