SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2007-2008 Zitting 2007-2008
________________
24 janvier 2008 24 januari 2008
________________
Question écrite n° 4-230 Schriftelijke vraag nr. 4-230

de Joris Van Hauthem (Vlaams Belang)

van Joris Van Hauthem (Vlaams Belang)

au Premier ministre

aan de Eerste minister
________________
Centre de presse international (CPI) - Comptes - Observations de la Cour des comptes Internationaal Perscentrum (IPC) - Rekeningen - Opmerkingen van het Rekenhof 
________________
Cour des comptes (Belgique)
Services du premier ministre
vérification des comptes
compte
Rekenhof (België)
Diensten van de eerste minister
verificatie van de rekeningen
rekening
________ ________
24/1/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 28/2/2008)
28/2/2008Antwoord
24/1/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 28/2/2008)
28/2/2008Antwoord
________ ________
Question n° 4-230 du 24 janvier 2008 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-230 d.d. 24 januari 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Lors du contrôle des comptes du Résidence Palace – centre de presse international – Bruxelles (CPI, SPF Chancellerie du premier ministre), la Cour des comptes a signalé, dans son 163e Cahier, que le compte de gestion du CPI n’a pas été transmis à la Cour des comptes. L’état de l’actif et du passif a certes été transmis, mais n’a pas été approuvé en tant que tel par le comité de gestion du CPI. La Cour des comptes a par ailleurs relevé les erreurs suivantes.

Les crédits budgétaires inscrits dans le compte d’exécution ne correspondent pas aux crédits approuvés par la loi. Pour les recettes fonctionnelles et d’exploitation, un montant de 32.270,75 euros a été inscrit au titre de droits annulés ou portés en surséance indéfinie. Ce montant ne correspond pas aux réductions de valeur sur créances en souffrance enregistrées dans la comptabilité économique.

La décision d’annuler des droits ou de les porter en surséance indéfinie aurait dû reposer sur une décision de l’ordonnateur compétent et être étayée par les documents nécessaires. Or, tel n’a pas été le cas. Ce montant n’a d’ailleurs pas été porté en déduction du montant des droits reportés à l’année budgétaire suivante.

Quant à l’état de l’actif et du passif, en ce qui concerne la comptabilité économique, la Cour des comptes s’est ralliée aux constatations et aux recommandations du réviseur d’entreprises :

- amortissement des immobilisations corporelles sur le montant déjà payé et non sur la totalité du montant investi ;

- enregistrements erronés dans la comptabilité en raison de la décentralisation de la comptabilité, les factures de vente étant établies par le CPI et l’enregistrement comptable effectué par le SPF Chancellerie ;

- absence d’une convention de concession signée avec l’exploitant du restaurant ;

- imprécision sur les frais à provisionner par le CPI en faveur de la Régie des bâtiments à la date du bilan.

Le compte de gestion a-t-il entre-temps été soumis à la Cour des comptes ? Dans l’affirmative, à quelle date ? L’état de l’actif et du passif a-t-il depuis lors été approuvé par le comité de gestion ? À quoi les retards étaient-ils dus ?

Les anomalies relevées dans l’état de l’actif et du passif ont-elles entre-temps été corrigées ? Dans la négative, dans quel délai seront-elles rectifiées ?

 

Bij de controle van de rekeningen van het Résidence Palace – Internationaal Perscentrum – Brussel (IPC, FOD Kanselarij van de eerste minister) heeft het Rekenhof in zijn 163ste Boek opgemerkt dat de beheersrekening van het IPC niet aan het Rekenhof werd voorgelegd. De staat van activa en passiva werd weliswaar voorgelegd, maar als zodanig nooit goedgekeurd door het beheerscomité van het IPC. Verder wees het Rekenhof op volgende fouten.

De begrotingskredieten in de uitvoeringsrekening stemmen niet overeen met de bij wet goedgekeurde kredieten. Voor de functionele en exploitatieontvangsten is een bedrag van 32.270,75 euro aan geannuleerde of in onbepaald uitstel gebrachte rechten geboekt. Dit bedrag stemt niet overeen met de in de economische boekhouding geboekte waardeverminderingen op openstaande vorderingen.

