BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2015-2016
________
9 november 2015
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 6-758

de Ann Brusseel (Open Vld)

aan de vice-eersteminister en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met de Regie der gebouwen
________
Loverboys - Integrale aanpak - Sociale media - Plan van aanpak
________
mensenhandel
prostitutie
gerechtelijke vervolging
opvolging informatieverslag
________
9/11/2015Verzending vraag
7/3/2016Antwoord
________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-759
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-760
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 6-758 d.d. 9 november 2015 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Loverboys zijn mensenhandelaren die veelal minderjarige meisjes of jonge vrouwen emotioneel afhankelijk maken om ze daarna uit te buiten, vaak in de prostitutie.

Om de loverboyproblematiek goed aan te pakken, is een structurele, integrale aanpak noodzakelijk. Partners uit het veiligheids- en zorgdomein werken hierbij samen.

Ik verwijs naar Nederland, waar men een integrale aanpak nastreeft.

De handreiking Aanpak Loverboyproblematiek die de stad Amsterdam uitwerkte en heden landelijk wordt toegepast biedt gemeenten handvatten om de loverboyproblematiek te herkennen en aan te pakken. Ook jeugdzorg, politie en scholen kunnen gebruik maken van de handreiking.

In het Jaarverslag 2013 van de onafhankelijke rapporteur mensenhandel wordt verwezen naar een nota van de federale politie die een externe bijdrage over mensenhandel en internet schreef, waarbij veel aandacht ging naar de rekruteringsrol. "Rekrutering met het oog op seksuele uitbuiting gebeurt niet noodzakelijk via expliciete sites, maar eerder via sites met zoekertjes voor jobs. Communicatie verloopt onder andere via discussiefora waar berichten kunnen worden gepost en informatie wordt uitgewisseld zonder daarom te weten wie aan de andere kant van het scherm zit. Sociaalnetwerksites zijn vandaag een uitverkoren middel om slachtoffers te rekruteren, vooral in het kader van een eerste contact tussen dader en slachtoffer. Daders vinden er voldoende informatie over het profiel van hun slachtoffers en hoeven enkel die uit te kiezen die het best aan hun criteria voldoen. Eens de eerste contacten via sociaalnetwerksites gelegd zijn, verloopt de rest van de gesprekken over het algemeen privé, ver van de gemeenschap van internetgebruikers.".

In een prostitutiedossier werd vastgesteld dat de loverboys via Facebook contact hadden gelegd met de slachtoffers en hen nadien gerekruteerd hadden.

In Nederland werden diverse maatregelen getroffen tegen loverboys, gaande van strengere straffen tot een betere preventie. Bij ons werd de wetgeving onlangs aangescherpt. Het aantal slachtoffers is moeilijk te bepalen. In Nederland werd in 2014 volgende cijfer naar voor geschoven: het Coördinatiecentrum Mensenhandel (CoMensha) registreerde 210 keer signalen van de loverboymethodiek.

Deze schriftelijke vraag vloeit voort uit het unaniem goedgekeurde informatieverslag van de Senaat betreffende de opvolging van de toepassing van het Actieplatform van de Vierde VN Wereldvrouwenconferentie van Peking (Stuk 6-97). Een integrale en multidisciplinaire aanpak van de strijd tegen vrouwenhandel en seksuele uitbuiting (de domeinen waarin het specifieke fenomeen van de loverboys te situeren valt) sluit aan bij verschillende actiedomeinen die in de vaststellingen en aanbevelingen van het informatieverslag aan bod komen. Deze vraag kadert dan ook in de follow-up die de Senaat aan zijn vaststellingen en aanbevelingen wenste te geven. De strafrechtelijke beteugeling van het fenomeen is een belangrijk onderdeel van die integrale aanpak en kan daarin niet worden geďsoleerd van andere beleidsdomeinen die tot de bevoegdheid van de gemeenschappen behoren. Bijgevolg betreffen ook de vragen over de politionele en justitiële aanpak een aangelegenheid die relevant is voor het beleid van de gemeenschappen.

Ik had dan ook volgende hoogdringende vragen voor de ministers en de staatssecretaris:

1) Beschikt u over cijfermateriaal wat betreft het aantal dossiers met loverboys op jaarbasis, het aantal slachtoffers en het aantal veroordelingen? Zo neen, kunt u aangeven of dit geen hiaat is en gaat u hiernaar al of niet intern onderzoek laten uitvoeren. Kunt u de inhoud en de timing toelichten? Zo ja, kunt u deze cijfers toelichten?

2) Kunt u aangeven -en dit respectievelijk voor de laatste drie jaar op jaarbasis- hoeveel dossiers van mensenhandel hangende waren voor justitie en tot hoeveel veroordelingen dit leidde? Kunt u die cijfers duiden?

