BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2019-2020
________
31 maart 2020
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 7-423

de Stephanie D'Hose (Open Vld)

aan de minister van Buitenlandse Zaken en van Defensie
________
Coronacrisis - Destabilitatiecampagne - Fake news - Ondermijning van de democratie (Covid-19)
________
infectieziekte
epidemie
desinformatie
________
31/3/2020Verzending vraag
9/6/2020Antwoord
________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 7-421
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 7-422
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 7-423 d.d. 31 maart 2020 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Ik verwijs naar mijn eerder ingediende schriftelijke vragen nrs. 7-417 en 7-418 betreffende fake news en het coronavirus. Ik beschik vandaag over nieuwe informatie.

Rusland probeert in het Westen verwarring, paniek en angst te zaaien met een grote desinformatiecampagne over het coronavirus. Dat schrijft de Europese diplomatieke dienst (EDEO) in een intern rapport dat de Britse krant Financial Times en het persagentschap Reuters inkeken.

Volgens het rapport proberen Russische media, daarin aangestuurd door het Kremlin, de crisis te verergeren door het vertrouwen in de Westerse gezondheidszorgsystemen te ondermijnen. «Zo proberen ze een efficiënte poging om de epidemie aan te pakken te voorkomen.» Die aanpak past in de bredere strategie om Europese samenlevingen te ondermijnen, leest men in het document, dat op 16 maart 2020 werd opgesteld.

De Europese diplomatieke dienst heeft weet van foutieve informatie die in het Engels, Spaans, Italiaans, Duits en Frans verspreid wordt via kanalen als Twitter, Facebook en Reddit. Er wordt onder meer beweerd dat het nieuwe coronavirus door mensen gemaakt is en door het Westen als «wapen» wordt ingezet. Italiaanse lezers krijgen de boodschap dat de autoriteiten de pandemie niet de baas kunnen, in Spanje zouden «ronduit apocalyptische verhalen» verspreid worden. Kapitalisten zouden voordeel willen halen uit het virus, terwijl Rusland en president Vladimir Poetin in het bijzonder de crisis net bijzonder goed aanpakken.

Het betreft een transversale aangelegenheid met de Gemeenschappen waarbij een sleutelrol is weggelegd voor de Gemeenschappen, met name het onderwijs om jongeren te leren omgaan met fake news en hen mediawijsheid bij te brengen.

Gezien de ernst van deze desinformatie en de mogelijke gevolgen dat deze kan hebben indien mensen verkeerd geïnformeerd zijn, zou ik u hier de volgende vragen over willen stellen:

1) Heeft u reeds kunnen kennisnemen van het rapport van de Europese diplomatieke dienst (EDEO)? Kan u de inhoud toelichten? Wat is uw reactie op deze destabilisatiecampagne die zijn oorsprong zou vinden in Rusland?

2) Welke stappen hebben onze veiligheidsdiensten hieromtrent concreet gezet?

3) Bent u bereid om dit al of niet in multilateraal verband aan te kaarten met de Russische autoriteiten? Kan u dit toelichten?

4) Welke stappen worden hieromtrent op het niveau van de Europese Unie ondernomen tegen de Russische autoriteiten?

5) Kan u meedelen of we de capaciteit binnen de veiligheidsdiensten moeten versterken in de toekomst om defensief en offensief dergelijke aanvallen op onze democratie snel te kunnen stopzetten? Kan u dit toelichten?

6) Welke stappen de Algemene Dienst inlichting en veiligheid (ADIV) heeft ondernomen om dergelijke destabilisatiecampagnes te voorkomen? Wordt dit systematisch gemonitord?

7) Bent u bereid dit aan te kaarten binnen de NAVO-verband? Kan u de inhoud en de timing toelichten?

Antwoord ontvangen op 9 juni 2020 :

De huidige desinformatiecampagne vanuit verschillende hoeken in het kader van de Covid-19 crisis raakt de Europese Unie (EU) in zijn geheel en niet uitsluitend België. Dit heeft als gevolg dat de EU-instellingen, waaronder de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO), met steun van de lidstaten, proactief zijn op dit vlak. De Belgische houding is om deze reden in lijn met de Europese acties hieromtrent.

