BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2012-2013
________
13 mei 2013
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-9009

de Fatma Pehlivan (sp.a)

aan de minister van Justitie
________
De aanwijzing van voogden voor niet-begeleide minderjarige vreemdelingen
________
voogdijschap
minderjarigheid
kind
politiek asiel
illegale migratie
asielzoeker
________
13/5/2013Verzending vraag
28/4/2014Einde zittingsperiode
________
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-3302
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-9009 d.d. 13 mei 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Op basis van onder andere het Verdrag voor de Rechten van het Kind en de Resolutie van de Raad van de EU van 26/6/1997 inzake niet begeleide minderjarige onderdanen van derde landen, is België ertoe gehouden voldoende bescherming te bieden aan niet-begeleide minderjarige vreemdelingen (NBMV) op haar grondgebied. Dat betekent concreet dat België in afwachting van een duurzame oplossing, de minderjarige moet opvangen en hem tegen misbruik en uitbuiting beschermen.

Om deze bescherming te realiseren, krijgt elke NBMV een voogd toegewezen die de belangrijke opdracht heeft de jongere te begeleiden, te vertegenwoordigen en te zorgen voor de jongere tijdens zijn verblijf in België. In het belang van de minderjarige die in een uiterst kwetsbare situatie zit, zouden er strenge criteria moeten zijn voor de aanwerving van voogden en nadien nauwgezette controle op de uitvoering van zijn taken. Helaas blijkt dat niet het geval te zijn.

Na het fiat van de dienst Voogdij en een stoomcursus van vier dagen kan de voogd aan de slag, als hij of zij een document van goed gedrag en zeden kan voorleggen. Op dit moment volstaat een document om jarenlang aan de slag te blijven. Pleegt een voogd zedenfeiten, dan weet Justitie dat niet.

Volgens Kinderrechtencommissaris Bruno Vanobbergen is er amper controle. Voogden worden geselecteerd en doorlopen daarvoor een bepaald proces, maar eenmaal geselecteerd is er nauwelijks begeleiding en ondersteuning.

Volgende vragen aan de minister.

1) Gaat u maatregelen nemen voor een strengere criteria en selectie voor de aanwerving van voogden? Zo ja, welke?

2) Gaat u de controle op de voogden opdrijven om eventuele misbruiken te kunnen opsporen en hoe gaat u dit doen?

3) Hoe evalueert u de begeleiding en ondersteuning van voogden? Bent u het eens met het Kinderrechtencommissariaat dat die moet opgedreven worden? Zo ja, welke initiatieven gaat u daartoe nemen?