SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2007-2008 Zitting 2007-2008
________________
24 janvier 2008 24 januari 2008
________________
Question écrite n° 4-232 Schriftelijke vraag nr. 4-232

de Karim Van Overmeire (Vlaams Belang)

van Karim Van Overmeire (Vlaams Belang)

au ministre de la Défense

aan de minister van Landsverdediging
________________
Musée royal de l’armée et d’histoire militaire - Personnel contractuel - Recrutement Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis - Contractuele werknemers - Aanwerving 
________________
musée
établissements scientifiques et culturels fédéraux
personnel contractuel
Cour des comptes (Belgique)
armée
museum
federale wetenschappelijke en culturele instellingen
personeel op contractbasis
Rekenhof (België)
krijgsmacht
________ ________
24/1/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 28/2/2008)
22/2/2008Antwoord
24/1/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 28/2/2008)
22/2/2008Antwoord
________ ________
Question n° 4-232 du 24 janvier 2008 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-232 d.d. 24 januari 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Conformément à l’article 1er, 4º, de l’arrêté royal du 1er février 1993 déterminant les tâches auxiliaires ou spécifiques dans les services publics fédéraux, les services publics de programmation et les autres services qui en dépendent, ainsi que dans certains organismes d’intérêt public, du personnel contractuel ne peut être engagé que pour des tâches auxiliaires et spécifiques.

Il doit s’agir de programmes de recherche approuvés par le conseil des ministres. En outre, il doit s’agir de programmes de recherche, d’activités de recherche ou de marchés publics de services ne relevant pas des compétences permanentes des établissements scientifiques. En vertu de l’article 1er, 20º, du même arrêté, des experts contractuels peuvent être engagés au niveau 1 pour une durée limitée ou pour une activité nettement définie. Ils doivent répondre à des qualifications professionnelles particulières précisées dans l’analyse de fonction et ne peuvent être recrutés que pour l’exécution de tâches extérieures aux missions organiques normales de l’établissement. L’audit de la Cour des comptes a fait apparaître que le Musée de l’armée n’opérait pas toujours une distinction claire entre ces deux catégories. Sur le plan du contenu, les descriptions de fonctions et de missions ne sont pas toujours strictement délimitées.

La Cour des comptes a constaté que les dossiers du personnel contractuel engagé pour les programmes de recherche ne mentionnaient que le numéro et le titre des programmes de recherche. Les spécialistes de la Cour des comptes eux-mêmes ont éprouvé des difficultés à identifier la durée prévisible des programmes de recherche. L’attribution de contrats à durée indéterminée ne permet pas d’identifier clairement le lien avec la recherche concrète et le délai d’exécution des projets semble être accessoire.

Un défaut similaire a été constaté parmi les experts contractuels qui ont en principe été engagés pour une durée limitée ou pour une activité nettement définie. On peut conclure des prolongations répétées de certains contrats de travail que, dans la pratique, les membres du personnel contractuel temporaire sont devenus, en quelque sorte, des contractuels permanents. Un tel procédé, par lequel les mêmes personnes sont constamment chargées d’autres tâches de recherche sans qu’une nouvelle procédure de sélection soit organisée, est contraire à l’objectif de la réglementation. Il ouvre en outre largement la porte au favoritisme.

Quelles mesures le ministre a-t-il déjà prises pour rendre l’engagement de personnel contractuel au Musée de l’armée conforme à l’arrêté royal du 1er février 1993 ?

 

Overeenkomstig artikel 1, 4º, van het koninklijk besluit van 1 februari 1993 tot bepaling van de bijkomende of specifieke opdrachten in de federale overheidsdiensten, de programmatorische overheidsdiensten en de diensten die ervan afhangen, alsook in sommige instellingen van openbaar nut kan contractueel personeel alleen worden aangeworven voor bijkomende en specifieke opdrachten.

Het moet gaan om onderzoeksprogramma’s die door de ministerraad zijn goedgekeurd. Het moet bovendien gaan om onderzoeksprogramma’s, onderzoeksactiviteiten of openbare dienstopdrachten die geen deel uitmaken van de permanente bevoegdheden van de wetenschappelijke instellingen. Overeenkomstig artikel 1, 20º, van hetzelfde besluit kunnen contractuele deskundigen worden aangeworven in niveau 1 voor een bepaalde tijd of voor een duidelijk omschreven werk. Zij moeten beantwoorden aan bijzondere beroepskwalificaties die in de functieanalyse zijn aangegeven en mogen slechts aangeworven worden voor taken die buiten de normale organieke opdrachten van de instelling vallen. Uit het onderzoek van het Rekenhof bleek dat het Legermuseum niet altijd voldoende onderscheid maakt tussen beide categorieën. De inhoudelijke taakomschrijvingen en -invullingen zijn dikwijls onvoldoende afgebakend.

Bij het contractueel personeel ingeschakeld voor onderzoeksprogramma’s stelde het Rekenhof vast dat in de personeelsdossiers alleen het nummer en de benaming van het onderzoeksprogramma werd vermeld. De verwachte duur van de onderzoeksprogramma’s was zelfs voor de specialisten van het Rekenhof vaak moeilijk te achterhalen. Door de toekenning van contracten van onbepaalde duur is het verband met het concrete onderzoek onduidelijk en lijkt het tijdspad van de onderzoeken van ondergeschikt belang te zijn.

