SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2007-2008 Zitting 2007-2008
________________
18 octobre 2007 18 oktober 2007
________________
Question écrite n° 4-25 Schriftelijke vraag nr. 4-25

de Christiane Vienne (PS)

van Christiane Vienne (PS)

au ministre des Affaires étrangères

aan de minister van Buitenlandse Zaken
________________
Accord cadre franco-belge sur la coopération sanitaire transfrontalière du 30 septembre 2005 - Ratification - État d’avancement (Coopération renforcée) Frans-Belgisch raamakkoord over de grensoverschrijdende gezondheidssamenwerking van 30 september 2005 - Ratificatie - Stand van zaken (Versterkte samenwerking) 
________________
ratification d'accord
coopération transfrontalière
assurance maladie
France
accord bilatéral
accord-cadre
ratificatie van een overeenkomst
grensoverschrijdende samenwerking
ziekteverzekering
Frankrijk
bilaterale overeenkomst
kaderovereenkomst
________ ________
18/10/2007Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 23/11/2007)
20/12/2007Dossier gesloten
18/10/2007Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 23/11/2007)
20/12/2007Dossier gesloten
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-26
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 4-1
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-26
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 4-1
________ ________
Question n° 4-25 du 18 octobre 2007 : (Question posée en français) Vraag nr. 4-25 d.d. 18 oktober 2007 : (Vraag gesteld in het Frans)

Fin septembre 2005, les ministres français et belge de la Santé ont signé un accord de coopération sanitaire franco-belge.

Cet accord de coopération est très important car il a pour objet de fournir une base juridique et un cadre clair dans lesquels devront s’inscrire les conventions passées entre les autorités locales compétentes des deux pays en matière d’offre de soins et ce, notamment dans la région de Mouscron.

Cet accord devrait permettre une coopération renforcée entre les services sanitaires des régions frontalières concernées, soit, côté belge, Mouscron, Comines, Estaimpuis ; et, côté français, Roubaix, Tourcoing, Wattrelos ainsi que certaines communes couvertes par la CPAM (Caisse primaire d’assurance maladie) de Lille et d’Armentières. Il permettra aux ressortissants belges et français de la zone de faire appel à des structures ou à des professionnels de santé tant en Belgique qu’en France. Il permettra aussi aux structures et professionnels belges d’accueillir des patients français dans les meilleures conditions d’organisation et surtout de prise en charge, et vice versa.

La forte mobilité des populations de cette zone transfrontalière n’est plus à démontrer et la concrétisation de cet accord de coopération répondrait, par ailleurs, à l’exigence posée par la jurisprudence de la Cour de Justice européenne en matière de liberté de circulation des biens et prestation de services de santé au sein de l’Union, dans un cadre organisé par les autorités compétentes en matière de système de soins.

S’agissant d’accords transfrontaliers, c’est à vous que revient l’initiative de transmettre le dossier, d’abord au Gouvernement, ensuite au Parlement fédéral pour ratification.

Côté français, le ministre des Affaires étrangères avait, dès février 2007, transmis l’accord de coopération au Parlement français pour adoption. Le Sénat français a adopté cet accord le 1er août 2007 et l’Assemblée Nationale a fait de même le 26 septembre 2007.

Côté belge, il semble que cet accord de coopération n’a toujours pas été transmis au Parlement.

Pourriez-vous m’informer de l’état d’avancement de ce dossier et m’indiquer les raisons pour lesquelles il présente un tel retard par rapport à l’état d’avancement français ?

 

De Franse en Belgische ministers van Volksgezondheid hebben einde september 2005 een Belgisch-Frans akkoord over de gezondheidssamenwerking ondertekend.

Dit samenwerkingsakkoord is heel belangrijk, het moet een wettelijke basis en een duidelijk kader verschaffen voor de overeenkomsten inzake zorgaanbod die tussen de bevoegde lokale overheden van de twee landen worden gesloten, met name in de zone Moeskroen.

Het akkoord moet een versterkte samenwerking mogelijk maken tussen de gezondheidsdiensten van de betrokken grensgebieden. Aan Belgische zijde zijn dat Moeskroen, Komen en Estaimpuis en aan Franse zijde Roubaix, Tourcoing, Wattrelos en enkele kleine gemeenten gedekt door de CPAM (Caisse primaire d’assurance maladie) van Lille en Armentières. Het biedt de Belgische en Franse inwoners van die zone de mogelijkheid om zowel in België als in Frankrijk een beroep te doen op gezondheidsvoorzieningen of -werkers. De Belgische gezondheidsvoorzieningen en -werkers kunnen de Franse patiënten voortaan opvangen in optimale omstandigheden inzake organisatie en vooral terugbetaling, en omgekeerd.

De hoge mobiliteit van de bevolking van deze grensoverschrijdende zone moet niet meer worden aangetoond en met de concretisering van dit samenwerkingsakkoord zou men bovendien ook tegemoet kunnen komen aan een eis van het Europese Hof van Justitie inzake vrij verkeer van goederen en gezondheidsdiensten in de Unie, in een kader georganiseerd door de overheden bevoegd voor gezondheidssystemen.

Aangezien het hier om een grensoverschrijdende overeenkomst gaat, moet u het initiatief nemen om het ratificatiedossier voor te leggen, eerst aan de regering en nadien aan het federale parlement.

De Franse minister van Buitenlandse Zaken heeft het samenwerkingsakkoord in februari 2007 ter goedkeuring voorgelegd aan het Franse Parlement. De Franse Senaat heeft het op 1 augustus 2007 goedgekeurd en de Nationale Vergadering op 26 september 2007.

In België zou het samenwerkingsakkoord nog altijd niet in het Parlement zijn ingediend.

Hoever staat het met dit dossier en waaraan is de aanzienlijke vertraging ten opzichte van Frankrijk te wijten?