SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2007-2008 Zitting 2007-2008
________________
11 juillet 2008 11 juli 2008
________________
Question écrite n° 4-1219 Schriftelijke vraag nr. 4-1219

de Sabine de Bethune (CD&V N-VA)

van Sabine de Bethune (CD&V N-VA)

au vice-premier ministre et ministre de la Justice et des Réformes institutionnelles

aan de vice-eersteminister en minister van Justitie en Institutionele Hervormingen
________________
Violence liée à l'honneur - Suivi Eergerelateerd geweld - Opvolging 
________________
violence domestique
crime contre les personnes
Comité d'avis pour l'égalité des chances entre les femmes et les hommes
coutumes et traditions
huiselijk geweld
misdaad tegen de personen
Adviescomité voor gelijke kansen voor vrouwen en mannen
gebruiken en tradities
________ ________
11/7/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 18/8/2008)
5/1/2009Dossier gesloten
11/7/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 18/8/2008)
5/1/2009Dossier gesloten
________ ________
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 4-403
Heringediend als : schriftelijke vraag 4-2541
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 4-403
Heringediend als : schriftelijke vraag 4-2541
________ ________
Question n° 4-1219 du 11 juillet 2008 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-1219 d.d. 11 juli 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

La violence liée à l'honneur désigne tant les formes psychiques que physiques de violence résultant de ce que l'on appelle une atteinte à l'honneur familial. Les crimes d'honneur sont commis en réaction à une atteinte - ou présomption d'atteinte - à l'honneur. Les auteurs sont incités à commettre un acte de violence par la conception collective de leur société selon laquelle l'honneur de la famille est souillé.

Le 25 juin 2008, Le Comité d'avis pour l'égalité des chances du Sénat a voté un avis au sujet de cette problématique (voir document Sénat nº 4-379/1- 2007/2008). Il ressort des auditions préalables qu'il n'existe pas dans notre pays de statistiques officielles relatives aux crimes d'honneur, à la violence liée à l'honneur ou aux mariages forcés. On a cependant constaté qu'en Belgique et ailleurs en Europe, la violence liée à l'honneur et le nombre de crimes d'honneur sont actuellement en augmentation.

Dans le cadre de ces exposés, le Comité d'avis a effectué une visite de travail à la police de La Haye qui, sous la direction de la Multi-Etnisch Politiewerk Unit, a réalisé de 2004 à 2006 un projet pilote sur la violence liée à l'honneur. L'objectif général de ce projet était double. Il s'agissait, d'une part, d'assurer le mieux possible la prévention et la protection des victimes potentielles de la violence liée à l'honneur et, d'autre part, de tenter de comprendre les causes et la nature des affaires liées à l'honneur auxquelles la police est confrontée dans la pratique.

Dans ce cadre, je souhaite une réponse aux questions suivantes.

Le ministre est-il au courant de l'accroissement de la problématique de la violence liée à l'honneur ?

Comment cette problématique est-elle suivie dans sa politique ?

Est-il disposé à lancer un projet pilote comme aux Pays-Bas, afin d'avoir une idée plus précise de la problématique en Belgique ?

 

Eergerelateerd geweld omvat zowel psychische als lichamelijke vormen van geweld waaraan een zogezegde schending van de - familiale - eer aan de grondslag ligt. Misdaden in het kader van eerwraak worden gepleegd als reactie op een schending - of vermoeden hiervan - van de eer. De daders worden aangezet tot het plegen van geweld door de collectieve opvatting van zijn of haar gemeenschap dat de familie-eer geschonden is.

Het Adviescomité Gelijke Kansen van de Senaat stemde een advies inzake deze problematiek op 25 juni 2008 (zie stuk Senaat nr. 4-379/1 - 2007/2008). Uit de voorafgaande hoorzittingen bleek dat er in ons land geen officiële statistieken bestaan inzake eremoorden, eergerelateerd geweld of gedwongen huwelijken. Wel werd er gesteld dat thans bij ons in België en elders in Europa eergerelateerd geweld toeneemt en eermoorden meer voorkomen.

In het kader van deze uiteenzettingen werd door het Adviescomité ook een werkbezoek gebracht aan de politie van Den Haag die onder leiding van de unit Multi-Etnisch Politiewerk tussen 2004 en 2006 een pilootproject uitvoerde naar "eergerelateerd geweld". De algemene doelstelling van dit project was tweeledig : enerzijds werd gestreefd naar een zo goed mogelijke preventie en bescherming van potentiële slachtoffers van eergerelateerd geweld. Anderzijds werd getracht inzicht te verschaffen in de achtergronden en de aard van eergerelateerde zaken waarmee de politie in de praktijk te maken krijgt.

In verband met deze problematiek had ik de geachte minister graag de volgende vragen gesteld :

Is hij op de hoogte van de toenemende problematiek van eergerelateerd geweld ?

Hoe wordt deze problematiek binnen zijn beleid opgevolgd ?

Is hij bereid een pilootproject op te zetten zoals in Nederland, teneinde een beter inzicht te krijgen in de problematiek in België ?