BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2010-2011
________
27 januari 2011
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-865

de Guido De Padt (Open Vld)

aan de minister van Justitie
________
Ouderlijk gezag - Omgangsrecht - Internationale ontvoeringen
________
ouderlijke macht
hoederecht
omgangsrecht
vrijheidsberoving
internationaal privaatrecht
officiële statistiek
________
27/1/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
________
Heringediend als : schriftelijke vraag 5-4019
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-865 d.d. 27 januari 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In 1995 werd het recht op persoonlijk contact van de ouder die het ouderlijk gezag niet uitoefent met zijn kind, in de wet geregeld in de vorm van artikel 374, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek.

Wie door een rechtbank toegekend bezoekrecht weigert toe te kennen, begaat een misdrijf wegens de niet-afgifte van een kind en is bijgevolg strafbaar op grond van artikel 432 van het Strafwetboek. Alleen een rechter heeft de bevoegdheid om een persoon het recht te ontnemen om zijn kind te zien.

Wanneer de ouder die het ouderlijk gezag uitoefent, het land uitvlucht zonder de andere ouder hiervan op de hoogte te brengen, wordt het voor laatstgenoemde zeer moeilijk om een persoonlijke relatie te blijven onderhouden met zijn of haar in het buitenland verblijvend kind. In dergelijke probleemgevallen kan in België de hulp ingeroepen worden van de Belgische Centrale Autoriteit voor Internationale Kinderontvoeringen.

Ons land is immers gebonden door verscheidene internationale instrumenten (onder andere het Verdrag van 's- Gravenbergs van 25 oktober 1980) die maatregelen bevatten om het ongeoorloofd overbrengen van kinderen uit hun gewone verblijfplaats te bestrijden. Deze instrumenten strekken tot bevordering van de administratieve en gerechtelijke samenwerking tussen staten om op die manier te beletten dat de ouder met het kind naar het buitenland vlucht en de nieuwe situatie die daardoor ontstaat, bestendigt.

Tot op vandaag blijkt dat nog steeds zeer veel ouders die een vordering instellen, weinig of geen resultaat boeken om bezoekrecht te verkrijgen. Wanneer de ouder die het ouderlijk gezag uitoefent, naar het buitenland vlucht en de andere ouder in het ongewisse laat, worden alle vormen van persoonlijk contact tussen ouder-kind uiterst moeilijk.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Kan de geachte minister een overzicht geven van het aantal geopende, behandelde en afgesloten dossiers inzake de internationale kinderontvoering en het niet-naleven van grensoverschrijdend omgangsrecht in 2008, 2009 en 2010?

2) In hoeveel van deze dossiers is er sprake van een vrijwillige oplossing, dan wel een oplossing door een gedwongen uitvoering van een rechterlijke beslissing, met dezelfde opdeling als onder 1)?

3) Kan de geachte minister een overzicht geven van de landen waarnaar de kinderen in deze situaties worden meegenomen? Zijn er landen waarmee België een betere relatie onderhoudt en waarbij de duurtijd om tot een oplossing te komen aanzienlijk korter is dan bij andere landen?