BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2010-2011
________
27 december 2010
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-688

de Guido De Padt (Open Vld)

aan de minister van Binnenlandse Zaken
________
Parketten en politiediensten - Werkdruk - Strafklachten - Nieuwe beheermethodes - Resultaten en andere beleidsmogelijkheden
________
strafprocedure
griffies en parketten
openbaar ministerie
strafvervolging
officiële statistiek
geografische spreiding
________
27/12/2010Verzending vraag
7/2/2011Antwoord
________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-687
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-688 d.d. 27 december 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De omzendbrief (COL 8/2005) dd. 15.06.05, herzien op 15.03.07, van het College van Procureurs-generaal wordt aangeheven als volgt: "Zowel de werkdruk binnen de parketten en de politiediensten als de noodzaak om in de kortst mogelijke tijd na een strafbaar feit een beslissing te treffen over de verdere gerechtelijke afdoening ervan, hebben de laatste jaren de Procureurs-generaal, en meer bepaald de Procureur-generaal te Gent sedert 1996, en de procureurs des Konings er toe gebracht nieuwe beheermethodes inzake dossierafhandeling in te voeren, zoals de werkwijze van het Ambtshalve Politioneel Onderzoek (A.P.O.) (destijds Autonome Politionele Afhandeling, afgekort APA, genoemd) en het Vereenvoudigd Proces-verbaal (V.P.V.)." In het laatste geval leggen de politiediensten bepaalde strafbare feiten vast in een zeer beknopt proces-verbaal, dat niet aan het parket wordt toegezonden. De V.P.V.'s worden door de politie bijgehouden op elektronische drager. Bij een A.P.O. onderzoeken de politiediensten verder ambtshalve de feiten en zenden zij nadien het afgewerkt dossier aan de procureur des Konings. Een gewoon proces-verbaal wordt volgens de gebruikelijke werkwijze opgesteld en aan het parket toegezonden.

De omzendbrief (COL 5/2009) van het College van Procureurs-generaal die op 1 januari 2010 in werking is getreden, voorziet eenvormige attesten van klachtneerlegging met als doel de 'informatieverstrekking aan het slachtoffer te actualiseren en te uniformiseren'. De attesten van klachtneerlegging bevatten een verklaring van benadeelde persoon, dat automatisch wordt gegenereerd bij het opstellen in geval van gewoon P.V. of A.P.O. en wanneer het V.P.V. wordt omgevormd in gewoon proces-verbaal. Die verklaring moet in persoon of door een advocaat worden afgegeven op het secretariaat van het Parket en heeft als gevolg dat men op de hoogte wordt gehouden van het verder verloop van het dossier. De vraag stelt zich waarom deze laatste procedure niet eenvoudiger kan.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Kan u cijfers geven over het aantal gewone processen-verbaal (met afzonderlijke vermelding van diegene die werden opgesteld na een V.P.V.), het aantal V.P.V.'s en het aantal A.P.O.'s , die in 2006, 2007, 2008, 2009 en 2010 werden opgesteld, opgesplitst per gerechtelijk arrondissement?

2) Kan u eveneens mededelen in hoeveel van deze dossiers (met uitzondering van de V.P.V's) en met de jaartallen en de opsplitsing zoals hierboven gevraagd, er door het parket vervolging werd ingesteld?

3) Kan u mededelen in hoeveel van de dossiers vermeld onder vraag 2, er na een initiële buitenvervolgingstelling of seponering, er een heropening gebeurde van het onderzoek en er uiteindelijk wel een vervolging gebeurde?

4) Kan u mededelen of de procedure van het neerleggen van de verklaring van benadeelde persoon niet kan vereenvoudigd worden (bij voorbeeld door een toezending per aangetekende brief ook toe te laten) en welke motieven er aan de basis liggen van de verplichting voor de benadeelde dat hij in persoon naar het parket moet gaan of een advocaat onder de arm moet nemen? Hoeveel van dergelijke verklaringen werden bij de parketten neergelegd, met een opsplitsing zoals gevraagd onder vraag 1 en met de opsplitsing naargelang de neerlegging gebeurde door een advocaat, dan wel door de persoon zelf?

Antwoord ontvangen op 7 februari 2011 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vraag.

Deze parlementaire vraag valt niet onder onze bevoegdheid, maar onder de bevoegdheid van de Federale Overheidsdienst (FOD) Justitie.