BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2015-2016
________
2 februari 2016
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 6-820

de Patrick Prévot (PS)

aan de minister van Pensioenen
________
Rijksdienst voor Pensioenen (RVP)- Permanenties in de gemeenten - Schrapping
________
Rijksdienst voor Pensioenen
________
2/2/2016Verzending vraag
7/3/2016Antwoord
________
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 6-820 d.d. 2 februari 2016 : (Vraag gesteld in het Frans)

Naar verluidt hebben sommige gemeenten een officieel bericht ontvangen van de Rijksdienst voor Pensioenen (RVP) over de schrapping van de permanentie die de RVP bij hen organiseert.

Volgens dezelfde bronnen zou de motivering zuiver van financiële aard zijn.

De meest kwetsbare mensen worden daardoor benadeeld en zijn de dupe van die begrotingsbesparingen.

De mensen zijn daarover, naar ik meen, ook niet geraadpleegd; het is bekend dat die samenwerking al jarenlang correct verliep in de verschillende Gewesten van het land.

De indiening van een pensioenaanvraag is een gemeentelijke aangelegenheid, die behandeld wordt door de administratieve diensten van de gemeente. In die zin ondergaan de deelgebieden de gevolgen van de beslissingen tot schrapping van permanenties en het valt te vrezen dat de regering een sluitingsplan voor ogen heeft.

Indien we daarvan uitgaan, zijn er gegevens beschikbaar over de gemeenten in de verschillende Gewesten die getroffen worden door deze, in ieder geval, arbitraire beslissingen?

Wat is de stand van zaken?

Antwoord ontvangen op 7 maart 2016 :

In antwoord op zijn vragen kan ik het volgende meedelen aan het geachte lid.

1) & 2) Eind september 2015 hadden meer dan vijftig gemeenten zich tegen het reorganisatieplan verzet zoals dat door de Rijksdienst voor pensioenen (RVP) voorzien was. Daarom heb ik op 30 september 2015 aan de RVP gevraagd dat de inwerkingtreding van de nieuwe regeling voor de zitdagen zou worden uitgesteld, zodat in overleg met de klagende gemeenten kon worden nagegaan of de nieuwe regeling een dienstverlening dicht bij huis voor hun burgers zou kunnen waarborgen.

Ik heb aangegeven dat als na dit overleg met de klagende gemeenten zou blijken dat de afschaffing van de zitdagen het garanderen van een dergelijke dienstverlening niet zou toelaten, de regeling zou moeten worden herzien om dit te verhelpen. Daar het aantal klachten na 30 september 2015 is blijven toestromen, heb ik aan de RVP gemeld dat ik wenste dat de zitdagen opnieuw zouden worden ingericht op de manier waarop zij vóór 1 oktober 2015 werden georganiseerd.

De RVP heeft daarop contact opgenomen met alle gemeenten waar de zitdagen waren afgeschaft om te weten of deze gemeenten een herinvoering van hun zitdagen wensten.

Wat de gemeenten betreft die positief op deze vraag hebben geantwoord, heeft de RVP vervolgens onderhandelingen gevoerd over de openingsuren en de lokalen die hiervoor ter beschikking moesten worden gesteld.

De meerderheid van de zitdagen kon op die manier opnieuw ingericht worden in de gemeenten die dit wensten.

In Vlaanderen hebben drie gemeenten echter een herinvoering van hun zitdag geweigerd.

Ik deel u verder mee dat de onderhandelingen aangaande de openingsuren en lokalen nog lopende zijn met twaalf Vlaamse gemeenten. In alle andere Vlaamse gemeenten zijn de zitdagen reeds heropgestart of zullen dat zijn tegen ten laatste 1 april 2016.

In Wallonië heeft een enkele gemeente niet gereageerd op de brief van de RVP. De onderhandelingen over het uurrooster en de lokalen zijn nog lopende met zes Waalse gemeenten.

Een Waalse gemeente kon niet opnieuw worden opgenomen omdat zij niet voldoet aan de onthaalcriteria (toegankelijkheid voor personen met beperkte mobiliteit, vertrouwelijkheid, een internetverbinding die een toegang toelaat tot de elektronische pensioendossiers).

Voor alle andere Waalse gemeenten, zijn de zitdagen sinds 1 maart 2016 opnieuw opgestart.