BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2012-2013
________
22 april 2013
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-8824

de Nele Lijnen (Open Vld)

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken
________
Personeel - Federale administratie - Monitoring - Controle e-mails en surfgedrag - Afluisteren telefoongesprekken - Privacy - Klachten - Evaluatie
________
telefoon- en briefgeheim
eerbiediging van het privé-leven
overheidsapparaat
plichten van de ambtenaar
elektronische post
internet
ministerie
ambtenaar
________
22/4/2013Verzending vraag
8/7/2013Antwoord
________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8822
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8823
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8825
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8826
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8827
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8828
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8829
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8830
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8831
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8832
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8833
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8834
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8835
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8836
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8837
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8838
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8839
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8840
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-8824 d.d. 22 april 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Onlangs werd bericht dat bedrijfsleiders steeds vaker de activiteiten van hun personeel op de computer controleren. Zo zou, volgens een steekproef van 413 deelnemers, een op drie bazen de mails van personeelsleden controleren, de helft controleert het surfgedrag en 5 % luistert zelfs telefoongesprekken af. In bepaalde sectoren wordt de mailaccount van een personeelslid gekoppeld aan een alias. Daardoor kan een overste alle e-mails meelezen.

Graag wil ik u volgende vragen stellen:

1) Hoe evalueert u die berichtgeving? Vindt u het wenselijk dat een overste in staat is om bijvoorbeeld de e-mails of het surfgedrag van een personeelslid te controleren? Vindt u dat een inbreuk op de privacy, of toelaatbaar omdat de controle in een professionele omgeving gebeurt? Vindt u het toelaatbaar indien de werknemer duidelijk weet dat hij of zij gecontroleerd kan worden?

2) Zijn er reeds klachten geweest van personeelsleden over zulke praktijken? Hebben er dus al mensen geklaagd dat hun privacy op zulk een manier geschonden werd? Kunt u dat toelichten met cijfers als die beschikbaar zijn?

3) Zelfs al hebt u geen weet van dergelijke controlepraktijken, weet u of de apparatuur of de IT van uw Federale Overheidsdienst het mogelijk maakt om het surfgedrag te controleren? Worden de mailbox of het mailverkeer gemonitord of actief gecontroleerd? Kan hij toelichten?

4) Is het mogelijk om mee te luisteren naar telefoongesprekken? Indien ja, kunt u toelichten?

5) Worden uw werknemers ingelicht over mogelijke controles en hun privacy? Weten zij aldus wat al dan niet gecontroleerd kan worden? Kunt u toelichten?

6) Kan een werknemer op het internet alle websites bezoeken, of zijn bepaalde websites geblokkeerd? Zo ja, waarom? Kunt u toelichten?

7) Kan bij een evaluatie van de prestaties van een werknemer het resultaat van een dergelijke controle (mails, internet, telefoon, enz.) gebruikt worden? Kunt u toelichten?

Antwoord ontvangen op 8 juli 2013 :

1. Ik acht het niet wenselijk dat de persoonlijke e-mails of het surfgedrag van de personeelsleden van mijn departement systematisch gecontroleerd wordt. Alle medewerkers van Buitenlandse Zaken moeten bij de aanvraag om toegang tot het internet een gedragscode ondertekenen. Daarin staat vermeld dat om technische redenen de bewegingen op het internet van elke gebruiker worden geregistreerd en bewaard en dat de mogelijkheden tot niet-geïndividualiseerde controle van het internetverkeer enkel gebruikt zullen worden om het optreden van defecten, blokkeringen en overbelasting te identificeren en op te lossen. De gedragscode vermeldt wel dat wanneer inbreuken op de bovenstaande regels worden vermoed, op verzoek van de Voorzitter van het Directiecomité of van de Directeur-generaal van de Directie-Generaal waartoe de gebruiker behoort, een gerichte en geïndividualiseerde controle op het gebruik van de internettoegang kan opgestart worden door de dienst Informatica op basis van de geregistreerde gegevens. Tot op heden werd dergelijk geïndividualiseerde controle nog nooit uitgevoerd.

2. Neen.

3. De Stafdirectie ICT van mijn Departement beschikt over apparatuur die toelaat om surfgedrag te monitoren maar zoals hierboven uiteengezet wordt deze uitsluitend gebruikt voor technische monitoring (opsporen van problemen, blokkeringen,….). Om veiligheidsredenen en om overbelasting te voorkomen wordt ook het mailverkeer automatisch gecontroleerd op virussen en malware en wordt zgn. “spam” (meer dan 80 % van de inkomende berichten) geblokkeerd bij de ingang van het netwerk. Er is geen controle op de inhoud van de uitgaande of inkomende mails.

4. Neen.

5. Zie punt 1.

6. Bepaalde websites worden geblokkeerd. Het gaat voornamelijk om websites met illegale of pornografische inhoud of om websites die geregistreerd zijn als onveilig. Hiervoor gebruikt mijn departement speciale commerciële software die een lijst bevat met namen van dergelijk sites. Om technische redenen wordt ook streaming geblokkeerd (sites met video of audio zoals Youtube). Dergelijke sites vereisen het gebruik van veel netwerkcapaciteit en het veralgemeend toelaten van streaming zou kunnen leiden tot een verzadiging van het netwerk en dus ook van de normale werking van de diensten (vooral dan de diplomatieke en consulaire posten in het buitenland die om veiligheidsredenen toegang krijgen tot het internet via het Departement in Brussel). Uiteraard worden in functie van de behoeften bepaalde streamingsites vrijgegeven (vnl. nieuwssites en sites van internationale organisaties)

7. Zie punt 1. Enkel in het geval dat misbruik zou worden vastgesteld, zou dit een invloed kunnen hebben op de evaluatie. Zoals reeds gezegd in punt 2 heeft dit zich nog niet voorgedaan op mijn Departement.