Tijdens de videoconferenties van 23 maart en 3 april 2020 van de EU ministers van Buitenlandse Zaken, onder leiding van de hoge vertegenwoordiger Josep Borrell, werd de noodzaak benadrukt om desinformatie te bestrijden en op positieve wijze te communiceren over de EU inspanningen. Ook de Europese Raad gaf, in zijn verklaring van 26 maart 2020, de Commissie alsook de hoge vertegenwoordiger een duidelijk mandaat om desinformatie te bestrijden met transparante, goed getimede en op feiten gebaseerde informatie.

Met de steun van de lidstaten stelde EDEO een aantal «master messages» op die bijdragen tot een positieve narratief met betrekking tot de Europese solidariteit en de gezamenlijke acties van de EU en de lidstaten om desinformatiecampagnes rond Covid-19 te bestrijden.

Tijdens de voorgenoemde informele videoconferentie met mijn Europese collega’s op 3 april 2020 heb ik er op gewezen dat er nood is aan solidariteit en internationale samenwerking. Desinformatie moet zeker worden bestreden omdat zij het reactievermogen van onze democratieën ten aanzien van deze crisis en onze internationale solidariteit in vraag stellen. Om deze reden draagt België actief bij tot de verspreiding van de door de EU ontwikkelde «master messages». Het is van groot belang ook de communicatie naar de EU burgers toe te verzorgen, zodat de boodschap die de EU naar de buitenwereld uitdraagt ook intern gedragen wordt.

Daar de huidige desinformatiecampagne de gehele EU raakt, sluit België zich aan bij de Europese strategie hieromtrent. Deze strategie vertrekt vanuit positieve communicatie om desinformatie te counteren. De juiste stappen zijn daarom een combinatie van elementen: duidelijke en factuele communicatie, ontrading van het verspreiden van desinformatie, en het in de verf zetten van onze Europese inspanningen om het virus een halt toe te roepen.

Ook binnen de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) heeft men sinds het begin van de Covid-19 pandemie vastgesteld dat deze crisis de aanleiding vormt voor een toename van desinformatie campagnes uitgaande van bepaalde Staten en niet-statelijke actoren. Deze kwestie kwam ter sprake op de vergaderingen van de ministers van Buitenlandse Zaken op 2 april 2020 en van Defensie op 15 april 2020 die plaatsvonden via videoconferentie. NAVO heeft een actieplan aangenomen rond de bestrijding van desinformatie. De aanpak bestaat erin de desinformatie te monitoren en vervolgens de externe communicatie hierop af te stemmen. De betrachting is dat de NAVO communicatie feitelijk, transparant en coherent is met deze van de bondgenoten. Ikzelf heb tijdens beide vergaderingen benadrukt dat NAVO en EU nauw moeten samenwerken in het bestrijden van desinformatie en de nodige synergiën opzoeken.

Binnen de Algemene Dienst inlichting en veiligheid (ADIV) bestaat een platform die een expertise inzake het Information Operations Domain heeft opgebouwd. Deze expertise werd al in 2019 succesvol ingezet bij de Europese en nationale verkiezingen.

Zoals bepaald binnen het juridische kader van ADIV monitort dit Platform elke mogelijke externe digitale bedreiging. Het opvolgen van mogelijke disinformatiecampagnes op sociale media is dus een wezenlijk onderdeel van de werking van dit platform. Covid-19 is een thematiek, zoals eender elk ander, bruikbaar voor een mogelijke tegenstander. ADIV speelt, zoals steeds, een actieve rol in het detecteren van elke mogelijke online bedreiging ten opzichte van België en in een breder geheel EU en NAVO. Verschillende federale (partner)diensten doen een beroep op deze knowhow en bovendien zijn ze ook bestemmelingen van deze analyses. Heel recent is met de Veiligheid van de Staat (VSSE) afgesproken om op de Covid-19 thematiek nog nauwer samen te werken.

De eerste prioriteit van het Platform Information Warfare binnen ADIV is detectie, analyse en rapportering hiervan hetzij intern, hetzij naar andere federale (partner)diensten. De strijd tegen fake news behoort niet tot het mandaat van de inlichtingendiensten. Het moet behandeld worden in het kader van de interministeriële samenwerking. Het opvolgen van mogelijke disinformatiecampagnes op sociale media is dus een wezenlijk onderdeel van de werking van dit platform.