BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2011-2012
________
11 mei 2012
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-6236

de Jan Durnez (CD&V)

aan de staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit, toegevoegd aan de minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, en staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister
________
Personen met een handicap - Aangepaste voertuigen - Controle - Homologatie - Europese kaderrichtlijn 2007/46
________
faciliteiten voor gehandicapten
automobiel
homologatie
technische keuring
nationale uitvoeringsmaatregel
________
11/5/2012Verzending vraag
17/7/2012Antwoord
________
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-6236 d.d. 11 mei 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Personen met een handicap beschikken gelukkig over meerdere hulpmiddelen die hen in staat stellen een zelfstandig leven te leiden. Zo kunnen personen met een beperkte mobiliteit hun auto laten aanpassen door een lokale garagist of door een gespecialiseerd autoaanpassingsbedrijf. Voor deze aanpassingen kunnen ze dan een tegemoetkoming krijgen.

In de praktijk blijkt echter dat bepaalde aanpassingen soms niet vakkundig worden uitgevoerd. Dat kan de persoonlijke veiligheid en de veiligheid van de andere weggebruikers in gevaar brengen. Men kan dan ook de vraag stellen in welke mate het huidige systeem voor de controle en homologatie van deze aangepaste voertuigen voldoende werkt.

De inspectie van de aanpassingen aan voertuigen voor personen met een beperkte mobiliteit gebeurt nu in het keuringsstation voor technische controle waar de oorspronkelijke keuring werd uitgevoerd. Toch kunnen voertuigen met ernstige gebreken na controle de baan op.

De toepassing van de Europese kaderrichtlijn 2007/46 zal ervoor zorgen dat de ombouw van voertuigen voor personen met een handicap binnenkort sterker gereglementeerd zal worden. Slechts weinig bedrijven beschikken nu echter over een COP-erkenning (Conformity of Production).

Daarom stel ik mij volgende vragen:

1) Wat is de huidige stand van zaken in verband met de invoering van de Europese kaderrichtlijn 2007/46?

2) Denkt de staatssecretaris aan overgangsmaatregels voor bedrijven die niet beschikken over een COP-erkenning? Hoe ziet hij dan de kwaliteitscontrole van de uitgevoerde werken?

Antwoord ontvangen op 17 juli 2012 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vraag.

Mindervaliden laten vaak hun voertuig aanpassen in functie van hun handicap zodat zij het alsnog kunnen gebruiken hetzij als bestuurder, hetzij als passagier. Deze aanpassingen zijn zeer specifiek en worden meestal uitgevoerd door gespecialiseerde firma’s.

Het voertuig aanpassen betekent dat het wordt gewijzigd, waardoor het niet meer conform is met de typegoedkeuring en het voertuig opnieuw moet worden gehomologeerd.

De huidige procedure bestaat uit drie stappen. Ten eerste past de ombouwer het voertuig aan en beschrijft hij de wijzigingen die hij heeft aangebracht aan het voertuig. Ten tweede biedt de ombouwer het voertuig ter controle aan bij de technische keuring. De technische keuring controleert het voertuig en gaat hierbij na of de aanpassing werd uitgevoerd conform met de beschrijving. Zij gaat tevens na of de aanpassing voldoende de veiligheid garandeert. Vervolgens maakt zij haar bevindingen over aan de Dienst Homologaties. Ten slotte beoordeelt de Dienst Homologaties op basis van de beschrijving van de ombouwer en de bevindingen van de technische keuring de aanpassing en levert zij bij een positieve beoordeling een goedkeuringsattest betreffende de aanpassing van een auto af.

Volgens de bepalingen van de Europese richtlijn 2007/46/EG (kaderrichtlijn) betreffende de goedkeuring van voertuigen, aanhangwagens en hun onderdelen zal de aanpassing van een voertuig het voorwerp van een individuele goedkeuring uitmaken. De technische voorschriften zijn vastgelegd in bijlage 26 van het koninklijk besluit (KB) van 15 maart 1968 betreffende het algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen. Niet specifieke aanpassingen kunnen het voorwerp uitmaken van een typegoedkeuring.

De firma’s die de aanpassingen uitvoeren kunnen bij de Dienst Homologaties een aanvraag indienen om een COP-erkenning te bekomen (Conformity of Production, overeenstemming van de productie). De Dienst Homologaties onderzoekt deze aanvraag door na te gaan of er een adequaat kwaliteitsbewakingssysteem aanwezig is en legt de kwaliteitseisen vast in de COP-erkenning die zij uitreikt. Deze firma’s dienen hun dossier rechtstreeks in bij de Dienst Homologaties.

De firma’s die niet beschikken over een COP-erkenning volgen een andere procedure waarin drie controlemomenten zijn voorzien. Een eerste controlemoment is het indienen van het dossier bij de Dienst Homologaties via een als technische dienst erkend keuringsstation. Enkel na een positieve beoordeling van het dossier geeft de Dienst Homologaties zijn akkoord en mag de aanpassing uitgevoerd worden. Een tweede controle door de technische keuring als technische dienst is voorzien nadat de aanpassing werd uitgevoerd. Zij onderzoekt het voertuig en gaat na of de aanpassing werd uitgevoerd conform de installatievoorschriften en of het voertuig voldoet aan de technische voorschriften. Zij legt haar bevindingen vast in een rapport dat zij overmaakt aan de Dienst Homologaties. De finale controle gebeurt door de Dienst Homologaties die op basis van het ingediende dossier en het rapport van de technische keuring de uitgevoerde aanpassing zal beoordelen.

Firma’s die voertuigen aanpassen voor mindervaliden kunnen nu reeds een COP-erkenning aanvragen. Voor de firma’s die geen COP-erkenning bezitten is de nieuwe procedure van toepassing vanaf oktober 2012.