BELGISCHE SENAAT | ||||
________ | ||||
Zitting 2011-2012 | ||||
________ | ||||
23 december 2011 | ||||
________ | ||||
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-4829 | ||||
de Bert Anciaux (sp.a) |
||||
aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken |
||||
________ | ||||
Georganiseerde misdaad - Prioriteiten - Seksuele uitbuiting | ||||
________ | ||||
georganiseerde misdaad prostitutie mensenhandel |
||||
________ | ||||
|
||||
________ | ||||
Herindiening van : schriftelijke vraag 5-3092 | ||||
________ | ||||
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-4829 d.d. 23 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands) | ||||
Van de naar schatting 23 000 prostituees in België blijkt 80 % het slachtoffer van diverse vormen van uitbuiting. Paul Van Thielen, topman van de federale politie, bestempelt dit probleem als de meeste ernstige vorm van criminaliteit. Hulporganisaties op het terrein bevestigen deze analyse en illustreren deze uitbuiting met schrijnende voorbeelden. Anderzijds beklemtonen zij dat de aandacht van de politiediensten voor dit fenomeen drastisch verminderde, onder andere door de meer doorgedreven aandacht voor de bestrijding van het terrorisme. In deze context getuigt de heer Paul Van Thielen dat hij deze topprioriteit aan de betrokken ministers zal voorleggen, dit naar aanleiding van het Nationaal Veiligheidsbeeld, het resultaat van een groep strategische analisten die een toekomstvoorspelling uitwerkten met betrekking tot de criminaliteitsevoluties in de komende jaren. Op het lijstje van georganiseerde misdaad prijkt seksuele uitbuiting op de eerste plaats. Van Thielen hoopt dat de ministers deze prioriteitenlijst zullen behouden. De keuze daarvan wordt voor het einde van 2011 afgerond. Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen: 1) Beaamt de minister dat de seksuele uitbuiting als hoogste prioriteit op de lijst georganiseerde misdaad prijkt? 2) Is de minister een voorstander om deze prioriteit ook als eerste te behouden, het advies van de top van de federale politie te volgen en daarvoor de nodige middelen te alloceren? 3) Wanneer zal de minister, in overleg met de betrokken collegae, deze prioriteitenlijst afwerken en besluiten? Beschouwt de minister deze keuzes als behorende tot de bevoegdheden van een ontslagnemende regering of schuift zij deze keuzes door naar een volgende federale regering? |
||||
Antwoord ontvangen op 5 september 2012 : | ||||
|