BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2017-2018
________
14 november 2017
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 6-1650

de Christie Morreale (PS)

aan de minister van Middenstand, Zelfstandigen, KMO's, Landbouw en Maatschappelijke Integratie
________
Bestrijdingmiddelen - Sulfoxaflor - Evaluatie van de risico's - Nieuwe resultaten - Toelatingsaanvraag in België - Erkenningscomité van de Federale Openbare Dienst (FOD) Volksgezondheid - Besluiten
________
verdelgingsmiddel
insecticide
Europese Autoriteit voor voedselveiligheid
gevaarlijke stof
giftige stof
commercialisering
gevaren voor de gezondheid
volksgezondheid
________
14/11/2017Verzending vraag
5/4/2018Antwoord
________
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 6-1650 d.d. 14 november 2017 : (Vraag gesteld in het Frans)

Al deze vragen vallen binnen de bevoegdheid van de Senaat omdat ze een federale materie betreffen die invloed heeft op de bevoegdheden van de deelstaten inzake landbouw, volksgezondheid, milieu, welzijn, enzovoort.

In juni 2015 liet de Europese Commissie de verkoop toe van de actieve stof sulfoxaflor, die in de Verenigde Staten verboden werd na alarmerende vaststelllingen door wetenschappers. De werking van dit neurotoxische insecticide is zeer gelijkaardig aan die van de neonicotinoïden, die gedeeltelijk verboden zijn door de Europese Commissie vanwege de schade die werd vastgesteld in de bijenpopulaties. Producent Dow Agro Science verzekert dan wel dat de stof geen neonicotinoïde is, maar de meeste wetenschappers spreken dat tegen.

Verschillende elementen zijn bijzonder verrassend. De Europese Commissie heeft sulfoxaflor toegelaten, ondanks de twijfels die daarover geuit werden door de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA). De risicoanalyse en -evaluatie waren bovendien onvolledig: voor verschillende types van gebruik waren de gegevens ontoereikend. De Commissie heeft de producent tot augustus 2017 de tijd gegeven om nieuwe reslutaten te bezorgen. Werden die resultaten intussen meegedeeld? Beschikt u over die resultaten? Wat waren de conclusies van de EFSA?

Nu moeten de lidstaten zich uitspreken over de verkoop van producten op basis van die actieve stof op hun nationaal grondgebied. Onlangs hebben we vernomen dat het Franse Agence nationale de sécurité sanitaire de l'alimentation, de l'environnement et du travail (ANSES) zijn toestemming heeft gegeven voor de verkoop van twee producten, namelijk 'Closer' en 'Transform', op basis van sulfoxaflor.

Voormalig minister van Landbouw, de heer Borsus, die ik hierover enkele maanden geleden een vraag heb gesteld (zie schriftelijke vraag 6-835 van 18 februari 2016), liet mij weten dat een toelatingsaanvraag werd ingediend voor het gebruik in kassen en in open lucht. Ierland zou het op zich nemen om als lidstaat de toelingsaanvraag voor het product op basis van sulfoxaflor te onderzoeken. Het Erkenningscomité van de FOD Volksgezondheid moest dan een standpunt innemen op basis van het Iers rapport.

Heeft Ierland dat rapport al opgesteld? Onderzoekt het Erkenningscomité die gegevens? Valt te vrezen dat producten op basis van sulfoxaflor binnenkort op de markt worden gebracht?

Antwoord ontvangen op 5 april 2018 :

In de huidige stand van zaken is er geen enkel product op basis van sulfoxaflor toegelaten in België.

De conclusie van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EAV) met betrekking tot de toepassingen van sulfoxaflor heeft geen enkele « issue that could not be finalised » of « critical area of concern » vastgesteld voor deze stof. Een probleem wordt in één van deze categorieën ingedeeld als dat relevant blijkt voor alle representatieve toepassingen die worden beoordeeld met het oog op de goedkeuring van de werkzame stof. De EAV heeft dus geconcludeerd dat sommige van de representatieve toepassingen van sulfoxaflor geen onaanvaardbare risico’s inhouden. Hieruit volgt dat de stof voldoet aan de eerste voorwaarde gedefinieerd in artikel 4(1) van verordening (EG) nr. 1107/2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, die de goedkeuringscriteria vastlegt voor werkzame stoffen. Met andere woorden, het product heeft « geen schadelijke effecten op de gezondheid van de mens, met name die van kwetsbare bevolkingsgroepen, of op die van dieren, rekening houdend met bekende cumulatieve en synergistische effecten waar er door de Autoriteit aanvaarde wetenschappelijke methoden om dergelijke effecten te evalueren beschikbaar zijn, noch op het grondwater ».

