BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2011-2012
________
8 februari 2012
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-5536

de Cécile Thibaut (Ecolo)

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen
________
De uitbreiding van het systeem van één telefoonnummer 1733 in het kader van de huisartsenwachtposten
________
algemene geneeskunde
geneeskundige noodhulp
telefoon
Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg
dokter
________
8/2/2012Verzending vraag
9/3/2012Antwoord
________
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-1861
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-5536 d.d. 8 februari 2012 : (Vraag gesteld in het Frans)

Op 14 juni 2011 heb ik u ondervraagd over de opname van het proefproject 1733 in het 112-systeem. U hebt geantwoord dat alleen een volwaardige regering de wetgeving kan wijzigen en de derde fase van het project kan uitvoeren, namelijk de wachtposten beslissingsbevoegdheid geven om te antwoorden op de bediende van de 100-centrale.

We hebben nu een volwaardige regering en in haar algemene beleidsverklaring heeft ze er zich toe verbonden om een oplossing te zoeken voor het probleem van de huisartsenwachtposten in de steden en de gemeenten en in het bijzonder in de plattelandsgebieden via de uitbreiding van het systeem van één telefoonnummer 1733.

Sinds 18 december 2011 zijn de elf 101-meldkamers uitgerust met een nieuw systeem om gsm-oproepen te lokaliseren. Later zal dat systeem uitgebreid worden tot de centra die de 100- en de 112-nummers ontvangen.

In het KCE-rapport “Welke oplossingen voor de wachtdiensten van huisartsen ?”,gepubliceerd op 30 december 2011, raadt het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg als oplossing voor de organisatie van de wachtdiensten aan om met alle betrokken partners een actie- en samenwerkingsplan te ontwikkelen.

Uit de talrijke en uiteenlopende aanbevelingen onthoud ik onder andere dat het KCE aanraadt om één oproepnummer te veralgemenen omdat dit eenvoudiger is voor de patiënt en veiliger voor de arts.

Ongetwijfeld heeft dat rapport uw aandacht getrokken en zijn uw diensten bereid om de aanbevelingen ervan uit te voeren.

Mevrouw de minister, hoever staat het met de veralgemening van het systeem met één telefoonnummer 1733? Binnen welke termijn moeten de doelstellingen van de Algemene Beleidsverklaring bereikt worden?

Welke aanbevelingen van het KCE bent u voornemens uit te voeren en binnen welke termijn?

Welk budget zal worden toegekend aan de uitbreiding van het systeem van één telefoonnummer?

Antwoord ontvangen op 9 maart 2012 :

Het stemt mij inderdaad zeer tevreden dat dit project in het regeerakkoord staat.

Tijdens de periode van lopende zaken hebben zowel mijn bestuur als het KCE, de Federale raad van de huisartsenkringen, de proefprojectenkringen zelf en ten slotte de wetenschappelijke verenigingen van huisartsengeneeskunde in dit project overigens grote vooruitgang gemaakt.

Het rapport van het KCE sterkt mij in de overtuiging dat de 1733 (of de door Europa aangemoedigde 116117) op korte termijn moet worden uitgebreid, en dat hij over de juridische basis moet beschikken die hem zekerheid en slagkracht moet geven. Ik wil overigens benadrukken dat we de ambitie hebben om een nieuwe organisatie van de wachtdiensten van huisartsengeneeskunde in de stijgers te zetten, vanuit een nieuwe visie op de eerstelijnszorg. In dat verband is de 1733 een krachtig en zelfs essentieel instrument, maar het is niet het enige.

Mijn beleidscel heeft al bepaalde overlegrondes gehouden, en zal er ook op letten om de deelstaten te raadplegen, gezien de nieuwe bevoegdheden rond het inrichten van de eerste lijn die ze binnenkort zullen krijgen. Anderzijds heeft de Federale raad van de huisartsenkringen zijn werkgroep "Wachtdienst" heropgestart en zal hij binnenkort verschillende adviezen geven over de elementen van de juridische keuzes die het rapport van het KCE voorstelt.

Het is dus nog te vroeg om u een omstandige planning van de uitvoering en de definitieve keuzes te geven die men zal goedkeuren, maar dit project vordert zeer snel, zelfs al moet er een lange weg worden afgelegd.

Ik deel u ook nog mee dat op 4 februari jongstleden alle Luxemburgse gemeenten, met inbegrip van kleine delen van de provincies Luik en Namen, tegelijk met de inrichting van de wachtdiensten de beginmodus van de 1733 hebben opgestart, dat wil zeggen dat het verdeelcentrum momenteel alleen maar raad geeft en doorverwijst. (*)