Een soortgelijk euvel werd vastgesteld bij de contractuele deskundigen die in principe werden aangeworven voor een bepaalde tijd of voor een duidelijk omschreven werk. Uit de herhaaldelijke verlenging van bepaalde arbeidsovereenkomsten kan worden besloten dat de betrokken personeelsleden in de praktijk geëvolueerd zijn van een tijdelijke naar een permanente opdracht. Een dergelijk procédé, waarbij dezelfde personen voortdurend worden belast met andere onderzoeksopdrachten, zonder dat een nieuwe selectieprocedure wordt georganiseerd, is in strijd met de bedoeling van de reglementering. Het zet bovendien de deur wijd open voor favoritisme.

Welke maatregelen heeft de geachte minister reeds genomen om het aanwerven van contractueel personeel in het Legermuseum in overeenstemming te brengen met het koninklijk besluit van 1 februari 1993?

 
Réponse reçue le 22 février 2008 : Antwoord ontvangen op 22 februari 2008 :

L'honorable membre est prié de trouver ci-après la réponse à ses questions.

Il convient de faire la distinction entre les experts contractuels et les membres du personnel scientifique contractuel au Musée royal de l'Armée.

L'arrêté royal du 1er février 1993 déterminant les tâches auxiliaires ou spécifiques dans les services publics fédéraux, les services publics de programmation et autres services qui en dépendent, article 1er, 20º, stipule pour les experts contractuels que les missions confiées doivent être détaillées dans le contrat de travail et que l'emploi est requis pour une période impartie ou pour un travail clairement détaillé. L'article 1er, 4º, ne le prévoit pas pour le personnel scientifique contractuel.

Les experts contractuels employés actuellement au Musée royal de l'Armée sont recrutés avec un contrat de travail à durée déterminée et satisfont de la sorte aux dispositions de l'arrêté royal. L'Inspection des Finances a rendu un avis favorable pour le renouvellement de l'emploi des experts en service actuellement. De ces six experts contractuels qui ont été embauchés au Musée royal de l'Armée du temps de l'enquête de la Cour des comptes en 2005, il en reste encore cinq actuellement en service. Par décision du ministre du Budget de l'époque, leur contrat de travail à durée déterminée a été prolongé jusqu'au 31 décembre 2008. Depuis 2005, il n'y a pas eu de nouveaux experts contractuels recrutés au profit du Musée royal de l'Armée.

Des quatre scientifiques contractuels qui y furent engagés en 2005, il n'en reste plus qu'un actuellement en service. Entre temps, deux supplétifs ont été recrutés de sorte qu'actuellement trois scientifiques contractuels sont employés au Musée royal de l'Armée. L'emploi de ces scientifiques est lié aux programmes de recherches approuvés par le Conseil des ministres et est dès lors en adéquation avec les dispositions de l'arrêté royal du 1er février 1993 mentionné ci-dessus.

Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen.

Er dient een onderscheid gemaakt te worden tussen de contractuele deskundigen en de contractuele wetenschappelijke personeelsleden tewerkgesteld in het Koninklijk Legermuseum.

Het koninklijk besluit van 1 februari 1993 tot bepaling van de bijkomende of specifieke opdrachten in de federale overheidsdiensten, de programmatorische overheidsdiensten en de diensten die ervan afhangen, artikel 1, 20º, stipuleert voor de contractuele deskundigen dat de toevertrouwde opdrachten moeten omschreven worden in de arbeidsovereenkomst en dat de tewerkstelling voor een bepaalde tijd of voor een duidelijk omschreven werk is. Artikel 1, 4º, voorziet dit niet voor de contractuele wetenschappelijke personeelsleden.

De contractuele deskundigen momenteel tewerkgesteld in het Koninklijk Legermuseum werden aangeworven met een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur en voldoen dus aan de bepalingen van het koninklijk besluit. De Inspectie van Financiën heeft een gunstig advies gegeven voor de verlenging van de tewerkstelling van de momenteel in dienst zijnde deskundigen. Van de zes contractuele deskundigen die in 2005 ten tijde van het onderzoek van het Rekenhof in het Koninklijk Legermuseum tewerkgesteld waren, zijn er momenteel nog vijf in dienst. Bij beslissing van de toenmalige minister van Begroting werd hun tewerkstelling van bepaalde duur verlengd tot 31 december 2008. Er werden sinds 2005 geen nieuwe contractuele deskundigen ten behoeve van het Koninklijk Legermuseum aangeworven.

Van de vier contractuele wetenschappers die er in 2005 tewerkgesteld waren, is er momenteel nog slechts één in dienst. Twee bijkomende werden intussen aangeworven zodat er momenteel drie contractuele wetenschappers in het Koninklijk Legermuseum tewerkgesteld zijn. De tewerkstelling van deze wetenschappers is verbonden aan door de Ministerraad goedgekeurde onderzoeksprogramma's en dus in overeenstemming met de bepalingen van het hoger vermelde koninklijk besluit van 1 februari 1993.