BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2011-2012
________
23 december 2011
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-4044

de Guido De Padt (Open Vld)

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken
________
Internationaal paspoort - Kwaliteit - Volume - Geldigheidsduur - Langdurige visa
________
paspoort
________
23/12/2011Verzending vraag
5/3/2012Antwoord
________
Herindiening van : schriftelijke vraag 5-3326
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-4044 d.d. 23 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De transparante pagina die momenteel in een internationaal paspoort steekt, zou een zeer zwak punt zijn. Als de kwaliteit niet wordt verbeterd, houden de paspoorten het zelden vol tot het einde van hun geldigheidsduur. Wegens het veelvuldige gebruik en de ruwe behandeling door luchthavencontroles en/of andere instanties, scheurt dat blaadje volledig na maximaal 3 jaar. Bijgevolg dient een nieuw paspoort te worden aangevraagd.

Frequente reizigers stellen ook dat het paspoort na bijvoorbeeld twee jaar reeds vol is. Zij moeten dan een nieuw paspoort aanvragen.

Reizigers stellen verder dat er soms langdurige visa in hun paspoort staan die erg duur uitkomen. Het zou volgens hen goed zijn die visa te kunnen bewaren om nieuwe visa aan te vragen. Vaak rekenen de administraties nog eens de volledige som door bij een nieuw internationaal paspoort.

In dit kader een aantal vragen:

1) Beschikt de minister over cijfergegevens voor de periode 2008 tot en met de eerste helft van 2011 met betrekking tot het aantal aanvragen van internationale paspoorten voor het einde van de geldigheidsdatum van het paspoort? Kan de minister aangeven waarom in die gevallen een nieuwe aanvraag werd ingediend?

2) Erkent hij dat de transparante bladzijde een zwak punt is bij de huidige internationale paspoorten bij veelvuldig gebruik? Zo ja, kan hij aangeven welke maatregelen hij voor ogen heeft om dat te verhelpen?

3) Kan de minister bevestigen dat bepaalde langdurige visa niet alleen niet goed zijn, maar dat het ook een probleem is dat die bij de aanvraag van een nieuw paspoort vervallen? Is hij van oordeel dat het mogelijk zou moeten kunnen zijn die visa naar een nieuw paspoort over te zetten? Zo ja, op welk wijze wil hij dit mogelijk maken?

4) Hoe staat de minister tegenover de verlenging van de geldigheidsduur van het internationaal paspoort tot tien jaar zoals dit recent voor de Belgische identiteitskaart werd ingevoerd? Kan hij zijn antwoord motiveren?

Antwoord ontvangen op 5 maart 2012 :

1. Het probleem van het gemakkelijk loskomende doorzichtige blaadje stelt zich uitsluitend in een serie van 426 170 paspoorten die geproduceerd werden tussen begin februari 2008 en eind januari 2009. Van die reeks werden tot en met juni 2011 3 949 paspoorten gratis vervangen, zijnde 0,93 %.

In andere gevallen vragen burgers een nieuw paspoort voordat het oude vervallen is, omdat de buitenlandse autoriteiten van de landen waarnaar ze reizen, een langere geldigheidsduur vragen dan diegene die nog overblijft in hun paspoort. Cijfers van die gevallen zijn niet beschikbaar.

Andere oorzaken voor aanvragen tot vervanging: het verlies of de diefstal van paspoorten. In 2010 werden op 534 711 afgegeven paspoorten 5 983 paspoorten als verloren (0,0111 %) en 504 als gestolen (0,0009 %) gemeld.

2. Het doorzichtige blaadje, dat eigenlijk maar kan loskomen na een intensief of onzorgvuldig gebruik, was samengesteld uit policarbonaat in het eerste lot paspoorten met een doorzichtig blad (vanaf februari 2008 tot eind januari 2009). Sinds februari 2009 wordt een nieuw polymeer materiaal gebruikt en komt het doorzichtig blaadje niet meer zo gemakkelijk los: met dat nieuwe materiaal is het onmogelijk dat het blad nog per ongeluk loskomt.