Door sulfoxaflor goed te keuren, heeft de Europese Commissie gehandeld in overeenstemming met de bepalingen van de voornoemde verordening, zoals die momenteel van kracht is. De procedure voor de goedkeuring van deze werkzame stof moet echter nog worden voortgezet om te bepalen of zij voldoet aan de goedkeuringscriteria die worden uiteengezet in de bijlagen van voormelde verordening.

Dit neemt echter niet weg dat de EAV inderdaad heeft vastgesteld dat er onvoldoende informatie was om te besluiten dat sulfoxaflor geen onaanvaardbare risico’s inhoudt voor bijen in geval van toepassing op de representatieve teelten in open lucht. Tijdens de evaluatie, die liep van de indiening van het dossier op 1 september 2011 tot de publicatie van de eerste versie van de EAV conclusies op 21 mei 2014 (een gewijzigde versie werd gepubliceerd op 11 maart 2015) zijn er heel wat nieuwe wetenschappelijke inzichten verworven inzake de evaluatie van de risico’s die gewasbeschermingsmiddelen kunnen inhouden voor bijen. Deze komen met name van adviezen van de EAV die hierover in 2012 en 2013 gepubliceerd werden. Het door de aanvrager in 2011 ingediende dossier kon uiteraard niet anticiperen op deze evolutie. In een dergelijke situatie schrijft de pesticiden-verordening (EG) voor dat de goedkeuring van een werkzame stof afhankelijk kan worden gesteld van de indiening van verdere bevestigende informatie. In het geval van sulfoxaflor heeft de Commissie dus gebruik gemaakt van deze bepaling.

De bevestigende gegevens, die bij de goedkeuring binnen de twee jaren werden vereist, werden door de producent tijdig ingediend, namelijk op 18 augustus 2017. De evaluatie werd uitgevoerd overeenkomstig een richtsnoer van de Commissie dat voorziet in de volgende stappen :

– de rapporterende Lidstaat (Ierland in het geval van sulfoxaflor) beschikt over zes maanden om een evaluatieverslag op te stellen ;

– de andere Lidstaten, de EAV en de producent krijgen zes weken om opmerkingen te formuleren over dit verslag ;

– de rapporterende Lidstaat heeft nog eens zes weken om de opmerkingen te evalueren ;

– de EAV beschikt vervolgens over vier weken om een technisch rapport op te stellen ;

– de Europese Commissie bespreekt technisch rapport van de EAV met de lidstaten in het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders. Indien nodig kan de Commissie aan de EAV vragen een vergadering met experts van de lidstaten te organiseren en een meer uitgebreide conclusie op te stellen.

Normaal gezien zou het technisch rapport van de EAV ergens midden juni 2018 verwacht kunnen worden.

Er werd een aanvraag tot toelating voor een product op basis van sulfoxaflor ingediend in België. De evaluatie van het dossier werd verdeeld over meerdere lidstaten van de Europese Unie : voor de toepassingen onder bescherming is dat Frankrijk en voor de toepassingen in open lucht zijn dat Ierland (evaluatie van de blootstelling van operatoren, arbeiders, omwonenden en omstanders ; evaluatie van de blootstelling van consumenten ; evaluatie van de doeltreffendheid en de selectiviteit) ; Frankrijk (fysisch-chemische eigenschappen en ontledingsmethoden), de Tsjechische Republiek (lotgevallen en het gedrag in het leefmilieu) en Polen (ecotoxicologie). Deze evaluaties zijn sinds enkele weken beschikbaar en het Belgische Erkenningscomité voor de bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik zal de toelatingsaanvraag binnenkort onderzoeken, en dit op basis van deze evaluaties en van de uniforme beginselen voor de beoordeling en de beslissing zoals vastgesteld in de Europese wetgeving.

Wat de situatie in de Verenigde Staten betreft, wens ik de aandacht van het geachte lid erop te vestigen dat gewasbeschermingsmiddelen op basis van sulfoxaflor er opnieuw zijn toegelaten, ook voor teelten in het volle veld, waarbij weliswaar een aantal risicobeperkende maatregelen ter bescherming van bijen in acht moeten worden genomen.