De beslissing tot annulering of in onbepaald uitstel brengen van rechten had moeten steunen op een beslissing van de bevoegde ordonnateur, gestaafd met de nodige documenten, wat niet is gebeurd. Dit bedrag werd overigens niet in mindering gebracht van de rechten overgedragen op een volgend boekjaar.

Wat betreft de staat van activa en passiva heeft het Rekenhof zich voor de economische boekhouding aangesloten bij de bevindingen en aanbevelingen van de bedrijfsrevisor:

- afschrijvingen van materiële vaste activa naar rato van het afbetaalde gedeelte in plaats van het volledig geïnvesteerde bedrag;

- foute boekhoudkundige registraties ingevolge een decentraal gevoerde boekhouding, waarbij verkoopfacturen worden opgesteld door het IPC, terwijl de boekhoudkundige registratie ervan gebeurt door de FOD Kanselarij;

- het ontbreken van een getekende concessieovereenkomst met de exploitant voor de uitbating van het restaurant;

- onduidelijkheid over de te provisioneren kosten die het IPC op balansdatum aan de Regie der Gebouwen verschuldigd is.

Werd de beheersrekening intussen aan het Rekenhof voorgelegd? Zo ja, op welke datum? Werd de staat van activa en passiva intussen goedgekeurd door het beheerscomité? Waaraan waren de vertragingen te wijten?

Werden de tekortkomingen in de staat van activa en passiva intussen hersteld? Zo nee, binnen welke termijn zal dat dan gebeuren?

 
Réponse reçue le 28 février 2008 : Antwoord ontvangen op 28 februari 2008 :

Conformément à l'arrêté royal du 7 janvier 2002 relatif à la composition et à la compétence des organes, et à la gestion financière du Centre de presse international en tant que Service de l'État à gestion séparée, le compte de gestion relatif à l'année 2004 et l'état de l'actif et du passif qui en fait partie ont été approuvés par le Comité de gestion le 16 mars 2005 et transmis au ministre des Finances en avril 2007.

Ce retard est dû aux raisons suivantes : les provisions étaient inscrites au compte de gestion et le Comité de gestion a attendu le décompte définitif de la Régie des Bâtiments.

Je souhaite attirer l'attention de l'honorable membre sur l'absence de faute. Les remarques de la Cour des comptes citées dans l'introduction de la question, s'expliquent par la structure du capital du CPI-Résidence Palace.

En effet, l'imprécision entourant les frais provisionnels à la date du bilan trouve sa source dans le fait que le décompte des frais réels n'est porté en compte qu'ultérieurement et que les frais réels varient fortement d'une année à l'autre. Cette situation a engendré des « problèmes » pour le premier compte de gestion. Afin d'y remédier, il a été décidé pour les prochaines années de prendre, comme base des frais provisionnels, le même montant par mètre carré que celui utilisé par la Régie des Bâtiments.

Overeenkomstig het koninklijk besluit van 7 januari 2002 betreffende de samenstelling en de bevoegdheid van de organen, en het financieel beheer van het Internationaal Perscentrum als Staatsdienst met afzonderlijk beheer, werd de beheersrekening voor het jaar 2004 en daarvan deel uitmakend, de staat van activa en passiva, op 16 maart 2005 door het Beheerscomité goedgekeurd en in april 2007 aan de minister van Financiën overgemaakt.

De reden van de eerste vertraging is dat in de beheersrekening de provisies waren ingeschreven en dat het Beheerscomité heeft gewacht op de definitieve afrekening door de Regie der Gebouwen.

Ik wil het geachte lid erop wijzen dat er geen tekortkomingen zijn, maar dat de opmerkingen van het Rekenhof die werden aangehaald in de inleiding op de vraag, voortvloeien uit de kapitaalstructuur van het IPC-Résidence Palace.

Inderdaad, de onduidelijkheid over de provisionele kosten op de balansdatum vloeit voort uit het feit dat de afrekening van de werkelijke kosten slechts nadien wordt verrekend en dat de werkelijke kosten bovendien van jaar tot jaar sterk afwijken. Dit heeft bij de eerste beheersrekening « problemen » opgeleverd. Om hieraan te verhelpen werd voor de volgende jaren beslist om als basis voor de provisionele kosten hetzelfde bedrag per vierkante meter te nemen dat door de Regie der gebouwen werd en wordt gehanteerd.