SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2008-2009 Zitting 2008-2009
________________
13 février 2009 13 februari 2009
________________
Question écrite n° 4-3006 Schriftelijke vraag nr. 4-3006

de Anne-Marie Lizin (Indépendant)

van Anne-Marie Lizin (Onafhankelijke)

à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
________________
Hôpitaux - Bassins de soins hospitaliers - Arrêté royal du 10 juin 2006 - Application - Nombre de bassins de soins créés - Nombre de bassins de soins en préparation - Hôpitaux universitaires - Inclusion Ziekenhuizen - Zorgregio's ziekenhuizen - Koninklijk besluit van 10 juni 2006 - Toepassing - Aantal bestaande zorgregio's - Aantal zorgregio's in voorbereiding - Universitaire ziekenhuizen - Opneming 
________________
établissement hospitalier
organisation de la santé
politique de la santé
ziekenhuis
organisatie van de gezondheid
gezondheidsbeleid
________ ________
13/2/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 19/3/2009)
23/4/2009Antwoord
13/2/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 19/3/2009)
23/4/2009Antwoord
________ ________
Question n° 4-3006 du 13 février 2009 : (Question posée en français) Vraag nr. 4-3006 d.d. 13 februari 2009 : (Vraag gesteld in het Frans)

Pouvez-vous nous informer des perspectives d'application de l'arrêté royal du 10 juin 2006 modifiant l'arrêté royal du 25 avril 1997 précisant la description d'une association d'hôpitaux et des normes particulières qu'elle doit respecter au sujet des bassins de soins ?

Cet arrêté royal a essentiellement été appliqué dans la région de Tournai, avec des effets assez positifs ; mais il serait intéressant de savoir combien de bassins de soins sont opérationnels à ce jour et quels sont les mécanismes de financement. Des incitants à la réalisation d'études préalables ont-ils été proposés ?

Combien de bassins de soins a-t-on créé en Belgique ?

Combien de bassins de soins sont actuellement en préparation ?

Des tentatives sont réalisées à Liège, mais relier cette démarche à celle des hôpitaux universitaires pose parfois problème, dans la mesure où il ne faut pas laisser un hôpital universitaire s'exclure d'un bassin de soins.

Y a-t-il eu des avancées dans ce domaine ?

 

Kunt u ons informatie verstrekken over de toepassingsperspectieven van het koninklijk besluit van 10 juni 2006 tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 april 1997 houdende nadere omschrijving van de associatie van ziekenhuizen en van de bijzondere normen waaraan deze moet voldoen?

Dat koninklijk besluit werd hoofdzakelijk toegepast in de regio Doornik, met vrij positieve resultaten. Het zou echter interessant zijn te weten hoeveel zorgregio's vandaag operationeel zijn en welke financieringsmechanismen bestaan. Werden voorafgaande studies gestimuleerd?

Hoeveel zorgregio's werden er in België gecreëerd?

Hoeveel zorgregio's zijn nog in voorbereiding?

In Luik werden pogingen ondernomen, maar er rijzen soms problemen in verband met de universitaire ziekenhuizen. Een universitair ziekenhuis mag zich immers niet buiten een zorgregio plaatsen.

Is er op dat gebied vooruitgang geboekt?

 
Réponse reçue le 23 avril 2009 : Antwoord ontvangen op 23 april 2009 :

Tout d’abord, ce sont les entités fédérées (Communautés et Régions) qui sont compétentes pour les agréments, et notamment les agréments des associations «bassins de soins» repris à l’arrêté royal du 10 juin 2006.

J’ai, à ce jour, reçu un seul agrément pour une association «bassin de soins» , qui émane de la Région wallonne; il s’agit effectivement de l’Association «Bassin de Soins» Union médico-hospitalière du Tournaisis

En ce qui concerne les mécanismes de financement des associations «bassins de soins», je me permets de vous rappeler qu’à l’heure actuelle, les associations d’hôpitaux ne disposent pas d’un budget distinct de ceux dont bénéficient les hôpitaux qui font partie intégrante de cette association. Par contre, l’arrêté royal du 25 avril 2002 relatif à la fixation et à la liquidation du budget des moyens financiers des hôpitaux contient bien des mesures spécifiques pour les hôpitaux qui, notamment dans le cadre d’un «bassin de soins», verraient leur budget diminuer à la suite d’une restructuration interne ou d’un accord de collaboration conclu avec un ou plusieurs hôpitaux, dont il résulte une spécialisation ou une concentration accrue des activités hospitalières. Par ailleurs, la procédure dite du « alendrier de construction» (des infrastructures hospitalières) a également été revue afin d’identifier les travaux qui doivent être considérés comme prioritaires et à ce titre bénéficier d’une règle de subsidiation particulière. Il s’agit là aussi d’un levier important afin de lever , partiellement au moins, les difficultés auxquelles doivent faire face les hôpitaux qui souhaitent s’inscrire dans la démarche voulue et initiée par mon prédécesseur.

