BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2015-2016
________
9 maart 2016
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 6-874

de Patrick Prévot (PS)

aan de minister van Justitie
________
Loverboys - Omvang van het fenomeen - Aantal slachtoffers - Omkadering - Bestrijding - Maatregelen  - Stakeholders - Coördinatie - Sensibilisering
________
prostitutie
jongere
kinderbescherming
mensenhandel
officiële statistiek
slachtofferhulp
________
9/3/2016Verzending vraag
11/5/2016Antwoord
________
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 6-874 d.d. 9 maart 2016 : (Vraag gesteld in het Frans)

In het jaarverslag over 2015 inzake mensenhandel wees het Federaal Migratiecentrum Myria op het recente fenomeen van de slachtoffers van loverboys. Het gaat om jonge meisjes, heel vaak minderjarigen, die verleid worden door jonge mannen, hetzij in hun land van oorsprong hetzij in België, en die vervolgens verplicht worden om zich in België te prostitueren. Het kan ook gebeuren dat die meisjes de Belgische nationaliteit hebben. Het gaat om kwetsbare meisjes , die zowel benaderd worden via sociale netwerken als aan de ingang van jeugdhuizen, aan de schoolpoorten, in opvangtehuizen voor jongeren of in jongerencafé’s, enz.   

In de mate dat de bijzondere jeugdzorg hier ook bij betrokken is, gaat het om een materie die van belang is voor de Gemeenschappen. De Gemeenschappen zijn immers bevoegd voor opleiding en hulp aan personen, wat ook de jeugdzorg, de opvang en de integratie van personen omvat.

In voorgaande jaarverslagen had Myria, als Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding,  al gevraagd om aandacht te besteden aan sociaal zwakkere meisjes van Belgische of van buitenlandse herkomst die  daardoor een groter risico lopen om ten prooi te vallen aan loverboys. Het Centrum had toen gewezen op de noodzaak van een aangepaste aanpak voor deze kwetsbare groep minderjarigen wat de opsporing en de begeleiding betreft.

1) Denkt u niet dat er inzake preventie een betere coördinatie nodig is tussen de verschillende stakeholders (magistratuur, onderwijs, jeugdbrigades van de lokale politie, de sector van de opvang van slachtoffers van mensenhandel, enz.) om deze praktijk beter te bestrijden?  Werd de Interdepartementale Coördinatiecel voor de strijd tegen mensensmokkel en mensenhandel al gewezen op dit probleem? Denkt u niet dat een grotere sensibilisering voor aanwijzingen van mensenhandel van jeugdrechters een positieve invloed zou hebben op de bestrijding van het fenomeen van de loverboys?

2) Hebt u enig idee van de omvang van het fenomeen in België, van het aantal slachtoffers en van het aantal veroordelingen?

3) Welke maatregelen worden op federaal niveau genomen om de praktijken van loverboys te bestrijden en om de slachtoffers beter te omkaderen?

Antwoord ontvangen op 11 mei 2016 :

1) In het Actieplan 2015–2019 inzake de strijd tegen mensenhandel dat de Interdepartementale Coördinatiecel op 15 juli 2015 heeft goedgekeurd, komt de problematiek aan bod van de bescherming van de minderjarige slachtoffers inzonderheid door te voorzien in meer bewustmaking bij de actoren in het veld en op het niveau van de Gemeenschappen.

De problematiek van de uitgebuite minderjarigen is reeds lang bekend en er werden reeds initiatieven genomen aangezien het reeds om een aangelegenheid ging die in het vorige actieplan aan bod kwam.

Zo kregen de personeelsleden van FEDASIL die in het bijzonder belast zijn met minderjarigen opleidingen georganiseerd door FEDASIL, de Dienst Vreemdelingenzaken en de gespecialiseerde onthaalcentra teneinde hen te informeren over de indicatoren van mensenhandel en over de wijze waarop moet worden gereageerd. In het kader van die opleidingen werden synthesefiches verspreid die werden opgesteld samen met het bureau van de Interdepartementale Cel met dienstige verwijzingen en indicatoren. In 2015 werd tevens een identieke opleiding gegeven aan een groep voogden van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen.

Het door de omzendbrief van 26 september 2008 georganiseerde nationale mechanisme voor de doorverwijzing van de slachtoffers van mensenhandel werd overigens specifiek geëvalueerd met betrekking tot de follow-up van de minderjarigen door het bureau van de Interdepartementale Cel en de leden ervan in 2013.

Naar aanleiding van die evaluatie werden bepaalde veranderingen aangebracht in de bestaande voorzieningen. Zo heeft de nieuwe omzendbrief inzake opsporingen en vervolgingen van feiten van mensenhandel (mei 2015) erin voorzien dat voortaan stelselmatig een magistraat van het « jeugd » parket wordt betrokken bij de lokale coördinatievergaderingen georganiseerd door de referentiemagistraten mensenhandel. Het is de bedoeling voor een betere synergie te zorgen in het kader van de tenlasteneming van de minderjarige slachtoffers van mensenhandel.

Er zullen initiatieven worden voortgezet in die zin en zij worden besproken. Aangezien Myria lid is van de Interdepartementale Cel worden de vaststellingen, ontwikkelingen en initiatieven regelmatig gezamenlijk besproken.

2) De cijfers met betrekking tot mensenhandel kunnen worden geraadpleegd in het jaarverslag van Myria inzake mensenhandel (http://www.myria.be) of in het tweejaarlijkse regeringsrapport over hetzelfde onderwerp (http://www.dsb-spc.be).

Er worden inzonderheid cijfers verstrekt over de uitbuiting van de minderjarigen. Er mag evenwel niet uit het oog worden verloren dat die uitbuiting onder verschillende vormen gebeurt en niet beperkt is tot de aangelegenheid van de tienerpooiers.

3) In België bestaat er een goed georganiseerd systeem inzake de bescherming van de slachtoffers van mensenhandel. In de omzendbrief van 26 september 2008 wordt het nationale doorverwijzingsmechanisme nader omschreven. Het mechanisme voorziet erin dat de potentiële slachtoffers worden doorverwezen naar erkende gespecialiseerde onthaalcentra. De onthaalcentra zorgen voor de psychologische, juridische en administratieve ondersteuning van de slachtoffers.

Hoewel het systeem over het algemeen vrij efficiënt werkt, konden effectief bepaalde leemten of gebreken in de doorverwijzingen worden vastgesteld. Er worden regelmatig voorlichtings- en bewustmakingsinitiatieven goedgekeurd maar het gaat om een werk dat voortdurend moet worden vernieuwd. Het mechanisme geeft ook richtlijnen over het multidisciplinaire werk van de politie, het parket, de sociale inspecties en de gespecialiseerde centra.

Thans wordt de procedure herzien op grond van de uitgevoerde evaluaties. De problematiek van de Belgische meerderjarige en minderjarige slachtoffers zou meer moeten worden benadrukt.

Sedert 2014 worden de gefedereerde entiteiten ook betrokken bij het werk van de Interdepartementale Cel. Er is thans overleg met hen aan de gang in het kader van de tenuitvoerlegging van het nieuwe actieplan 2015–2019. Meer details over de reeds genomen initiatieven en het toekomstige werk kunnen worden geraadpleegd in het actieplan (http://www.dsb-spc.be).