Bovendien werd een procedure uitgewerkt om de paspoorten geproduceerd tussen begin februari 2008 en eind januari 2009 van de betrokken serie gratis te vervangen in geval het policarbonaat blad loskomt. De diplomatieke en consulaire posten, de gemeenten en provincies hebben in mei 2009 een omzendbrief daarover ontvangen met vermelding van de mogelijkheid tot gratis vervanging en de modaliteiten daarvoor. De voorwaarde om daarvan te genieten is dat het loskomen van het blad niet te wijten is aan nalatigheid of een gebrek aan zorgvuldigheid: het loskomen moet veroorzaakt zijn door een normaal gebruik van het paspoort.

3. Als een paspoort vervallen is, moet het teruggegeven worden aan de overheid die het afgegeven heeft, op het ogenblik dat een nieuwe aanvraag ingediend wordt. Als het vervallen paspoort nog geldige visa bevat, kan de burger vragen om het oude paspoort te behouden nadat het ongeldig gemaakt werd door de overheid van afgifte, bijvoorbeeld zijn gemeente. Die laatste zal het paspoort ongeldig maken met uitzondering van de pagina’s met de betrokken visa. De burger kan dan aan de buitenlandse overheid die het visum afgegeven heeft, vragen om dat over te zetten naar zijn nieuwe paspoort. Als de betrokken buitenlandse overheid dat weigert, kan het bestaande visum nog dienen om een nieuwe visumaanvraag te ondersteunen.

4. De paspoortwet van 14 augustus 1974 voorziet dat een paspoort een maximale geldigheidsduur van vijf jaar kan hebben. Ik heb het voornemen om deze geldigheidsduur op zeven jaar te brengen.

Een verlengende geldigheidsduur zou weliswaar het voordeel bieden dat de burger minder dikwijls naar zijn paspoortbestuur moet terugkeren om zijn paspoort te vernieuwen. Dit zou een belangrijke gevolg hebben voor de Belgen in het buitenland, en globaal de administratieve last beperken. Nochtans zijn daaraan ook een aantal nadelen verbonden, die aangehaald worden door experts inzake reisdocumentbeveiliging van verschillende landen en door de International civil aviation organization (ICAO:)

  • Vooral bij jongeren en senioren kunnen de biometrische kenmerken (foto, vingerafdrukken) opgeslagen op de chip van hun paspoort op zeer korte tijd aanzienlijk wijzigen.

  • Tengevolge van de toenemende technologische beveiliging van de paspoorten zelf schakelen fraudeurs steeds meer over naar “intellectuele fraude”: ze maken gebruik van de zwakste schakel in de productieketen (het paspoortbestuur dat de juiste persoonsgegevens moet linken aan de juiste biometrische gegevens) om een echt biometrisch paspoort te krijgen onder een valse identiteit. Dat laat hen immers toe tijdens de volledige geldigheidsduur van het paspoort vrijwel ongestoord onder die valse identiteit te reizen. Hoe langer het paspoort geldig is, hoe groter het risico op misbruik dus wordt.

  • In diezelfde context zullen professionele vervalsers die pogen bepaalde beveiligingskenmerken van het paspoort te kraken, enerzijds meer kans op slagen hebben met en anderzijds meer interesse vertonen voor een paspoort met een geldigheidsduur van 10 jaar dan voor één met een geldigheid van 5 jaar.

  • Er is geen zekerheid dat bepaalde onderdelen van het paspoort een levensduur van meer dan 5 jaar aankunnen: hoewel de experts hierover verdeeld zijn, is het niet zeker dat de chip een geldigheidsduur van 10 jaar aankan; er is ook een risico op oxydatie en porositeit van de doorzichtige filterpagina,

Om deze redenen, en rekening houdend zowel met de dienstverlening aan de bevolking als met het voorzorgsprincipe, overweeg ik de geldigheidsduur van het paspoort op zeven jaar te brengen. Deze duur komt trouwens overeen met de maximale duur van het toekomstig contract van aanmaak van paspoorten.

In datzelfde verband kan trouwens ook opgemerkt worden dat Belgen naar meer dan vijftig landen kunnen reizen met hun identiteitskaart.