3) Komt het fenomeen van loverboys in ons land meer voor en kunt u dit toelichten. Zijn de slachtoffers ervan landgenoten of zijn het mensen die via mensenhandel in ons land belanden? Beschikt u ter zake over cijfers en kunt u die toelichten?

4) Is er voldoende handhaving wat betreft loverboys en kunt u dit cijfermatig motiveren?

5) Bestaat er een integraal plan van aanpak of een gelijkaardig beleid dat het fenomeen van loverboys kordaat aanpakt en dit zowel op het vlak van onderwijsbeleid, jeugdbeleid, justitieel en politioneel beleid? Zo ja, kunt u de inhoud van dat plan toelichten en heeft het resultaten opgeleverd? Zo neen, waarom niet en is het, gelet op de Nederlandse ervaring, niet aangewezen om ook hier in samenwerking met de Gemeenschappen een gelijkaardig plan op te stellen?

Antwoord ontvangen op 7 maart 2016 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen :

1) & 2) Het antwoord op de vragen 1) en 2) vallen onder de bevoegdheid van de minister van Justitie. De minister van Justitie is beter geplaatst voor het verstrekken het gevraagde cijfermateriaal over het aantal dossiers met « loverboys », het aantal slachtoffers hiervan en het aantal veroordelingen voor deze dossiers. Hij kan die cijfers toelichten, aangeven of er al dan niet hiaten zijn bij de opsporing en vervolging, maar ook of er voldoende aandacht is voor deze vorm van rekrutering van slachtoffers voor de prostitutie.

3) Ik merk wel op dat « het misbruik van de verliefdheid » om iemand in prostitutie te brengen een betere omschrijving is dan het woord « loverboy ». Die « loverboy » is en blijft een pooier. Het misbruik van de verliefdheid is één van de manieren waarop een uitbuiter – een mensenhandelaar – stap per stap de controle over zijn slachtoffer(s) verwerft. Een groot aantal mensenhandelaars uit verschillende landen van herkomst gebruikt deze rekruteringsmethode. Ze misbruiken de verliefdheid of vriendschap van hun slachtoffers – uit alle Europese Unie (EU) en niet-EU landen – om hen uit te buiten in de prostitutie. Het overgrote aantal van die slachtoffers is wel meerderjarig. Allicht kunnen de gespecialiseerde centra voor de opvang en begeleiding van slachtoffers van mensenhandel meer details geven.

4) De samenwerking tussen justitie, politie en die gespecialiseerde centra maakt het voorwerp uit van een multidisciplinaire richtlijn van 2008. De interdepartementale coördinatiecel Mensenhandel en Mensensmokkel evalueerde die richtlijn. Op basis van die evaluatie wordt de richtlijn geactualiseerd met een specifieke aandacht voor de minderjarige slachtoffers.

Het Actieplan Mensenhandel van de interdepartementale coördinatiecel Mensenhandel en Mensensmokkel herneemt de actiepunten van zowel de federale departementen en diensten als die van de departementen en diensten van de Gemeenschappen. Gemeenschappelijke actiepunten van dit actieplan zijn de betere herkenning van uitbuitingsituaties en de identificatie van de slachtoffers ervan, de bewustmakingscampagnes naar doelgroepen en het terugdringen van de vraag naar werk en / of diensten waar het risico op uitbuiting bestaat. Het misbruik van de verliefdheid of vriendschap om iemand in de prostitutie te brengen hoort daar allicht bij. Omdat het actieplan zich tot alle « ketenpartners » richt, vallen daar ook het onderwijs, de jeugdzorg, justitie en politie onder.

Daarnaast besteedde Vlaams minister Vandeurzen een onderzoek uit voor een betere opvang in Vlaanderen van minderjarigen die slachtoffer zijn van het misbruik van verliefdheid. Einde december 2016 zou het onderzoek rond zijn. Deze studie reikt allicht pistes aan voor een bijsturing van het beleid op verschillende niveaus, voor de samenwerking tussen ketenpartners van departementen en diensten van de Gemeenschappen, de gespecialiseerde opvang en begeleiding van de slachtoffers van deze vorm van rekrutering en uitbuiting, maar ook voor de mogelijke bewustmaking- en preventiecampagnes in Vlaanderen. Sommige ideeën ervan kunnen misschien meegenomen worden voor de wisselwerking van de Gemeenschappen met de federale departementen en diensten.

5) Het zeer recente Nationale Actieplan Geweld 2015-2019 is het integrale plan waarin de federale regering, de Gemeenschappen en de Gewesten nauw samenwerken, met aandacht voor zowel preventie, repressie als nazorg voor een gezamenlijk en coherent beleid voor de aanpak van prostitutie en de uitbuiting van prostitutie als één van de vormen van mensenhandel. Dit actieplan besteedt ook aandacht aan het onderzoeken en het bestrijden van de thematiek « loverboy », maar ook aan de betere herkenning en begeleiding van de slachtoffers ervan.