Et enfin, dans le cadre de la réflexion menée concernant ces associations «bassins de soins» il faut encore citer la modification apportée à partir du 1er juillet 2006, à l’arrêté royal du 19 mai 1987 qui traite notamment des modalités de calcul des indemnités à octroyer à la suite d’une fermeture de lits hospitaliers. Cette modification vise à faciliter l’accès à cette indemnité dans la mesure où celle-ci est accordée à partir du moment où dix lits sont fermés (alors qu’auparavant il fallait fermer au moins une unité architecturalement distincte pour pouvoir bénéficier de cette indemnité).

Je ne dispose pas d’informations formelles concernant les «bassins de soins» qui seraient actuellement en gestation, ni concernant des difficultés particulières rencontrées dans le cadre d’un tel processus.

Pour terminer, je tiens à souligner qu’à la demande de la Région wallonne, un groupe de travail a été institué au sein de la Conférence Interministérielle de la Santé. Celui-ci doit se pencher sur les freins aux collaborations interhospitalières, et plus particulièrement les problèmes auxquels les hôpitaux se heurtent sur le terrain lors de la phase de concrétisation de ces « bassins de soins »., quels que soient les différents aspects de ces difficultés (normes d’agrément, « pénalisations » financières ».,etc.).

Ten eerste zijn het de gefederaliseerde instanties (Gemeenschappen en Gewesten) die bevoegd zijn voor de erkenningen, in het bijzonder erkenningen over associaties omtrent “zorgbekkens” hernomen in het koninklijk besluit van 10 juni 1990.

Ik heb tot op vandaag één enkele erkenning ontvangen vanwege het Waals Gewest voor een “zorgbekken”; het betreft de associatie Union médico-hospitalière du Tournaisis.

Voor wat betreft de financieringsmechanismen van de associaties “zorgbekkens”, wil ik u eraan te herinneren dat de ziekenhuisasssociaties momenteel geen ander budget hebben dan de budgetten voor de ziekenhuizen die deel uitmaken van deze associatie. Het koninklijk besluit van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen voor de ziekenhuizen bevat echter wel degelijk specifieke maatregelen voor de ziekenhuizen die, met name in het kader van een“zorgbekken”, hun budget verminderd zien door een interne herstructurering of een samenwerkingsakkoord afgesloten met één of meerdere ziekenhuizen, resulterend in een specialisatie of een verhoogde concentratie van ziekenhuisactiviteiten. Anderzijds werd ook de procedure van de “bouwkalender” (van ziekenhuisinfrastructuren) herzien om prioritaire werkzaamheden te identificeren en omwille daarvan genieten van een bijzondere subsidiëringsmaatregel. Ook dat is een belangrijke hefboom om de moeilijkheden, althans gedeeltelijk, op te heffen waarmee de ziekenhuizen geconfronteerd worden die willen deelnemen aan dit initiatief dat door mijn voorganger opgestart werd.

In het kader van het nadenken over deze associaties van “zorgbekkens”, dient tot slot nog gewezen te worden op de wijziging vanaf 1 juli 2006, aangebracht aan het koninklijk besluit van 19 mei 1987 dat handelt over de berekening van de toe te kennen schadeloosstelling ten gevolge van het sluiten van bedden. Deze wijziging dient om de toegang tot deze schadeloosstelling te vergemakkelijken inzover deze wordt toegekend van zodra tien bedden worden gesloten (vroeger moest men minstens een volledig aparte architecturale eenheid sluiten om van de schadeloostelling te kunnen genieten).

Ik beschik niet over formele informatie over eventuele nieuwe “zorgbekkens”; noch over bijzondere problemen die zouden zijn opgedoken in het kader van een dergelijk proces..

Tot slot wil ik er uitdrukkelijk op wijzen dat, op vraag van het Waals Gewest, een werkgroep is opgericht in de schoot van de Interministriële Conferentie over de Gezondheid. Die moet zich buigen over het afremmen van de samenwerking tussen ziekenhuizen onderling en, meer bepaald, over de problemen waarmee de ziekenhuizen te maken hebben tijdens de uitvoeringsfaze van deze “zorgbekkens”, ongeacht de diverse aspecten ervan (erkenningsnormen, financiële “straffen” enz.).