SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2007-2008 Zitting 2007-2008
________________
15 octobre 2007 15 oktober 2007
________________
Question écrite n° 4-1 Schriftelijke vraag nr. 4-1

de Martine Taelman (Open Vld)

van Martine Taelman (Open Vld)

à la vice-première ministre et ministre de la Justice

aan de vice-eersteminister en minister van Justitie
________________
Criminels - Condamnation en Belgique - Exécution de la peine - Pays d’origine (Transfèrement vers leur pays d'origine des personnes condamnées n'ayant pas de véritable attache avec la Belgique pour qu'elles y purgent leur peine) Criminelen - Veroordeling in België - Strafuitvoering - Land van herkomst (Overbrenging van gevonniste personen zonder echte band met België naar het land van herkomst om er hun straf uit te zitten) 
________________
exécution de la peine
ressortissant étranger
transfèrement de détenus
Maroc
accord bilatéral
voltrekking van de straf
buitenlandse staatsburger
overbrenging van gedetineerden
Marokko
bilaterale overeenkomst
________ ________
15/10/2007Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 16/11/2007)
20/12/2007Dossier gesloten
15/10/2007Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 16/11/2007)
20/12/2007Dossier gesloten
________ ________
Heringediend als : schriftelijke vraag 4-148 Heringediend als : schriftelijke vraag 4-148
________ ________
Question n° 4-1 du 15 octobre 2007 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-1 d.d. 15 oktober 2007 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Le gouvernement 2003-2007 a commencé à mettre en œuvre le transfèrement vers leur pays d’origine des personnes condamnées n’ayant pas de véritable attache avec la Belgique pour qu’elles y purgent leur peine.

Cette mesure non seulement améliore quelque peu la surpopulation carcérale mais a également un effet dissuasif important sur les bandes internationales car elle amène à constater en pratique dans les pays d’origine que les délits ne restent pas impunis en Belgique.

Cette mesure se fonde sur le Protocole additionnel de 1997 ( STE 167) à la Convention de 1983 du Conseil de l’Europe sur le transfèrement des personnes condamnées, dont l’article 3 permet de demander au pays d’origine d’étrangers condamnés, qui auraient été éloignés du pays ou auraient reçu l’ordre de quitter le territoire après avoir éventuellement purgé leur peine dans le pays de condamnation, de prendre en charge l’exécution de la peine, de sorte que les condamnés puissent directement y purger leur peine et ce, sans que leur consentement à un tel transfert de l’exécution du jugement ne soit requis. Cette convention a été transposée par la loi du 26 mai 2005 modifiant la loi du 23 mai 1990 sur le transfèrement interétatique des personnes condamnées et la loi du 15 décembre 1980 sur l’accès au territoire, le séjour, l’établissement et l’éloignement des étrangers.

Des pays comme la Bulgarie, la Roumanie, la Serbie-Montenegro et la Macédoine sont liés par cette convention.

Pour les pays qui n’ont pas ratifié la convention (Albanie, Bosnie-Herzégovine et Croatie), une convention bilatérale est toutefois nécessaire.

Le gouvernement 2003-2007 a négocié une convention avec le Maroc.

Je souhaiterais obtenir une réponse aux questions suivantes:

1. Combien de personnes condamnées en Belgique mais n’ayant pas d’attache véritable avec notre pays ont-elles été depuis lors transférées dans leur pays d’origine pour y purger leur peine ?

2. Cette option politique est-elle poursuivie et intensifiée ?

3. La ministre entreprend-elle des démarches afin d’inciter les pays qui ne l’ont pas encore fait à ratifier la convention ? Dans l’affirmative, quelles sont les démarches entreprises concrètement ?

4. Des accords sont-ils conclus avec les pays qui ont déjà ratifié la convention à propos de l’élaboration d’une déclaration de principe et des modalités d’application ?

5. Des pourparlers sont-ils encore engagés avec d’autres pays qui ne sont pas membres du Conseil de l’Europe ? Quel est le calendrier fixé ?

 

De regering 2003-2007 begon met de uitvoering van de overbrenging van gevonniste personen zonder echte band met België naar het land van herkomst om er hun straf uit te zitten.

Deze maatregel levert niet enkel wat soelaas voor de overbevolking in de gevangenissen, maar heeft ook een belangrijk ontradend effect voor internationale bendes, omdat men in de landen van herkomst in de praktijk kan vaststellen dat misdrijven in België niet ongestraft blijven.

Hiervoor kan worden gesteund op het Aanvullend protocol van 1997 ( ETS 167) bij de Raad van Europa- Overeenkomst van 1983 inzake overbrenging van gevonniste personen, dat in artikel 3 de mogelijkheid creëert om aan het thuisland van veroordeelde vreemdelingen, die na eventueel uitzitten van hun straf in het land van veroordeling, het land zouden worden uitgezet of het bevel krijgen het grondgebied te verlaten, te vragen de tenuitvoerlegging over te nemen, zodat ze ineens daar hun straf kunnen uitzitten, en dit zónder dat hun toestemming voor dergelijke overdracht van tenuitvoerlegging van strafvonnis vereist is. Dit verdrag werd door België geïmplementeerd bij wet van 26 mei 2005 tot wijziging van de wet van 23 mei 1990 inzake de overbrenging tussen Staten van de gevonniste personen en van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.

Landen als Bulgarije, Roemenië, Servië-Montenegro en Macedonië zijn gebonden door dit verdrag.

Voor de landen die het Verdrag niet geratificeerd hebben (Albanië, Bosnië-Herzegovina en Croatië) is echter een bilateraal verdrag nodig.

De regering 2003-2007 onderhandelde een verdrag met Marokko.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1. Hoeveel in België gevonniste personen zonder echte band met ons land zijn inmiddels naar hun land van herkomst gebracht om daar hun straf uit te zitten?

2. Wordt deze beleidsoptie verder gezet en geïntensifieerd?

3. Neemt de geachte minister stappen om de landen die het verdrag nog niet hebbend geratificeerd aan te zetten tot ratificatie? Zo ja, welke stappen worden concreet genomen?

4. Worden er met de landen die het verdrag wel al hebben geratificeerd afspraken gemaakt over het opstellen van een principeverklaring en over de praktische uitvoeringsmodaliteiten?

5. Worden er nog onderhandelingen met andere, niet bij de Raad van Europa aangesloten, landen opgestart? Welke is de timing?