BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2016-2017
________
14 april 2017
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 6-1371

de Christie Morreale (PS)

aan de minister van Middenstand, Zelfstandigen, KMO's, Landbouw en Maatschappelijke Integratie
________
Pesticiden - Privégebruikers - Gebruik - Informatie
________
verdelgingsmiddel
fytosanitair product
consumentenvoorlichting
beperking van commercialisering
verkoopvergunning
________
14/4/2017Verzending vraag
18/5/2017Antwoord
________
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 6-1371 d.d. 14 april 2017 : (Vraag gesteld in het Frans)

In september jongstleden stelde ik u naar aanleiding van een enquête uitgevoerd door de organisaties Velt, Inter-environnement Wallonie en Natagora een vraag met betrekking tot de informatie over het gebruik van pesticiden door particuliere gebruikers. De conclusies van de voormelde enquête waren immers zorgwekkend, aangezien bleek dat in de meerderheid van de bezochte tuincentra de wettelijke voorschriften inzake de informatie over en het gebruik van pesticiden niet werden nageleefd.

Zo wezen de verenigingen op tekortkomingen op het vlak van affichering in de winkels, op ontoereikende raadgevingen over de persoonlijke bescherming en zelfs op ontoereikende kennis van de verkopers over alternatieven of over de gevaren die verbonden zijn aan het gebruik van die producten. U gaf toen toe dat de verplichtingen die voortvloeien uit het koninklijk besluit van 4 september 2012 betreffende het federaal reductieprogramma van pesticiden niet werden gecontroleerd. Er werd in dat verband een beroep gedaan op de adviesraad van het NAPAN.

Deze vragen vallen onder de bevoegdheid van de Senaat aangezien ze een federale materie betreffen die invloed heeft op de bevoegdheden van de deelstaten op het vlak van milieu, volksgezondheid, welzijn, mileubeheer- en bescherming,...

U verzekerde me die bepalingen op te volgen. U zou daartoe een vergadering organiseren met de vertegenwoordigers van de distributie en de productie van fytofarmaceutische producten die verantwoordelijk zijn voor het oprichten van callcenters om de situatie te verhelpen.

Er werden wel verbeteringen vastgesteld door verschillende partijen, waaronder de verenigingen voor mileubescherming en de adviesraad van het NAPAN, maar we erkenden allen dat die verbeteringen vandaag ondermaats blijven.

Mijnheer de minister, u had een gedoogperiode toegestaan, zodat de handelaars de zaken eindelijk in orde konden brengen. Denkt u nu dat de voorschriften worden nageleefd? Zijn de diensten van het FAVV al begonnen met de controles? Werden er tekortkomingen vastgesteld?

We wezen eveneens op problemen in verband met de kwaliteit van de informatie verstrekt door de raadgevers op de verkoopplaatsen en door de callcenters. Hoeveel verkopers beschikken over de noodzakelijke fytolicentie? Hoe denkt u de consumenten aan te moedigen producten te gebruiken die de omgeving en hun gezondheid beter respecteren?

Antwoord ontvangen op 18 mei 2017 :

Om na te gaan of de in 2016 gesignaleerde problemen verholpen waren, zijn mijn diensten overgegaan tot een onderzoek op het terrein, en zij hebben moeten vaststellen dat veel winkels de verplichte informatie niet of niet duidelijk zichtbaar uithangen. Zij hebben ook vastgesteld dat terwijl het call-center op technisch vlak correct werkt, dit niet altijd de verwachte informatie geeft.

Naar aanleiding daarvan hebben mijn diensten in februari een vergadering georganiseerd met de distributeurs en producenten van gewasbeschermingsmiddelen voor niet-professioneel gebruik, de beheerder van het call-center en de betrokken gewestelijke en federale overheden.

In dit opzicht werd, wat betreft het call-center, eraan herinnerd dat het ook de verplichting heeft toelichting te geven over de gewestelijke maatregelen ter zake.

Er werd ook aangekondigd dat voortaan, naast de gewoonlijke verificaties, de inspecties in de verkooppunten betrekking zullen hebben op de verplichte affichering en op de beschikbaarheid van een adviseur in het bezit van een fytolicentie of, als die er niet is, de nodige middelen om gratis contact op te nemen met het call-center.

Daarom hebben de autoriteiten nadrukkelijk gewezen op de verplichting tot affichering voor de verdelers van gewasbeschermingsmiddelen voor niet-professionelen en gewaarschuwd voor het einde van de gedoogperiode. De aanmoediging van de consument om gebruik te maken van alternatieve methoden moet gebeuren aan de hand van deze informatie die verplicht moet worden uitgehangen in de verkooppunten op de plaatsen waar de gewasbeschermingsmiddelen en biociden zich bevinden.

Er werd meegedeeld dat, gelet op het einde van deze gedoogperiode, elk geval van niet-nakoming van deze verplichtingen, het voorwerp zal uitmaken van sancties in de vorm van administratieve boetes.

In de marge van deze dwangmaatregelen, heb ik onlangs beslist om de onkruidbestrijdingsmiddelen voor niet-professioneel gebruik uit de markt te halen, met uitzondering van biopesticiden, basisstoffen en pesticiden met een laag risico.

Op 25 november 2016 waren er 2 422 personen die de nodige fytolicentie NP in hun bezit hadden.